Door chemotherapie of anti-hormonale therapie tegen borstkanker kun je onvruchtbaar worden. Of minder vruchtbaar. Dat betekent dat je geen kinderen kunt krijgen. Of het gaat moeilijker. Soms is dit tijdelijk, soms blijft dat zo.
Lees op deze pagina over:
Kinderwens? Bespreek het met je arts
Wil je (misschien) kinderen? Bespreek dan voor je behandeling begint wat je kunt doen om nog kinderen te kunnen krijgen. Soms kun je bijvoorbeeld eicellen laten invriezen. Dan heb je na je behandeling nog kans om zwanger te worden via IVF.
Lees verder over behandelingen om vruchtbaar te blijven.
Onvruchtbaar door chemotherapie
Vruchtbaarheid betekent dat er eicellen in je eierstok(ken) aanwezig zijn.
Chemotherapie kan je eierstokken beschadigen en dus gevolgen hebben voor je vruchtbaarheid.
Wat er met je vruchtbaarheid gebeurt, hangt af van:
- de soort en dosis (hoeveelheid) van de chemotherapie. Je arts kan je hier meer over vertellen
- je leeftijd. De kans op onvruchtbaarheid is kleiner als je jonger bent
- je vruchtbaarheid voor de kankerbehandeling
In de keuzehulp borstkanker en kinderwens lees je meer over het risico dat je eerder in de overgang komt, verminderd vruchtbaar wordt of onvruchtbaar wordt.
(Tijdelijk) onvruchtbaar door anti-hormonale therapie
Bij anti-hormonale therapie krijg je medicijnen tegen hormonen. Die onderdrukken tijdelijk de werking van je eierstokken. Meestal stop je dan met menstrueren (ongesteld zijn).
Na anti-hormonale therapie kan je menstruatie weer terugkomen. Dan ben je weer vruchtbaar.
Het kan ook zijn dat je menstruatie niet meer terugkomt. Dan ben je in de overgang.
Het risico op onvruchtbaarheid na anti-hormonale therapie, hangt af van:
- je leeftijd
- de duur van de anti-hormonale therapie
- de behandeling die je eventueel hebt gehad vóór de anti-hormonale therapie.