Borstsparende operatie (lumpectomie)
Deze informatie is gecontroleerd door deskundigen.
Naar colofonEen borstsparende operatie (lumpectomie) is een operatie waarbij je je borst kunt houden. De arts haalt alleen het deel van je borst weg waar de tumor zit. Ongeveer 2 op de 3 vrouwen met borstkanker krijgen een borstsparende operatie.
Lees op deze pagina over:
- Wanneer een borstsparende operatie bij borstkanker?
- Kiezen tussen een borstsparende operatie en een borstamputatie
- Hoe gaat een borstsparende operatie?
- Onderzoek van het tumorweefsel na de operatie
- Bestraling na de operatie
- Andere behandelingen voor of na de operatie
- Risico's en complicaties van de operatie
- Herstel na de operatie
- Borstreconstructie na een borstsparende operatie: oncoplastische chirurgie
Wanneer een borstsparende operatie (lumpectomie) bij borstkanker?
Een borstsparende operatie is niet bij iedereen mogelijk. De chirurg bespreekt met je of je hiervoor in aanmerking komt.
De volgende factoren spelen mee:
- de grootte van de tumor in verhouding tot je borst
- het te verwachten cosmetische resultaat: hoe ziet je borst eruit na de operatie?
- de plaats van de tumor
- of bestraling op je borst mogelijk is
- of je borst al eerder bestraald of geopereerd is
- je leeftijd
- je eigen voorkeur
Kiezen tussen een borstsparende operatie en een borstamputatie
Misschien krijg je de keuze tussen een borstsparende operatie en een borstamputatie. Bespreek met de chirurg de voordelen en nadelen van beide opties. En probeer je bij elke optie voor te stellen wat die betekent voor jouw lichaam en je leven.
Neem voldoende bedenktijd en zorg dat je genoeg informatie hebt om een weloverwogen keuze te maken. Wil je meer informatie, vraag dan om een extra gesprek met de chirurg of verpleegkundig specialist.
Hoe gaat een borstsparende operatie?
Voor een borstsparende operatie ga je onder narcose. De arts maakt een snee in je huid. Via deze snee haalt de arts de tumor in je borst weg en een stuk gezond weefsel eromheen. Daar kunnen ook nog kankercellen in zitten. Je houdt een litteken.
Meestal haalt de chirurg ook 1 of meer lymfeklieren in je oksel weg. Lees meer hierover bij schildwachtklier-onderzoek.
Soms is het nodig alle lymfeklieren in de oksel weg te halen: een okselkliertoilet.
Meestal herstelt de arts de vorm van je borst tijdens dezelfde operatie. Of een plastisch chirurg doet dit.
De operatie duurt meestal 40 minuten tot anderhalf uur.
De tumor markeren
Is de tumor goed te voelen, dan bepaalt de chirurg de plek waar hij of zij moet snijden door te kijken en te voelen.
Is de tumor niet goed te voelen, dan gebruikt de chirurg tijdens de operatie een echo of markeert de radioloog voor de operatie de plek waar de tumor zit. Markeren betekent: aangegeven waar de tumor zit. Zo weet de chirurg precies welk stuk van de borst hij of zij moet opereren. Dit gebeurt niet op de dag van de operatie maar vaak een aantal weken of dagen voorafgaand aan de operatie.
De radioloog kan de tumor op verschillende manieren markeren:
- door een radioactief staafje (jodiumbron) in je borst te brengen
- door een dun ijzeren draadje in je borst te brengen
- door een radioactieve vloeistof in je borst te spuiten
- door een magnetisch staafje in je borst te brengen
Krijg je een behandeling met medicijnen voor de operatie? Bijvoorbeeld chemotherapie? Dan plaatst de arts de staafjes voordat je met de medicijnen start.
Onderzoek van het tumorweefsel na de operatie
Het borstweefsel dat de arts bij de operatie weghaalde, gaat naar het laboratorium. Daar kijken ze of er in de randen ook kankercellen zitten.
Zijn de randen schoon, dan krijg je nog bestraling van je borst.
Zijn de snijranden niet schoon, dan krijg je soms een tweede operatie. Of extra bestralingen.
