Wat is alvleesklierkanker?
Deze informatie is gecontroleerd door deskundigen.
Naar colofon
Deze informatie is gecontroleerd door deskundigen.
Naar colofonBij alvleesklierkanker zit er een tumor in de alvleesklier. De alvleesklier of pancreas zit in de buik en maakt stoffen die belangrijk zijn voor de spijsvertering.
Pancreascarcinoom of pancreaskanker
De medische term voor alvleesklierkanker is pancreascarcinoom.
in 2021 kregen 2.931 mensen de diagnose alvleesklierkanker. De meeste mensen met alvleesklierkanker zijn ouder dan 60 jaar.
Soorten kanker in de alvleesklier
Bij alvleesklierkanker gaat het bijna altijd om een adenocarcinoom. Dat betekent dat de tumor in de afvoerbuisjes is ontstaan. Een adenocarcinoom kan overal in de alvleesklier ontstaan, maar zit meestal in de kop van de alvleesklier. Er zijn ook andere soorten kanker mogelijk in de alvleesklier.
Klachten of symptomen van alvleesklierkanker
Alvleesklierkanker wordt meestal laat ontdekt. Dat komt doordat er vaak pas klachten ontstaan als de tumor in andere organen is gegroeid. De kanker is in veel gevallen dan ook al uitgezaaid.
De klachten van alvleesklierkanker kunnen erg verschillen. Geelzucht is een van de klachten bij alvleesklierkanker. De oorzaak van geelzucht kan zijn dat de tumor de afvoerbuis dichtdrukt. De gal kan niet weg en komt uiteindelijk in het bloed. Bij geelzucht wordt het oogwit geel en is de huid grauwig of geel.
Andere klachten bij alvleesklierkanker zijn bijvoorbeeld vettige ontlasting (vetdiarree), afvallen, een opgeblazen gevoel of pijn. Lees meer over de symptomen van alvleesklierkanker.
Oorzaken en risicofactoren van alvleesklierkanker
Een precieze oorzaak van alvleesklierkanker is niet bekend. Er zijn wel een aantal dingen die de kans op alvleesklierkanker vergroten. Door roken, veel alcoholgebruik, chronische ontsteking van de alvleesklier (chronische pancreatitis) en erfelijke aanleg is de kans groter op alvleesklierkanker.
Uitzaaiingen van alvleesklierkanker
Meestal zaait alvleesklierkanker het eerst uit naar de lever, de lymfeklieren, de longen, de botten of de buikholte.
Onderzoeken bij alvleesklierkanker
Er zijn verschillende onderzoeken nodig om te kunnen bepalen of er sprake is van alvleesklierkanker. En of er uitzaaiingen zijn.
De onderzoeken vinden in het ziekenhuis plaats, bijvoorbeeld door MDL-arts. Dit is een arts die gespecialiseerd is in ziektes aan het spijsverteringskanaal.
De belangrijkste onderzoeken bij alvleesklierkanker staan hieronder genoemd. Niet alle onderzoeken zijn altijd nodig.
CT-scan bij alvleesklierkanker
Op een CT-scan zijn organen en weefsels heel precies te zien en dus ook de precieze plek van de tumor. Het scan-apparaat maakt gebruik van röntgenstraling en een computer.
De patiënt ligt op een tafel en schuift door de ronde opening van de CT-scanner. Tijdens het onderzoek maakt het apparaat een serie foto’s. De CT-scanner maakt ook uitzaaiingen zichtbaar.
Soms is contrastvloeistof nodig. Dit kan het resultaat van de scan duidelijker maken. De medewerker van de afdeling Radiologie dient de vloeistof via een infuus toe, of de patiënt krijgt het als drankje. Sommige mensen zijn overgevoelig voor contrastvloeistof. Het is belangrijk om dit voor het onderzoek aan de arts te melden.
MRI-scan bij alvleesklierkanker
Als een CT-scan niet duidelijk genoeg is, volgt soms een MRI-scan. Een MRI-scan werkt met een magneetveld, radiogolven en een computer. De techniek maakt dwars- of lengtedoorsneden van het lichaam zichtbaar. Zo kan de arts een mogelijke tumor en/of uitzaaiingen zien.
Tijdens dit onderzoek ligt de patiënt in een soort koker of tunnel. Sommige mensen vinden dit benauwend. Het apparaat maakt veel lawaai. Een koptelefoon met muziek kan helpen.
