Bestraling bij borstkanker

Deze informatie is gecontroleerd door deskundigen.

Naar colofon
Opslaan

Bestraling komt bij borstkanker vaak voor als behandeling. Bijna altijd krijg je naast bestraling ook andere behandelingen, zoals een operatie, chemotherapie of anti-hormonale therapie. Hoeveel bestralingen nodig zijn en in welke dosis, hangt af van de soort borstkanker die je hebt en van het stadium van de ziekte.

Lees op deze pagina over:

Of ga direct naar Bestraling bij uitgezaaide borstkanker.

Je leest op deze pagina ook praktische informatie zoals:

Bestraling van je borst na de borstsparende operatie

Na een borstsparende operatie krijg je bijna altijd een aanvullende behandeling met uitwendige bestraling. De bestraling begint meestal 5 tot 6 weken na de operatie. Dan is de wond meestal genoeg genezen. En dan is ook je oksel genoeg hersteld, zodat je in de juiste houding kunt liggen. Tijdens de bestraling lig je namelijk met je armen boven je hoofd.

Je krijgt 1 tot 4 weken lang elke werkdag een paar minuten bestraling. De radiotherapeut-oncoloog of physician assistant bespreekt met je hoeveel bestralingen in jouw situatie nodig zijn en wat de dosis van de bestraling is.

Het doel van de bestraling is om kankercellen te vernietigen die misschien in je borst zijn achtergebleven. Hierdoor wordt de kans kleiner dat de borstkanker terugkomt in de geopereerde borst.

Vaak krijg je bestraling op je hele borst. Soms is alleen bestraling nodig op het deel van je borst waar de tumor gezeten heeft. Dit hangt af van je leeftijd en kenmerken van de tumor. Je arts zal hier uitleg over geven.

Soms zal de arts voorstellen om geen aanvullende behandeling met bestraling te doen. Bijvoorbeeld als je op oudere leeftijd bent en je een borsttumor hebt die niet zo agressief is en vrij langzaam groeit. Dan zijn je vooruitzichten ook zonder bestraling gunstig.

Verderop lees je meer over de bijwerkingen van bestraling.

Boost-bestraling van een deel van de borst

Soms krijg je bij bestraling van je hele borst ook een boost-bestraling. Dit is een extra dosis straling op de plek waar de tumor heeft gezeten. Je arts bespreekt de voor- en nadelen van boost-bestraling met je. Daarna besluit je of je deze behandeling wilt.

Boost-bestraling zorgt ervoor dat de kans op terugkeer van de kanker nog kleiner wordt. Het levert vooral winst op bij vrouwen jonger dan 40 jaar en bij tumoren met bepaalde kenmerken.

Bestraling tijdens de borstsparende operatie (IORT)

Soms is het mogelijk om tijdens de operatie bestraling te geven. Deze techniek heet IORT. Dat is de afkorting van intra-operatieve radiotherapie.

Met IORT is het niet meer nodig om na de operatie nog naar het ziekenhuis te gaan voor de bestraling. Ook kun je sneller starten met eventuele andere, aanvullende behandelingen.

IORT is geschikt als je borstkanker hebt met een laag risico op terugkeer. Dit is het geval als je 50 jaar of ouder bent en een kleine, niet-agressieve tumor hebt zonder uitzaaiingen in de lymfeklieren. Er zijn nog een aantal andere voorwaarden voor IORT. De arts kan vertellen of je voor deze behandeling in aanmerking komt.

Er zijn maar een paar ziekenhuizen die IORT bij borstkanker aanbieden: Catharina Ziekenhuis, Haaglanden Medisch Centrum en Erasmus MC. Lees meer over IORT.

Is bestraling altijd nodig na chemotherapie en een operatie?

Bij sommige vrouwen werkt chemotherapie en/of de immunotherapie zo goed, dat na de operatie de tumor helemaal verdwenen blijkt. De kans op terugkeer van de borstkanker in de borst wordt dan ook veel kleiner. Artsen onderzoeken nu in de Descartes studie of bij deze situatie bestraling weglaten inderdaad veilig is.