De patholoog onderzoekt ook of het tumorweefsel hormoongevoelig is. En of er veel van het groei-eiwit HER2 op zit. Met de uitslag kan je arts je verdere behandeling bepalen.
Bestraling na de operatie
Na een borstsparende operatie krijg je bijna altijd bestraling. Doel: achtergebleven kankercellen die er misschien nog zitten kapot maken.
De bestraling bestaat uit 5 tot 23 bestralingen op werkdagen en dat 1 tot 5 weken lang. Een bestraling zelf duurt maar een paar minuten.
Andere behandelingen voor of na de operatie
Er zijn ook andere behandelingen. Vaak zijn die aanvullend, zoals chemotherapie, hormoontherapie of doelgerichte therapie. Of je een van deze behandelingen krijgt, hangt af van de soort tumor die je hebt.
Soms adviseert je arts om eerst met zo’n aanvullende behandeling te beginnen en daarna pas te opereren. Bijvoorbeeld:
- Als de tumor te groot is voor een borstsparende operatie. Wordt de tumor kleiner door de behandeling, dan kun je alsnog een borstsparende operatie krijgen
- Als je uitzaaiingen in je oksel hebt. Worden de uitzaaiingen kleiner door de behandeling, dan kun je een minder ingrijpende behandeling van je oksel krijgen.
Tip: er zijn keuzehulpen voor aanvullende behandelingen bij borstkanker. Met zo'n keuzehulp kun je je voorbereiden op het gesprek met je arts of verpleegkundige.
Risico’s en complicaties van de operatie
Bij elke operatie is er kans op complicaties. Bijvoorbeeld een nabloeding, wondinfectie, trombose of longontsteking.
Na de operatie word je in de gaten gehouden door je arts en verpleegkundigen. Zij vertellen je ook bij welke klachten je het ziekenhuis moet bellen als je weer thuis bent.
Herstel na de operatie
Hoelang het herstel van een borstsparende operatie duurt, is lastig te zeggen. Dit hangt bijvoorbeeld ook af van:
- je leeftijd
- hoe fit je bent
- of je voor de operatie al een behandeling hebt gehad
De eerste weken na de operatie kan de wond pijn doen en een trekkend gevoel geven. De huid om de wond kan ook verkleuren. Op de plek waar het litteken zit, kan een zwelling komen door een bloeduitstorting of wondvocht. Deze klachten gaan vanzelf over.
Zijn er tijdens de operatie 1 of meer schildwachtklieren weggehaald? Dan kun je last krijgen van een tijdelijke ophoping van wondvocht in je oksel: seroom. Meestal houd je hier geen blijvende klachten aan over. Lees verder over de gevolgen van een schildwachtklier onderzoek.
Blijvende klachten
Na een operatie voor borstkanker kun je klachten houden. Misschien heb je last van een stijve schouder, pijn of lymfoedeem. Of heb je moeite met je lichaam dat veranderd is. En daardoor ook met intimiteit en seks. Je kunt hulp krijgen om hier beter mee om te gaan. Vraag dit aan je arts, huisarts of verpleegkundige.
Borstreconstructie na een borstsparende operatie
Verwacht de arts dat de vorm van je borst erg verandert door de operatie? Dan kun je een oncoplastische borstreconstructie krijgen. Een chirurg herstelt de vorm van je borst dan zo goed mogelijk. Dat gebeurt direct nadat de tumor is weggehaald. Dus in dezelfde operatie.
Manieren om de borst te herstellen
De chirurg kan je borst op verschillende manieren herstellen:
- Door weefsel rond je borst verplaatsen of toevoegen aan je borst.
- Heb je grote borsten, dan kan de plastisch chirurg je borst verkleinen en liften. Soms is het dan nodig om ook de andere borst te verkleinen. Dat kan ook later, als je klaar bent met de bestraling van de andere kant.
Na de operatie
Na de operatie kan er een blauwe plek rond je nieuwe borst zitten. Of een zwelling. Die gaan meestal na een paar dagen of een paar weken weer weg. Je houdt wel littekens.
Je kunt na de operatie minder gevoel hebben in je nieuwe borst. Meestal komt het gevoel voor een groot deel terug.