MRCP
Een Magnetische Resonantie Cholangio Pancreaticografie (MRCP) is een speciale vorm van een MRI-scan. Met deze MRI-scan bekijkt de arts de alvleesklier, de galwegen en het begin van de dunne darm.
Echografie bij alvleesklierkanker
Met een echo kan de arts zien of de galwegen afgesloten zijn. En of dit door een tumor of door bijvoorbeeld galstenen komt. De arts gebruikt ook een echo om te kijken of er uitzaaiingen in de lever zijn.
Een echografie is een onderzoek met geluidsgolven. Deze golven hoor je niet. De weerkaatsing (echo) van de golven maakt organen en weefsels zichtbaar op een beeldscherm. Zo kan de arts de organen in het lichaam bekijken en een mogelijke tumor en/of uitzaaiingen zien.
Tijdens het onderzoek smeert de arts of echolaborant gel op de huid. Hij of zij beweegt een klein apparaatje over de huid dat de geluidsgolven uitzendt.
ERCP-onderzoek bij alvleesklierkanker
Een ERCP-onderzoek is een kijkonderzoek. De arts kijkt in het lichaam met een endoscoop. Dit is een lange buigzame slang die via de mond in het lichaam komt. Aan het eind van de slang zit een cameraatje. De arts schuift de endoscoop zo dicht mogelijk bij de alvleesklier.
Lees de uitgebreidere informatie over onderzoeken bij alvleesklierkanker.
De diagnose alvleesklierkanker
Naar aanleiding van de uitslagen van de onderzoeken is er een gesprek met de arts. Als het om alvleesklierkanker gaat, zal de arts meer uitleggen over de tumor. Bijvoorbeeld hoe uitgebreid de kanker is (het stadium) en of de kanker is uitgezaaid.
Het is belangrijk om iemand mee te nemen naar dit gesprek. Twee horen meer dan één. Ook kan het handig zijn om het gesprek op te nemen. Dan is later terug te luisteren wat de arts heeft gezegd. Overleg dit van tevoren altijd even met de arts.
In het gesprek stelt de arts een behandeling voor. Het is tegenwoordig heel gewoon om mee te beslissen over de behandeling.
Deze drie vragen kunnen helpen tijdens het gesprek:
• Wat zijn mijn mogelijkheden?
• Wat zijn de voor- en nadelen van deze mogelijkheden?
• Wat betekent dat voor mijn situatie?
De behandeling van alvleesklierkanker
Er zijn meerdere behandelingen voor alvleesklierkanker. Wat de beste behandeling is, verschilt per persoon. Dat ligt aan de plek van de tumor, de ernst van de ziekte en de conditie van de patiënt.
Chemotherapie
Bij uitgezaaide alvleesklierkanker kan chemotherapie mogelijk de kanker te remmen. Door de chemotherapie zal de kanker niet helemaal verdwijnen.
Er zijn meerdere soorten chemotherapie voor alvleesklierkanker. Bepaalde chemokuren hebben veel bijwerkingen. De arts legt dit uit en bespreekt wat de meest geschikte medicijnen zijn.
Stent
Een stent is een hol buisje. De chirurg plaatst een stent in de galweg als de tumor de galweg blokkeert en een operatie niet mogelijk is. De gal kan nu door het buisje heen naar de dunne darm waardoor klachten van geelzucht en jeuk afnemen. Meestal plaatst de chirurg de stent tijdens een ERCP-onderzoek.
PTC-Drain
Soms kan de arts de galweg niet open krijgen met een operatie of een stent. Om te voorkomen dat het gal in het bloed komt, probeert de arts dit af te voeren met een slangetje (een drain). De drain gaat via de buikwand het lichaam in. Dit heet Percutane Transhepatische Cholangio Drainage (PTCD).
Bestraling
Bestraling kan helpen als de tumor pijn of bloedverlies veroorzaakt. Ook bij uitzaaiingen in bijvoorbeeld de botten kan een bestraling de pijn verlichten. Meestal bestaat de behandeling uit meerdere korte bestralingen.
Tijdens de behandeling komt de straling uit een bestralingstoestel. De bestraling gaat van buitenaf door de huid heen. De radiotherapeut en radiotherapeutisch laborant bepalen nauwkeurig de hoeveelheid straling en de plek waar de patiënt wordt bestraald. Hiervoor maken ze een CT-scan en plaatsen ze enkele tatoeagepuntjes op de huid. Zo kunnen zij op het bestralingstoestel de juiste instelling makkelijker terugvinden.