Zijn er na chemotherapie en een borstsparende operatie bij jou geen borstkankercellen meer gevonden? Misschien kan je dan meedoen aan deze studie. In dat geval bespreekt de arts met je of je mee wilt doen. Je wordt dan dus niet bestraald. Wel krijg je 5 jaar lang controles met jaarlijks een mammografie en lichamelijk onderzoek.

bestraling borstkanker

Bestraling bij uitzaaiingen in de lymfeklieren

Zijn er bij jou uitzaaiingen in de lymfeklieren gevonden? Of heb je een grote kans op lymfeklieruitzaaiingen? Dan kan de arts voorstellen om de lymfekliergebieden in je oksel, rondom je sleutelbeen en/of bij het borstbeen te bestralen.

Meestal bestraling, soms een okselkliertoilet

Een alternatief voor bestraling van de lymfeklieren in de oksel is het okselkliertoilet. Dit is een operatie waarbij de chirurg alle lymfeklieren uit de oksel verwijdert.

Bestraling geeft minder kans op klachten op de lange termijn dan een okselkliertoilet. De arts bespreekt met je welke van deze behandelingen in jouw situatie het meest geschikt is.

Door chemotherapie voor de operatie is bestraling op de lymfeklieren niet altijd nodig

Als je voor de operatie chemotherapie krijgt, lukt het misschien al om alle kankercellen in de lymfeklieren kapot te maken. Hierdoor is een aanvullende behandeling van de oksel (met bestraling of een okselkliertoilet) niet altijd nodig.

Voor de start van de chemotherapie brengt de arts een marker in de lymfeklier(en) waarin de uitzaaiingen zijn gevonden. Tijdens de operatie verwijdert de arts die lymfeklier(en). De patholoog onderzoekt of de uitzaaiingen nog aanwezig zijn. Dit heet de MARI-procedure of de SMART-procedure. Soms krijg je ook nog een schildwachtklierprocedure.

Als de uitzaaiing verdwenen is, is een aanvullende behandeling van de oksel niet altijd nodig. Zitten er nog kankercellen in de lymfeklier, dan zal de arts voorstellen om de oksel te bestralen of een okselkliertoilet te doen.

Boost-bestraling van de lymfeklieren

Soms stelt de arts een boost-bestraling op de lymfeklieren voor. Je krijgt dan een extra dosis straling op het gebied waar lymfeklieren met uitzaaiingen zitten. Een boost-bestraling op de lymfeklieren is nodig als de lymfeklieren met kankercellen niet te opereren zijn. Het gaat dan om lymfeklieren rond je sleutelbeen en achter je borstbeen.

Lymfeklieren in het gebied rond de borsten

Bestraling na de borstamputatie

Na een borstamputatie is soms bestraling van de borstwand nodig om de kans op terugkeer van de kanker in het operatiegebied te verkleinen. 

Dat kan het geval zijn als:

  • de tumor groter is dan 5 cm
  • er uitzaaiingen in de lymfeklieren zijn gevonden
  • de tumor in de borstspier is gegroeid
  • je een tumor hebt die snel groeit
  • de tumorcellen in de lymfebanen of bloedvaatjes groeien
  • je jonger bent dan 40 jaar
  • een behandeling met anti-hormonale therapie of doelgerichte therapie niet aanslaat

Borstreconstructie en bestraling na borstamputatie

Na de borstamputatie kun je een borstreconstructie krijgen. Als je ook bestraling nodig hebt, is er een wat grotere kans op complicaties na de borstreconstructie. De reconstructie kan er dan minder mooi uit komen te zien. Het risico op een minder goed gelukte reconstructie is groter als je rookt of overgewicht hebt.

Ook geeft bestraling een grotere kans op kapselvorming rondom de inwendige prothese (het implantaat). Het littekenweefsel rond de prothese gaat dan samentrekken. Dit heet een kapselcontractuur. Een ernstige kapselcontractuur zorgt ervoor dat de borst vaster en pijnlijk aanvoelt en van vorm verandert. De prothese moet dan soms vervangen worden.

Wil je een borstreconstructie? Laat je dan goed informeren door de plastisch chirurg en radiotherapeut. 

Lees verder over bestraling en borstreconstructie op borstkanker.nl.

Bestraling bij teruggekeerde borstkanker

Bestraling kan een behandeling zijn als de borstkanker is teruggekomen in de borst of het litteken. Of bij terugkeer van borstkanker in de lymfklieren in de oksel, rondom het sleutelbeen en/of de bij het borstbeen. De behandeling is gericht op genezing.

Opnieuw een operatie, daarna bestraling

Heb je eerder geen bestraling gehad? Dan krijg je nu bestraling, meestal na een operatie waarmee de teruggekeerde tumor wordt weggehaald.

