Cribriform carcinoom

Deze informatie is gecontroleerd door deskundigen.

Naar colofon
Opslaan

Cribriform carcinoom is een zeldzame vorm van borstkanker. Ongeveer 5 op de 100 vrouwen met borstkanker hebben een cribriform carcinoom. Het groeit meestal langzaam en zaait niet snel uit.

Lees op deze pagina over:

Wat is een cribriform carcinoom?

Een cribriform carcinoom is een kwaadaardige tumor in de borst. Een cribriform carcinoom ontstaat meestal in de melkbuisjes van de borst. Soms in de melkklieren.

Cribriform betekent: zeefvormig. Als een arts (patholoog) deze vorm van borstkanker onder de microscoop bekijkt, zijn kleine gaatjes tussen de kankercellen te zien.

Vooruitzichten van cribriform carcinoom

Met je arts kun je bespreken wat in jouw situatie de vooruitzichten zijn.

De vooruitzichten voor vrouwen met een cribriform carcinoom hangen af van:

  • het stadium van de ziekte als je de diagnose krijgt
  • de kenmerken van de tumor
  • je leeftijd en conditie

Een cribriform carcinoom groeit meestal langzaam. En zaait niet snel uit. Wordt de tumor vroeg ontdekt en behandeld, dan zijn de vooruitzichten meestal goed.

Symptomen van een cribriform carcinoom

Een cribriform carcinoom is vaak te voelen als een knobbeltje in de borst.

Uitzaaiingen van een cribriform carcinoom

Een cribriform carcinoom zaait niet snel uit, maar het kan wel. Bij uitzaaiingen komen kankercellen ook op andere plekken in het lichaam terecht. Een ander woord voor uitzaaiing is metastase.

Als cribriform carcinoom uitzaait, is dat meestal naar de lymfeklieren rond de borst.

Lymfeklieren in het gebied rond de borsten

De uitslag: een cribriform carcinoom

Bij klachten zoals een knobbeltje of verandering in je borst stuurt de huisarts je door naar het ziekenhuis. Daar krijg je onderzoeken. Dat is bijna altijd een mammografie (borstfoto) en een echo.

Meestal krijg je ook een biopsie. Bij een biopsie neemt de arts een beetje weefsel weg uit de borst (biopt). Dat weggenomen weefsel wordt onderzocht. Daarna hoor je de diagnose.

Met de uitslag van de biopsie kan de arts ook iets zeggen over de kenmerken van de tumor. Dit is belangrijk voor je behandeling en vooruitzichten. Bijvoorbeeld of de tumor gevoelig is voor hormonen: oestrogeen en/of progesteron. En of de tumor HER2-positief is. HER-2 is een eiwit dat de groei en deling van cellen regelt in de borst.

Na de diagnose cribriform carcinoom krijg je vaak meer onderzoeken. Die zijn er om te kijken hoever de tumor is doorgegroeid. En of er misschien toch uitzaaiingen zijn. Meestal krijg je dan een MRI-scan en een PET-CT-scan.

Soms krijg je ook nog een schildwachtklier-onderzoek om te kijken of je uitzaaiingen hebt in de lymfeklieren rond je borst.

Behandeling van een cribriform carcinoom

De arts bespreekt met je wat in jouw situatie de beste optie is.

Welke behandeling(en) je krijgt, hangt af van:

  • het stadium van de borstkanker
  • de kenmerken van de tumor
  • je leeftijd en conditie
  • je eigen wensen en voorkeuren

Operatie

Bij een cribriform carcinoom krijg je meestal een operatie. Het hangt van de plek en de grootte van de tumor af wat voor operatie je krijgt: een borstsparende operatie of een borstamputatie.

Bestraling

Na een borstsparende operatie adviseert de arts nog bestraling van de borst. Dit is om kankercellen kapot te maken die misschien zijn achtergebleven. De bestraling verkleint de kans dat de kanker terugkomt. Lees meer over bestraling bij borstkanker.

Bij uitzaaiingen in de lymfeklieren rond je borst krijg je meestal bestraling op de lymfeklieren.

Chemotherapie

Ook chemotherapie kan onderdeel zijn van de behandeling. Voor of na de operatie. Lees meer over chemotherapie bij borstkanker.

Doelgerichte therapie

Soms is de tumor HER2-positief. Dan kan de arts een behandeling met doelgerichte therapie adviseren. Je krijgt dan medicijnen die heel gericht werken tegen de kankercellen. Lees meer over doelgerichte therapie bij borstkanker.

Anti-hormonale therapie

Soms is de tumor hormoongevoelig. Dat betekent dat de tumor groeit door hormonen: oestrogeen en/of progesteron. Dan adviseert de arts meestal antihormoontherapie om de kans kleiner te maken dat de ziekte terugkomt. Je krijgt dan medicijnen waardoor je deze hormonen minder aanmaakt. Of dat hun invloed op de kankercellen minder groot wordt.

Lees meer over anti-hormonale therapie bij borstkanker.

Colofon

Met medewerking van:

Foto Aafke Honkoop

Dr. Aafke Honkoop

Internist-oncoloog, Isala

Foto Rhodé Bijlsma

Dr. Rhodé Bijlsma

Internist-oncoloog, UMC Utrecht

LinkedIn

Gemaakt door de redactie van kanker.nl

Laatste update: mei 2025