Als je niet meer beter kunt worden, kun je nog wel behandelingen krijgen. Bijvoorbeeld om je klachten minder erg te maken. Of om ervoor te zorgen dat je langer kunt leven met je ziekte. Dit zijn palliatieve behandelingen.
Lees op deze pagina over:
- Palliatieve behandelingen bij kanker
- Gesprek met je huisarts
- Wel of niet behandelen
- Meer nadelen dan voordelen
- Praten over stoppen met behandelen
- Jij beslist
Palliatieve behandelingen bij kanker
Palliatieve behandelingen gaan over een zo hoog mogelijke kwaliteit van leven. Dat kan betekenen dat je behandelingen krijgt die:
- jouw klachten verminderen
- jou helpen omgaan met je ziekte
- jouw leven makkelijker maken
- jou meer controle geven
- jouw ziekte vertragen, en daarmee je leven verlengen
Onder ‘behandelingen’ valt ook ondersteuning, zorg en begeleiding door bijvoorbeeld een psycholoog of geestelijk verzorger.
Voorbeelden van medische palliatieve behandelingen bij kanker zijn chemotherapie, doelgerichte therapie, immunotherapie, bestraling en een operatie. Ook kun je medicijnen krijgen, bijvoorbeeld tegen benauwdheid, misselijkheid of pijn.
Zijn er nog palliatieve behandelingen mogelijk in het ziekenhuis, dan blijf je onder controle van je specialist. Hij of zij houdt bij hoe je ziekte zich ontwikkelt en welke klachten je hebt.
Goed om te weten: als je arts zegt dat de behandeling 'goed aanslaat', bedoelt hij of zij dat de ziekte goed op de behandeling reageert. Bijvoorbeeld omdat je uitzaaiingen kleiner worden. De arts bedoelt niet dat je toch nog zult genezen.
Gesprek met je huisarts
Als je behandeld wordt, is het ook belangrijk om daarover te praten met jouw huisarts. Die is namelijk verantwoordelijk voor je medische zorg aan het einde van je leven. Samen kun je alvast bespreken wat jij belangrijk vindt in jouw leven, en welke zorg daar wel of juist niet bij past. Dit heet ook wel het behandelwensengesprek.