Bestraling met hyperthermie

Heb je al eerder bestraling gehad, dan is een tweede keer bestraling op de ‘normale’ manier meestal niet mogelijk. Opnieuw bestralen met een lagere dosis samen met hyperthermie kan vaak wel.

Hyperthermie is een behandeling die het deel van het lichaam waar de bestraling gaat komen warmer maakt. Hyperthermie maakt de kankercellen zo gevoeliger voor de bestraling.

Bespreek met je arts of deze combinatie van behandelingen mogelijk is en wat de voordelen en nadelen van een tweede keer bestraling zijn. Vraag daarbij ook naar de bijwerkingen van bestraling op lange termijn.

Voor een behandeling met hyperthermie kun je terecht in het Amsterdam UMC, Erasmus MC en Instituut Verbeeten.

Protonentherapie bij borstkanker

Als je bestraald moet worden, kun je soms protonentherapie krijgen. Je krijgt alleen protonentherapie als er door ‘gewone’ bestraling te veel straling in je hart terecht zou komen. Wat te veel straling is, hangt af van je leeftijd en of je door andere oorzaken een grotere kans hebt om hartproblemen te krijgen.

Bespreek met je arts of je in aanmerking komt voor protonenbestraling.

Bestraling bij uitgezaaide borstkanker

Bij uitzaaiingen van borstkanker in andere delen van je lichaam ('uitzaaiingen op afstand') kun je ook bestraling krijgen. Bestraling kan de ziekte niet genezen, maar kan wel klachten verminderen en de groei van de uitzaaiingen afremmen. 

Redenen voor bestraling zijn vaak: pijn, kapotte huid door de kanker, druk door uitzaaiingen in de botten, (dreigende) zenuwuitval door uitzaaiingen in de botten bij het ruggenmerg of in de hersenen.

Bestraling bij uitgezaaide borstkanker heet palliatieve bestraling. 

Bestraling bij uitzaaiingen in de botten

Bij uitzaaiingen in de botten wordt vaak in één keer een hoge dosis bestraling gegeven. Meestal neemt de pijn in de botten binnen enkele weken af. Soms verdwijnt de pijn zelfs helemaal.

Het duurt gemiddeld 4 tot 6 weken voordat de pijn minder wordt. Soms wordt de behandeling herhaald.

Soms kan de pijn kort na de bestraling even erger worden. Dit heet een flare-up. De pijn wordt vanzelf weer minder. Overleg met je arts of je tijdelijk extra pijnstillers kunt gebruiken.

Bestraling bij uitzaaiingen in de hersenen

Bij uitzaaiingen in de hersenen is bestraling soms een behandeling om te voorkomen dat lichaamsfuncties uitvallen. De bestraling kan gericht zijn op de uitzaaiingen, of op de gehele hersenen. Dit hangt af van hoe uitgebreid de uitzaaiingen zijn. De arts vertelt je hoe je bestraald gaat worden, en hoeveel bestralingen er nodig zijn.

Bestraling bij uitzaaiingen in de longen en lever

Bij uitzaaiingen in de longen en lever heeft bestraling meestal geen zin.

Bestraling bij een beperkt aantal uitzaaiingen op afstand (oligometastasen)

Wanneer het aantal uitzaaiingen beperkt is (1 tot 3 uitzaaiingen), krijg je vaak stereotactische bestraling. Hierbij krijg je op een klein gebied een heel hoge dosis precisiebestraling. Lees verder over stereotactische bestraling.

Bijwerkingen van bestraling bij borstkanker

Door de bestraling kun je last krijgen van bijwerkingen. Sommige bijwerkingen ontstaan kort na de bestraling, andere pas maanden of zelfs jaren later. Hieronder lichten we de bijwerkingen toe

Bijwerkingen kort na de bestraling

Bijwerkingen van bestraling kunnen al tijdens de behandeling ontstaan, of in de weken daarna. Meestal gaan deze bijwerkingen vanzelf weer over als het weefsel is genezen van de behandeling.

Vermoeidheid

Door de behandeling en het op en neer reizen naar het ziekenhuis kun je moe worden. Ook kun je moe worden als je eerder ook al chemotherapie hebt gehad.

Huidklachten

Door bestraling kun je last krijgen van een geïrriteerde huid. De huid van de bestraalde borst kan rood worden, gaan schilferen, verkleuren of ontvellen. Zolang je huid intact is, kun je je huid verzorgen zoals je gewend bent. Gebruik dan liever geen geparfumeerde producten.

