Bestraling bij borstkanker

Deze informatie is gecontroleerd door deskundigen.

Naar colofon
Opslaan

Bestraling is een behandeling bij borstkanker. Hoeveel bestralingen nodig zijn en in welke dosis, hangt af van de soort borstkanker die je hebt en van het stadium van de ziekte. Meestal krijg je naast bestraling ook andere behandelingen.

bestraling borstkankerLees op deze pagina over:

Of ga naar de informatie over bestraling bij uitgezaaide borstkanker.

Wat is bestraling?

Bestraling is de behandeling van kanker met straling. Het doel: kankercellen kapotmaken en gezonde cellen zoveel mogelijk heel laten. De radiotherapeut bestraalt alleen de plek van de tumor of uitzaaiingen. Een ander woord voor bestraling is radiotherapie.

De straling komt uit een bestralingstoestel. De straling gaat van buitenaf door je huid heen. De radiotherapeut bepaalt hoeveel straling je krijgt en de precieze plek waar je wordt bestraald.

Hoe gaat bestraling bij borstkanker?

Voordat de behandeling met bestraling begint, krijg je bijna altijd een CT-scan. Hiermee bepaalt de radiotherapeut welke plek straling krijgt. 

Deze scan heet een plannings-CT. Want met de informatie van deze scan maakt de arts een bestralingsplan. 

De bestraling krijg je in een speciale ruimte in het ziekenhuis. Je ligt daar op je rug, op een behandeltafel. Je armen liggen omhoog in armsteunen. De bestralingslaboranten stellen het bestralingstoestel in.

Daarna begint de bestraling. Daar voel je niets van. De bestraling duurt een paar minuten. 

Adem inhouden tijdens bestraling

Ligt je hart vlak achter het gebied dat bestraald wordt, dan kan er straling op je hart komen. De straling kan je hart beschadigen. 

Je hebt een groter risico op hartschade:

  • als je linkerborst bestraald wordt
  • als je bestraling krijgt op de plek waar je linkerborst is weggehaald
  • als de lymfeklieren achter je borstbeen bestraald worden

Om schade aan je hart te voorkomen, helpt het om tijdens de bestraling diep in te ademen en je adem in te houden voor ongeveer 30 seconden. Dit heet de breath-hold techniek. Doordat je inademt vullen je longen zich met lucht. Zo komt je hart verder weg te liggen van het gebied dat de bestraling krijgt.

Iedere keer dat je bestraling krijgt, doe je de breath-hold techniek een aantal keer.
Voordat de behandeling met bestraling start, krijg je oefeningen waarmee je leert je adem 30 tot 40 seconden in te houden.

Bestraling van je borst na een borstsparende operatie

Na een borstsparende operatie krijg je meestal bestraling. Doel: kankercellen kapotmaken die misschien in je borst zijn achtergebleven. Hierdoor wordt de kans kleiner dat de kanker terugkomt in je geopereerde borst.

Je start zo’n 5 tot 6 weken na de operatie met de bestraling. Dan is de wond van de operatie meestal goed genoeg genezen. En dan is ook je oksel genoeg hersteld zodat je in de juiste houding kunt liggen. 

De bestralingsarts bespreekt met je of de hele borst bestraald wordt of alleen het deel waar de tumor zat.

Je krijgt 1 tot 3 weken lang elke werkdag bestraling. Dat duurt elke keer een paar minuten. De arts bespreekt met je hoeveel bestralingen je nodig hebt.

Soms geen aanvullende bestraling

Soms stelt de arts voor om geen bestraling te doen als aanvullende behandeling. Bijvoorbeeld als je vooruitzichten ook zonder bestraling goed zijn. Dit is zo als je boven de 70 jaar bent en de borsttumor gunstige kenmerken had.

Boost-bestraling van een deel van de borst

Is het risico groot dat de borstkanker weer terugkomt? Dan kun je bij bestraling van je hele borst ook een boost-bestraling krijgen. Dit is een extra dosis straling op de plek waar de tumor heeft gezeten. De extra straling maakt de kans op terugkeer van de kanker kleiner. 

Een boost-bestraling heeft ook nadelen. Doordat je borst meer straling krijgt, kun je meer last hebben van de bijwerkingen van bestraling. Zoals verlittekening (fibrose) in het gebied dat bestraald is. Dat betekent dat je veel littekenweefsel hebt. De huid is daar dan dikker en strakker. Door fibrose kan je borst pijn doen. Je borst kan er ook anders uitzien. 

Je arts bespreekt de voordelen en de nadelen van een boost-bestraling met je. Daarna besluit je samen met de arts of deze behandeling kiest.

