Slecht slapen komt vaak voor bij ongeneeslijke kanker. Op deze pagina lees je wat eraan te doen is. Bekijk ook de tips om beter te slapen.
Lees op deze pagina over:
Slaapproblemen bij ongeneeslijke kanker
Niet kunnen slapen of niet goed slapen komt vaak voor bij mensen met kanker in de palliatieve fase. Je slaapt bijvoorbeeld slecht in, slaapt slecht door of je wordt te vroeg wakker. Of als je wel slaapt, is dat misschien heel licht (slechte slaapkwaliteit).
Je kunt ook last hebben van andere slaapproblemen, zoals:
- te veel slapen
- slaperig zijn
- slaapwandelen
- nachtmerries
- slapen en wakker zijn op ‘verkeerde’ tijden, bijvoorbeeld overdag veel slapen en ’s nachts wakker liggen
Klachten door slaapproblemen
Als je slecht slaapt, kan dat invloed hebben op je dagelijks leven. Je kunt dan last krijgen van klachten zoals:
- vermoeidheid
- je hoofd er niet bij kunnen houden, niet helder kunnen denken
- niet goed om kunnen gaan met stress of drukte
- somber of prikkelbaar worden
- depressief worden
- niet kunnen genieten

Oorzaken van slaapproblemen
Niet of niet goed slapen kan verschillende oorzaken hebben. Misschien ben je angstig of gespannen en pieker je veel. Of heb je lichamelijke klachten die je uit je slaap houden, zoals pijn, hoesten, jeuk, onrust.
Slecht slapen kan ook een bijwerking zijn van medicijnen die je gebruikt. Het kan ook zijn dat je overdag veel slaapt, waardoor je ’s nachts weer moeilijker in slaap valt. Er zijn tal van oorzaken.
Slecht slapen bij ongeneeslijke kanker: wat is er aan te doen?
Vertel je arts over je slaapproblemen, ook als de arts er niet naar vraagt. Samen kun je kijken of er wat aan te doen is.
Onderzoek bij slaapproblemen
De arts stelt jou of je naasten vragen over je slaapgewoontes en slaapproblemen. En onderzoekt of er lichamelijke of geestelijke oorzaken zijn voor het slechte slapen.
Behandeling van slaapproblemen
Als de oorzaak van de slaapproblemen bekend is, bespreekt de arts met je wat eraan te doen is. Heb je bijvoorbeeld last van pijn, dan kun je misschien extra pijnstillers krijgen. En bij jeuk kunnen een crème of medicijnen soms helpen. Hangt het slechte slapen samen met medicijnen, dan kan je medicatie aangepast worden. Je krijg dan bijvoorbeeld een lagere dosis of een ander middel. Samen met jou zoekt de arts naar oplossingen.
De arts kan ook slaapmiddelen voorschrijven als dat nodig is. Bespreek dit met je arts.
Een verwijzing naar een fysiotherapeut en/of psycholoog voor ontspanningsoefeningen of cognitieve gedragstherapie kan soms ook een optie zijn. Je kunt ook zelf om een verwijzing vragen.