Gaat je huid open, meld dit dan aan  de verpleegkundige van de afdeling Radiotherapie. Hij of zij kan je advies geven hoe je je huid het beste kunt verzorgen.

De klachten worden na de laatste bestraling eerst meer en verdwijnen een aantal weken daarna. Bekijk de uitgebreide informatie over huidklachten door bestraling.

Lymfoedeem

Door vochtophoping in de borst kan de borst gaan zwellen. Dit heet oedeem. Meestal verdwijnt dit na de bestralingsbehandeling.

Slikklachten 

Als de lymfeklieren rondom het sleutelbeen bestraling krijgen, kun je moeite hebben met slikken. Ook kun je last krijgen van keelpijn. De klachten ontstaan vaak in de tweede helft van de behandeling. Ze gaan vanzelf weer over.

Bijwerkingen langer na de bestraling

De bestraling kan ook klachten geven die pas maanden of jaren later ontstaan (late gevolgen). Ze gaan meestal niet meer over. Soms kan hyperbare zuurstoftherapie helpen.

Lymfoedeem

Bestraling kan lymfoedeem veroorzaken. Dan ontstaat er een ophoping van lymfevocht in je borst of in je arm. Hierdoor word je borst of arm dikker. Verdwijnt het oedeem niet vanzelf na de behandeling of wordt het oedeem erger, dan is behandeling nodig door een oedeemtherapeut. Dit komt het vaakst voor na bestraling van de lymfeklieren. Meer informatie over lymfoedeem en borstkanker

Verandering van je borst

In de maanden tot jaren na de bestraling kan het uiterlijk van je borst nog veranderen. De behandelde borst kan wat kleiner worden. Ook kan het litteken in de borst vaster aanvoelen. Dit heet fibrose. Als je gewicht toeneemt, wordt je bestraalde borst niet groter. Het verschil in grootte tussen beide borsten kan juist toenemen.

Door bestraling kan je huid donkerder worden en kunnen bloedvaatjes meer gaan opvallen. De huid kan gevoeliger worden of juist minder gevoelig. Ook kan de huid dikker worden en minder soepel  aanvoelen dan voor de behandeling. Lees verder over huidproblemen bij borstkanker.

Stijve arm en schouder

Bij bestraling van de borst(wand) wordt een deel van de borstspier bestraald. Daardoor wordt die spier strakker en kun je je arm minder makkelijk omhoog en naar achter bewegen. Daardoor wordt je schouder ook stijver. Meer over een stijve schouder en arm na borstkanker.

Gevoelige ribben

Na bestraling kun je last blijven houden van gevoelige ribben. Bestralingsschade aan het botvlies van de ribben is hier de oorzaak van. 

Heel soms kunnen de ribben door de bestraling kwetsbaarder worden. Het kan dan gebeuren dat een rib breekt, bijvoorbeeld bij hard niezen of hoesten. Een breuk kan pijn doen, en moet vanzelf weer genezen. Dit kan soms wel lang duren.

Bestralingslongontsteking

Een klein stukje van de long zit in het bestralingsveld. Er is een kleine kans dat je binnen 3 tot 12 maanden na de bestraling last krijgt van een bestralingslongontsteking.

Je kunt dan last hebben van: 

  • kortademigheid. Die wordt erger bij inspanning
  • een kriebelhoest
  • pijn op je borst
  • roze slijm ophoesten
  • verhoging

Soms krijg je medicijnen die je klachten verhelpen. Vaak gaan de klachten vanzelf over en is behandeling niet nodig. 

De meeste vrouwen herstellen na de behandeling en houden geen blijvende gevolgen over.

Hartklachten

Bij de bestraling kan er ook straling op het hart komen. Dit kan leiden tot hartschade en hartproblemen. Met de breath-hold techniek en eventueel protonentherapie probeert de arts de kans op hartschade zo klein mogelijk te maken. Lees verder over hart- en vaatziekten na de behandeling van kanker.

Neuropathie

Heel soms kan bestraling de zenuwen naar de arm beschadigen. Je kunt dan last krijgen van een doof gevoel, tintelingen, pijn en spierzwakte in je schouder, arm en hand. Lees verder over neuropathie bij borstkanker.

Bespreek de voor- en nadelen van bestraling met je arts

Kom je in aanmerking voor bestraling? Dan is het belangrijk dat je samen met je arts of verpleegkundig specialist de voordelen van bestraling afweegt tegen de bijwerkingen en gevolgen van deze behandeling.