Bestraling tijdens de borstsparende operatie (IORT)

Soms kun je bestraling krijgen tijdens de operatie. Dit heet intra-operatieve radiotherapie (IORT).

Krijg je IORT, dan is bestraling ná de operatie niet meer nodig. Je kunt dan sneller starten met je andere behandelingen. Zoals chemotherapie of doelgerichte therapie.

IORT is geschikt als je borstkanker hebt met een laag risico op terugkeer. 
Dit is het geval als je: 

  • 50 jaar of ouder bent
  • een kleine, langzaam groeiende tumor hebt (niet-agressief)
  • geen uitzaaiingen in je lymfeklieren hebt 

Er zijn nog een aantal andere voorwaarden voor IORT. De arts vertelt je of je deze behandeling kunt krijgen.

Je kunt IORT bij borstkanker krijgen in: 

  • Haaglanden Medisch Centrum, Den Haag of Leidschendam
  • Erasmus MC, Rotterdam

Lees meer over IORT.

Is bestraling altijd nodig na chemotherapie en een operatie?

Na chemotherapie en/of immunotherapie en een borstoperatie krijg je meestal ook nog bestraling. Dat is de standaardbehandeling. 

Maar soms werkt chemotherapie en/of immunotherapie heel goed. De arts (patholoog) vindt dan geen kankercellen meer in het weggehaalde weefsel. In deze situatie is bestraling misschien niet meer nodig. In de Descartes studie onderzoeken ze dit. 

Zijn er bij jou geen kankercellen meer gevonden in het weggehaalde weefsel? Dan kun je misschien meedoen aan deze studie. Je wordt dan dus niet bestraald. Wel krijg je 5 jaar lang controles en elk jaar een mammografie en lichamelijk onderzoek.

Bestraling bij uitzaaiingen in de lymfeklieren

Zijn er uitzaaiingen in de lymfeklieren gevonden? Of heb je een grote kans op lymfeklieruitzaaiingen? Dan kan de arts voorstellen om de lymfeklieren in je oksel, rond je sleutelbeen en/of bij het borstbeen te bestralen.

Een andere behandeling van de oksel is een okselkliertoilet. Dit is een operatie waarbij de arts alle lymfeklieren uit de oksel weghaalt. Een okselkliertoilet geeft meer klachten op lange termijn. Daarom gebeurt deze behandeling niet vaak meer.

Door chemotherapie voor de operatie is bestraling op de lymfeklieren niet altijd nodig

Heb je uitzaaiingen in de lymfeklieren rond je borst, dan krijg je meestal chemotherapie voor de operatie. Doel: alle kankercellen in de lymfeklieren kapotmaken. 

Voor je begint met chemotherapie brengt de arts een markertje aan bij de lymfeklier(en) waarin de uitzaaiingen zijn gevonden. Zo weet de chirurg precies welke lymfeklieren eruit moeten. Bij de operatie haalt de arts die lymfeklier(en) dan weg. In het lab onderzoeken ze of er nog kankercellen in zitten. Soms krijg je ook nog een schildwachtklierprocedure.

Zijn er na chemotherapie geen kankercellen meer te zien, dan is een behandeling van de oksel soms niet meer nodig. Zitten er nog wel kankercellen in de lymfeklier, dan kun je bestraling van je oksel krijgen of een okselkliertoilet.

Boost-bestraling van de lymfeklieren

Soms stelt de arts een boost-bestraling op de lymfeklieren voor. Je krijgt dan een extra dosis straling op het gebied waar lymfeklieren met uitzaaiingen zitten. 

Lymfeklieren in het gebied rond de borsten

Bestraling na de borstamputatie

Na een borstamputatie is soms bestraling van de borstkas nodig. Dit verkleint de kans dat de kanker terugkomt op dezelfde plek. 

De arts kan bestraling voorstellen bij 1 of meer van deze situaties:

  • als de tumor groter is dan 5 cm
  • als er uitzaaiingen in de lymfeklieren zijn gevonden
  • als je een tumor hebt die snel groeit
  • als de tumorcellen in de lymfebanen of bloedvaatjes groeien
  • als je jonger bent dan 40 jaar
  • als een behandeling met anti-hormonale therapie of doelgerichte therapie bij jou niet aanslaat

Borstreconstructie en bestraling na borstamputatie

Krijg je bestraling na een borstamputatie, dan heb je een wat grotere kans op complicaties na de borstreconstructie: 

  • Je hebt een groter risico op een infectie van de wond. En dat je de prothese verliest.
  • De reconstructie kan minder mooi worden. Dat risico is groter als je rookt of overgewicht hebt.
  • Het littekenweefsel rond de prothese kan gaan samentrekken. Dit heet een kapselcontractuur. Bij een ernstige kapselcontractuur voelt je borst harder en pijnlijk aan. Ook verandert de vorm van je borst. Soms heb je dan een nieuwe prothese nodig.

