Behandeling van borstkanker per stadium

Deze informatie is gecontroleerd door deskundigen.

Naar colofon
Opslaan

De behandeling die je voor borstkanker krijgt, hangt onder andere af van het stadium van de kanker. Met stadium bedoelen we hoever de ziekte is.

Wat ook meetelt bij de keuze van je behandeling zijn:

  • Je leeftijd.
  • Of je in de overgang bent.
  • De soort borstkanker.
  • Hoe agressief de tumor is: hoe snel de kankercellen groeien en zich delen.
  • Of de tumor gevoelig is voor hormonen.
  • Of er te veel groei-eiwit (HER2) op de kankercellen zit.
  • Of je erfelijke aanleg hebt voor borstkanker.
  • Je eigen voorkeur en wensen. Bijvoorbeeld voor een borstsparende operatie of een borstamputatie.
  • Je persoonlijke situatie, bijvoorbeeld of je een (toekomstige) kinderwens hebt.

Lees op deze pagina over:

Weet je het stadium niet? Het staat in je patiƫntendossier. Je kunt dit ook aan je arts vragen.

Of bekijk alle behandelingen bij borstkanker.

Behandelingen bij stadium 1, 2 en 3 borstkanker

Bij borstkanker stadium 1, 2 en 3 zijn er geen uitzaaiingen in andere organen. Bijvoorbeeld in je lever, longen en hersenen. Er kunnen wel uitzaaiingen zijn in je lymfeklieren.

De behandeling in het kort:

Eerst een voorbehandeling, dan een operatie

Soms heeft de tumor bepaalde kenmerken. Dan krijg je voor je operatie eerst chemotherapie, soms samen met immunotherapie, doelgerichte therapie of hormoontherapie. Dit heet neo-adjuvante therapie.

Tijdens de controles kijken artsen dan of de tumor kleiner wordt of zelfs is verdwenen. Zo kunnen artsen beter inschatten welke behandeling na de operatie nodig is.

Soms zorgt de voorbehandeling ervoor dat de tumor kleiner wordt. Dan is een borstamputatie niet meer nodig.

Als er uitzaaiingen in de okselklieren zijn, kunnen die soms ook verdwijnen door de behandeling. Daardoor is soms een minder grote operatie nodig. Of minder bestraling in de oksel. Dat geeft vaak ook minder bijwerkingen.

Operatie

Samen met je arts bespreek je welke operatie in jouw situatie het beste is: een borstsparende operatie of een borstamputatie. Wat het beste is, hangt af van verschillende dingen. Bijvoorbeeld hoe groot de tumor in je borst is en of erfelijkheid misschien een rol speelt.

Heb je uitzaaiingen in de lymfeklieren van je oksel? Dan krijg je meestal eerst een voorbehandeling met chemotherapie hormoontherapie. Soms krijg je ook nog doelgerichte therapie of immuuntherapie. Dat hangt af van de soort borstkanker die je hebt. Doel: de uitzaaiingen kleiner maken, zodat de chirurg minder okselklieren hoeft weg te halen of je minder/geen bestraling nodig hebt.
Soms haalt de chirurg alle lymfeklieren meteen weg. Dit heet een okselkliertoilet.

Extra behandelingen na de operatie

Na de operatie krijg je vaak bestraling van je borst of borstwand. De borstwand is de plek waar eerst de borst zat. Doel: kankercellen die er misschien nog zitten kapot maken.

Zitten er uitzaaiingen in de lymfeklieren rond je borst? Dan worden die lymfklieren soms ook bestraald.

Na bestraling krijg je soms nog chemotherapie. Bijvoorbeeld als je een agressieve tumor hebt. Dat is een tumor die snel groeit en een hogere kans dan geeft op uitzaaiingen dan niet-agressieve vormen van borstkanker. Chemotherapie heeft als doel: de kans op terugkeer van de kanker verkleinen.

Heb je een hormoongevoelige tumor, dan kun je hormoontherapie krijgen. Ook deze behandeling heeft als doel de kans op terugkeer te verkleinen.

Is de tumor HER2-positief, dan kun je speciale medicijnen krijgen die de groei van de tumor afremmen. Die behandeling heet doelgerichte therapie.

Behandeling van uitgezaaide borstkanker (stadium 4 borstkanker)

Heb je borstkanker met uitzaaiingen op afstand van de tumor, bijvoorbeeld in je longen of je lever? Dan kun je meestal niet meer genezen. Meestal kun je nog wel behandelingen krijgen. Bijvoorbeeld om je klachten minder erg te maken. Of om ervoor te zorgen dat je langer kunt leven met je ziekte. Dit heet een palliatieve behandeling.

Voorbeelden van palliatieve behandelingen bij borstkanker zijn:

Je kunt ook hulp en begeleiding krijgen bij:

  • omgaan met klachten: bijvoorbeeld pijn of erg moe zijn
  • omgaan met angst en depressie
  • levensvragen, bijvoorbeeld: wat is nu nog belangrijk voor mij?

Lees meer over palliatieve zorg bij kanker.

Colofon

Met medewerking van:

Gemaakt door de redactie van kanker.nl

Laatste update: oktober 2025