CT-scan

Op een CT-scan kan je arts de binnenkant van je lichaam zien. Het apparaat werkt met röntgenstraling en een computer. Met een CT-scan kan je arts een tumor of uitzaaiingen zien.

Wil je weten of je een CT-scan krijgt? Bekijk de onderzoeken per kankersoort.

Lees op deze pagina over:

• Hoe gaat een CT-scan?
• CT-scan met contrastvloeistof
• Overgevoelig voor contrastvloeistof
• Na het onderzoek

Je ligt op een tafel die heen en weer kan schuiven. Het apparaat heeft een ronde opening waar je doorheen schuift.

Terwijl je het apparaat inschuift, maakt de CT-scanner foto's. Op elke foto staat een ander stukje van de binnenkant van je lichaam. Op deze foto’s kan je arts zien of er een tumor zit. En ook hoe groot de tumor is en welke vorm die heeft. Je arts kan ook zien of er uitzaaiingen zijn.

Bij een CT-scan gebruikt de arts vaak contrastvloeistof. Door deze vloeistof kan de arts de tumor en uitzaaiingen beter zien op de scan.

Meestal spuit je arts de contrastvloeistof in je arm, in een bloedvat. Soms moet je ook vloeistof drinken voor het onderzoek.

Van contrastvloeistof kun je een warm en weeïg gevoel krijgen. Sommige mensen worden er een beetje misselijk van. De arts kan je vragen een paar uur voor het onderzoek niet te eten en te drinken. Zo word je minder snel misselijk.

Overgevoelig voor contrastvloeistof

Sommige mensen kunnen niet goed tegen contrastvloeistof. Tijdens de CT-scan kun je dan klachten krijgen. Bijvoorbeeld koorts, zweten, duizeligheid, flauwvallen, vlekjes op je huid, een gezwollen gezicht en kortademigheid.

Denk je dat je ooit zo’n overgevoeligheidsreactie hebt gehad? Zeg dit dan voor het onderzoek tegen de arts.

Na het onderzoek

Na de CT-scan kun je meteen naar huis. Je hoort van je arts wanneer je de uitslag krijgt.