De laatste fase in een zorginstelling
Deze informatie is gecontroleerd door deskundigen.
Naar colofon
Deze informatie is gecontroleerd door deskundigen.
Naar colofonKun of wil je niet thuis sterven, dan kun je terecht in een zorginstelling. Er zijn verschillende mogelijkheden:
- Een hospice of bijna-thuis-huis
- Een verpleeghuis met een palliatieve unit
- Een woonzorgcentrum
- Soms: het ziekenhuis
Vaak kun je zo’n instelling vooraf bezoeken, om te kijken wat het best bij je past. Overleg ook met je naasten en (huis)arts wat het beste voor je is.
Bij je beslissing kunnen meespelen:
- De sfeer
- Of er voldoende privacy is
- De zorg die gegeven kan worden
- De afstand voor je familie en vrienden
- Of je je eigen huisarts houdt of niet
Ga voor een overzicht van zorginstellingen bij jou in de buurt naar de website van het netwerk palliatieve zorg in je regio.
Hospice of bijna-thuis-huis
Hospices en bijna-thuis-huizen zijn kleine instellingen die zich speciaal richten op de verzorging van patiënten in hun laatste levensfase. Lees meer over hospices en bijna-thuis-huizen.
Verpleeghuis/palliatieve unit
In een verpleeghuis wonen vooral mensen die altijd zorg nodig hebben. Bijvoorbeeld mensen die dementeren of gehandicapt zijn geraakt door een beroerte. Aan een verpleeghuis zijn eigen artsen, verpleegkundigen en andere zorgverleners verbonden, zoals psychologen en fysiotherapeuten. Zij zijn er voor de bewoners, ook in hun laatste fase.
Een groot aantal verpleeghuizen heeft een aparte afdeling met eenpersoonskamers. Deze zijn speciaal gereserveerd voor mensen die binnenkort komen te overlijden. Bewoners kunnen de kamers inrichten zoals zij dit willen. Ook mensen van buiten het verpleeghuis kunnen hier terecht.
Een verpleeghuis kan een alternatief zijn voor het thuis sterven. Je hebt privacy en rust. Meestal zijn ook vrijwilligers bij de zorg betrokken.
Woonzorgcentrum (voorheen verzorgingshuis)
Verblijf je in een woonzorgcentrum, dan is de situatie voor een groot deel hetzelfde als beschreven bij ‘zorg thuis’. Thuis is dan je kamer of appartement in een verzorgingshuis. Je medische verzorging verloopt in eerste instantie via je huisarts.
Sommige verzorgingshuizen bieden palliatieve terminale zorg voor niet-bewoners. Een woonzorgcentrum kan dan een alternatief zijn voor thuis sterven. De zorg wordt gegeven door professionele verzorgenden aangevuld met zorg door vrijwilligers. De huisarts is verantwoordelijk voor de medische zorg.
Ziekenhuis
Soms overlijden mensen in het ziekenhuis. Bijvoorbeeld omdat ze na opname in het ziekenhuis niet meer terug kunnen naar huis of naar een zorginstelling, zoals een hospice of bijna-thuis-huis.
Mensen die gaan sterven krijgen bijna altijd een eigen kamer. Meestal kan de naaste familie dag en nacht op bezoek komen. Soms kunnen familieleden ook blijven logeren.
Enkele ziekenhuizen hebben een speciale afdeling voor patiënten in hun laatste levensfase. Zo’n afdeling ziet er wat huiselijker uit. De zorg is speciaal gericht op deze patiënten.
Verklaring nodig van je huisarts of specialist
Voor een verblijf in een zorginstelling heb je een terminaalverklaring nodig. Hierin staat dat je arts verwacht dat je nog maximaal 3 maanden te leven hebt. In werkelijkheid kan de laatste fase ook langer of korter duren dan 3 maanden.
Kortdurende zorg in een instelling
In een woonzorgcentrum, verpleeghuis of hospicevoorziening kun je ook tijdelijk verblijven. Dat kan de thuissituatie voor een poosje ontlasten. Is iemand die voor je zorgt ziek, dan kan een tijdelijk verblijf ook nodig zijn. Verder kan een tijdelijke opname nodig zijn als je een kortdurende behandeling van je klachten moet ondergaan.