Pijn bij kanker is vaak goed te behandelen. De pijn gaat meestal niet helemaal weg, maar kan wel veel minder worden. Zelf kun je ook een aantal dingen doen waardoor je pijn draaglijk wordt.
Lees op deze pagina over:
Pijn bij ongeneeslijke kanker
Veel mensen met ongeneeslijke kanker hebben last van pijn. De pijn kan veel invloed hebben op je leven. Je kunt er somber of uitgeput van raken. Ook kan pijn je gedachten en gevoelens helemaal in beslag nemen. Het is heel belangrijk om die pijn zo goed mogelijk te bestrijden.
Pijn ontstaat meestal door beschadiging van weefsels, vooral huid, spieren, gewrichten en bot. Deze ‘gewone pijn’ wordt wel ‘nociceptieve pijn’ genoemd.
Pijn kan ook ontstaan door beschadiging van zenuwen, ruggenmerg of hersenen. Dat heet ook wel ‘zenuwpijn’ of ‘neuropathische pijn’. De behandeling van zenuwpijn is anders dan die van ‘gewone’ pijn.
Klachten door pijn
Pijn is een klacht op zich. Maar pijn kan ook weer andere klachten geven, zoals:
- Lichamelijke klachten, bijvoorbeeld moeilijk kunnen eten, slecht slapen, uitgeput raken.
- Bij zenuwpijn: tintelingen of een doof gevoel.
- Emotionele klachten, bijvoorbeeld angst, verdriet en somberheid.
- Cognitieve klachten, bijvoorbeeld moeite om je ergens op te concentreren.
- Invloed op je sociale leven: geen zin of puf hebben om met mensen om te gaan.
- Twijfels over de zin van het bestaan.
Door geestelijke klachten, zoals angst, verdriet en somberheid kun je meer last krijgen van de pijn. Waardoor je je nog slechter gaan voelen. Zo kunnen lichamelijke en geestelijke klachten elkaar steeds meer versterken.

Oorzaken van pijn
Pijn kan verschillende oorzaken hebben. Mogelijke oorzaken bij mensen met kanker zijn bijvoorbeeld:
- Uitzaaiingen in het bot.
- Tumor in organen (bijvoorbeeld darm of lever).
- Tumor in hersenen of hersenvliezen.
- Druk op of beschadiging van zenuwen.
- Behandeling van kanker, zoals operatie, bestraling of chemotherapie.
- Klachten doordat je ziek/zwak bent. Bijvoorbeeld moeilijk kunnen poepen, doorligwonden, infecties.
- Andere ziektes, zoals reuma.
Pijn bij ongeneeslijke kanker: wat is eraan te doen?
Heb je last van pijn, bespreek het dan met je arts of verpleegkundige. Je arts kan onderzoeken waar de pijn vandaan komt en samen kun je zoeken naar manieren om de pijn te verminderen en draaglijk te maken.
Onderzoeken bij pijn
De arts stelt je vragen en onderzoekt je. Het kan zijn dat je arts extra onderzoeken voorstelt, zoals een echo, röntgenfoto’s of een scan.
Misschien vraagt de arts je om je pijn een ‘cijfer’ te geven, en/of een vragenlijst in te vullen over pijn en andere klachten.
Belangrijk: Vertel de arts ook wat er in je omgaat. Bijvoorbeeld of je angstig of somber bent. Dit heeft invloed op je pijn.
Behandeling van de oorzaak van de pijn
Is de oorzaak van de pijn bekend? Dan bespreekt de arts met jou of die oorzaak behandeld kan worden, en of je dat wilt.
Lees verder over:
Behandeling van pijn door een tumor of uitzaaiingen
Wordt de pijn veroorzaakt door een tumor? Dan is het soms mogelijk om de tumor kleiner te maken met chemotherapie, anti-hormonale therapie, bestraling of een operatie. Daardoor kan de pijn minder worden.
Behandeling van pijn door botuitzaaiingen
Heb je pijn door botuitzaaiingen, dan kun je medicijnen krijgen die de botafbraak remmen: bisfosonaten of denosumab. Deze medicijnen voorkomen dat de pijn erger wordt en dat je een bot breekt.
Bij uitzaaiingen van prostaatkanker in de botten, kan een behandeling met een radioactieve stof een optie zijn.
Lees meer over het behandelen van pijn door botuitzaaiingen.
Behandeling van pijn door lichamelijke klachten
Misschien heb je nog andere lichamelijke klachten die pijn veroorzaken of verergeren, bijvoorbeeld doorligwonden of hoesten. Een behandeling tegen deze klachten kan helpen om de pijn te verminderen. Je arts bespreekt met je wat de mogelijkheden zijn.
Pijnbestrijding en andere behandelingen bij pijn
De pijn zelf is ook te behandelen. En je kunt leren omgaan met de pijn. Daardoor kan de pijn verminderen of draaglijk worden.
Pijnbestrijding is mogelijk met:
- Medicijnen: pijnstillers.
- Zenuwblokkade: een behandeling om de pijnprikkel tegen te houden door een zenuw door te snijden of te blokkeren. Lees meer over zenuwblokkade
Belangrijke informatie over pijnstillers bij kanker:
- Bij ‘gewone’ pijn kan de arts een of meer van deze pijnstillers voorschrijven: paracetamol, ontstekingsremmers (NSAID’s) en langwerkende morfine-achtige stoffen (opioïden), zoals morfine (tabletten), oxycodon (tabletten) of fentanyl (pleister).
- Als je een morfine-achtige stof gebruikt, schrijft je arts een laxeermiddel voor. Dat is nodig omdat harde ontlasting (obstipatie) een veel voorkomende bijwerking is van morfine-achtige stoffen.
- Je moet de pijnstillers op een vast tijdstip innemen. Ook als je op dat moment weinig of geen pijn hebt. De bedoeling is om zoveel mogelijk te voorkomen dat je pijn krijgt.
- Krijg je toch pijn (‘doorbraakpijn’)? Dan kun je extra pijnstillers gebruiken. Dat wordt ‘doorbraakmedicatie’ genoemd. Die gebruik je dus alleen als het nodig is. Je arts schrijft je daarvoor een apart recept voor.
- Bij zenuwpijn schrijft de arts andere medicijnen voor. Bijvoorbeeld gabapentine, pregabaline, amitriptyline of nortriptyline.
Andere behandelingen die bij pijn kunnen helpen zijn:
Als somberheid en/of angst invloed hebben op je pijn, is het belangrijk om daar iets aan te doen. Bijvoorbeeld door gesprekken of medicijnen tegen somberheid of angst.
Wie kan helpen bij pijn?
Pijn is een ingewikkelde klacht. Daarom kan de arts hulp vragen van een pijnteam of een palliatief adviesteam. Hierin zitten verschillende soorten zorgverleners. Zij bespreken met elkaar wat voor jou de beste behandeling is.
Naast artsen en verpleegkundigen zijn er allerlei andere mensen die je kunnen helpen, zoals een fysiotherapeut, ergotherapeut, psycholoog, maatschappelijk werker en/of geestelijk verzorger.