Operatie
Een operatie waarbij de chirurg de alvleesklier verwijdert, is alleen mogelijk als er geen uitzaaiingen zijn. De chirurg vertelt hoe hij of zij gaat opereren en welke complicaties er kunnen optreden. Hoe de operatie er precies uit ziet, ligt aan de plek van de tumor.
De operatie die het meest voorkomt bij alvleesklierkanker is de PDDD-operatie. Bij een PDDD-operatie verwijdert de chirurg de alvleesklier en een aantal organen in de buurt van de alvleesklier. Het is een ingrijpende operatie die alleen gebeurt bij mensen met een goede conditie. Een Whipple-operatie of een PRPD-operatie lijken erg op de PDDD-operatie.
Mensen die geopereerd zijn aan alvleesklierkanker krijgen na een aantal maanden vaak chemotherapie. Het doel van de chemotherapie is om de kankercellen die mogelijk zijn achtergebleven te vernietigen. Soms wordt ook voor een operatie chemotherapie gegeven.
Operatie om de klachten door de tumor te verminderen
Soms kan de tumor niet helemaal verwijderd worden, maar geeft hij wel klachten. Bijvoorbeeld als de tumor de dunne darm dichtdrukt. Er kan geen voedsel meer door de dunne darm. Dan is ook een operatie nodig.
Lees de uitgebreide beschrijving van de behandeling van alvleesklierkanker.
Een behandeling is niet verplicht
Het is nooit verplicht om een behandeling te volgen. Afzien van een behandeling kan altijd.
Na de behandeling zijn er meestal onderzoeken nodig om te kijken of de behandeling heeft gewerkt en of er klachten zijn. De onderzoeken gebeuren tijdens de controles in het ziekenhuis.
Gevolgen van alvleesklierkanker
Leven met kanker is niet vanzelfsprekend. Kanker en de behandeling ervan hebben vaak grote invloed op het dagelijks leven. Niet alleen op het lichaam maar ook op de geest. De behandeling van alvleesklierkanker heeft vaak gevolgen, soms voor de rest van het leven.
Mensen met alvleesklierkanker kunnen te maken krijgen met de volgende klachten:
Vetdiarree
Veel mensen met alvleesklierkanker hebben ‘vetdiarree’. De ontlasting is dan vet en licht van kleur. Door de kanker maakt de alvleesklier minder enzymen die helpen bij de vertering. Het vet komt uiteindelijk in de ontlasting terecht. Er zijn medicijnen met alvleesklierenzymen erin die de klachten kunnen tegengaan.
Diabetes
Diabetes kan een gevolg zijn van alvleesklierkanker. Dat kan komen door een tumor in de staart van de alvleesklier. Sommige mensen met alvleesklierkanker hadden al diabetes voor ze kanker kregen.
Problemen met het legen van de maag
Meestal werkt de maag minder goed na een operatie van alvleesklierkanker. Het eten komt te snel of juist te langzaam in de dunne darm. Klachten kunnen zijn: een opgeblazen gevoel, misselijkheid, buikpijn, darmklachten of duizeligheid. Dit heet het dumpingsyndroom.
Alvleesklierkanker kan ook andere gevolgen hebben, die bij meer kankersoorten voorkomen. Zoals:
Vermoeidheid
Vermoeidheid na kanker komt veel voor. Ook bij mensen met alvleesklierkanker. Dat kan door de ziekte zelf komen, maar ook door de behandeling. Als de vermoeidheid er 6 maanden na de behandeling nog is, heet het chronische vermoeidheid. De arts kan hier een oplossing voor zoeken, bijvoorbeeld hulp van een psycholoog.
Emoties en angst
Kanker gaat samen met veel emoties. Bijvoorbeeld onzekerheid over de toekomst of angst voor pijn of voor terugkeer van de kanker. Bespreek deze angst met de arts. Ook emoties zijn goed om te bespreken en vaak is ook hier iets aan te doen.
Pijn
Kanker kan pijnklachten geven. Er kunnen veel oorzaken zijn voor de pijn. Bijvoorbeeld als de tumor op een weefsel duwt, of als er uitzaaiingen zijn. Ook kan een behandeling met bestraling of chemotherapie pijn geven. Bespreek dit met de arts. Vaak is er iets aan te doen.
Verschillende zorgverleners kunnen extra begeleiding bieden. Zowel in als buiten het ziekenhuis. Probeer iemand te vinden die ervaring heeft met het begeleiden van mensen met kanker.