Als je twijfelt of je wel bestraling wilt, vertel dit dan aan je arts. Samen kunnen jullie dan besluiten wat in jouw situatie de beste keuze is. 

Hoe werkt bestraling?

Bij uitwendige bestraling komt de straling uit een bestralingstoestel. De straling gaat van buitenaf door je huid heen. De radiotherapeut (bestralingsarts) bepaalt nauwkeurig de hoeveelheid straling en de plek waar je wordt bestraald.

De radiotherapeutisch laborant voert de bestralingen uit. Je kunt de straling niet voelen of zien.

Na de bestraling ben je niet radioactief en er blijft geen straling in je lichaam achter. Dus je kunt gewoon contact hebben met baby’s of kleine kinderen.

Hoelang duurt een behandeling met bestraling?

Voor een bestralingsbehandeling moet je een aantal dagen tot weken achter elkaar elke werkdag naar het ziekenhuis. Het weekend ben je meestal vrij, tenzij er ingehaald moet worden vanwege feestdagen of onderhoud van apparatuur. Van je arts hoor je hoeveel bestralingen er in jouw situatie nodig zijn. 

Het bestralen zelf duurt een paar minuten. Inclusief de voorbereidingen duurt elke sessie ongeveer 10 tot 15 minuten. 

CT-scan voorafgaand aan de bestraling (plannings-CT)

Voordat de behandeling met bestraling begint, krijg je bijna altijd een CT-scan op de afdeling radiotherapie. De CT-scanner maakt een 3-dimensionale afbeelding van het deel van het lichaam dat bestraald moet worden.

Met de informatie van de CT-scan kan de arts een bestralingsplan maken. Daarom heet deze scan een plannings-CT. Van deze scan krijg je geen uitslag. Het is alleen maar een technische handeling om een goed bestralingsplan te kunnen maken.

Bij de CT-scan worden stipjes of streepjes op je lichaam gezet met speciale inkt of met kleine tatoeagepuntjes. Deze markeringen zorgen ervoor dat je tijdens de bestralingen in precies dezelfde houding ligt als bij de CT-scan. 

De (heel kleine) puntjes blijven zichtbaar, ook na de bestraling. Je kunt ze eventueel weg laten laseren. 

Adem inhouden tijdens bestraling: breath-hold techniek

Bij sommige behandelingen met bestraling bij borstkanker is er een risico dat er straling op het hart komt. Dat kan het geval zijn bij bestraling op de linkerborst, de borstwand aan de linkerkant en bij de lymfeklieren achter het borstbeen. Het hart ligt dan vlak achter het gebied waar de straling op komt.

De straling kan het hart beschadigen. Hiervan kan je later klachten krijgen,  zoals hartritmestoornissen of hartfalen. Ook heb je dan een wat grotere kans op een hartinfarct. 

Om de kans op hartschade zo klein mogelijk te maken, helpt het om tijdens de bestraling diep in te ademen en je adem in te houden voor ongeveer 30 seconden. Dit heet de breath-hold techniek.

De inademing vult je longen met lucht. Zo komt het hart verder weg te liggen van het gebied dat de bestraling krijgt.

Iedere keer dat je bestraling krijgt, doe je de breath-hold techniek een aantal keer.
Voordat de behandeling met bestraling start, krijg je oefeningen waarmee je leert je adem 30 tot 40 seconden in te houden.

Colofon

Met medewerking van:

Logo BVN

Borstkankervereniging Nederland

Patiëntenorganisatie

Website

Foto Corine Veenstra

Corine Veenstra

Physician assistant, Antoni van Leeuwenhoek

LinkedIn

Foto Nina Bijker

Dr. Nina Bijker

 Radiotherapeut-oncoloog, Amsterdam UMC (locatie VUmc)

Foto Anne van den Hoek

Drs. Anne van den Hoek

Radiotherapeut-oncoloog, UMCG

Foto Eveline Koiter

Drs. Eveline Koiter

Radiotherapeut-oncoloog, Medisch Spectrum Twente

illustratie-ervaringsdeskundigen-vrouwen

Vrouwen die borstkanker hebben (gehad)

Logo NABON

Werkgroep Voorlichting, Nationaal Borstkanker Overleg Nederland (NABON)

Gemaakt door de redactie van kanker.nl

Laatste update: oktober 2023