Wil je een borstreconstructie? Laat je dan goed informeren door de plastisch chirurg en radiotherapeut. 

Lees verder over bestraling en borstreconstructie op borstkanker.nl.

Bestraling bij  borstkanker die terugkomt

Bestraling kan een behandeling zijn als de borstkanker is teruggekomen: 

  • in je borst of in het litteken
  • in de lymfeklieren in je oksel, rond je sleutelbeen en/of bij je borstbeen. 

Je krijgt de bestraling om te genezen. 

Eerst een operatie, daarna bestraling

Meestal krijg je eerst een operatie om de tumor weg te halen. Daarna krijg je bestraling. Behalve als je al eerder met bestraling bent behandeld. Dan kun je niet opnieuw bestraling krijgen.  

Bestraling met hyperthermie

Heb je al eerder bestraling gehad, dan is een tweede keer bestraling op de ‘normale’ manier meestal niet mogelijk. Bestralen met minder straling samen met hyperthermie kan vaak wel.

Hyperthermie is een behandeling met warmte. Het gebied waar de tumor zit wordt verwarmd tot 40-43 graden Celsius. De warmte maakt de kankercellen gevoeliger voor de bestraling.

Je arts bespreekt de voordelen en nadelen van een tweede keer bestraling met je. Vraag in het gesprek ook naar de bijwerkingen van bestraling op lange termijn.

Voor een behandeling met hyperthermie kun je terecht in: 

  • Amsterdam UMC
  • Erasmus MC in Rotterdam
  • Instituut Verbeeten in Tilburg

Lees meer over hyperthermie bij kanker.

Protonentherapie bij borstkanker

Bij protonenbestraling komt minder straling op de weefsels om de tumor heen. Gezonde plekken om de tumor heen beschadigen dan minder dan bij gewone bestraling.

Je krijgt protonentherapie als deze manier van bestralen bij jou minder schade geeft dan ‘gewone’ bestraling. Aan je hart en longen, of aan je andere borst. 

Lees meer over protonentherapie.

Bestraling bij uitgezaaide borstkanker

Bij uitgezaaide borstkanker (stadium 4) kun je ook bestraling krijgen. Bestraling kan je klachten minder maken. En de groei van de uitzaaiingen afremmen. Je kunt er niet door genezen.

Bestraling bij uitgezaaide borstkanker heet palliatieve bestraling. 

Bestraling bij uitzaaiingen in de botten

Bij uitzaaiingen in de botten krijg je vaak 1 keer bestraling met een hoge dosis straling. Meestal neemt de pijn in je botten dan binnen een paar weken af. Soms verdwijnt de pijn zelfs helemaal.

Het duurt gemiddeld 4 weken voordat de pijn minder wordt. Soms krijg je nog een keer bestraling.

Soms kan de pijn kort na de bestraling even erger worden. Dit heet een flare-up. De pijn wordt vanzelf weer minder. Overleg met je arts of je tijdelijk extra pijnstillers kunt nemen.

Bestraling bij uitzaaiingen in de hersenen

Bij uitzaaiingen in de hersenen krijg je soms bestraling om te voorkomen dat lichaamsfuncties uitvallen. Je kunt bestraling krijgen op de uitzaaiingen, of op je hele schedel. Dit hangt af van hoe uitgebreid de uitzaaiingen zijn. 

Van je arts hoor je hoe de bestraling gaat, en hoeveel bestralingen er nodig zijn.

Bestraling bij een beperkt aantal uitzaaiingen op afstand (oligometastasen)

Als je 1 tot 3 uitzaaiingen hebt, krijg je vaak stereotactische bestraling. Je krijgt dan op een klein gebied een heel hoge dosis bestraling. Lees verder over stereotactische bestraling.

Bijwerkingen van bestraling bij borstkanker

Bestraling kan bijwerkingen geven. De bestralingsarts of een andere zorgverlener vertelt welke bijwerkingen je kunt krijgen. En hoe je hier het best mee omgaat.

Deze bijwerkingen komen voor:

  • moe zijn
  • huidklachten
  • oedeem van de borst
  • heel soms: slikklachten

Heb je bijwerkingen? Vertel het aan je arts of aan een andere zorgverlener van de afdeling Radiotherapie. Misschien is er iets aan te doen.

Vermoeidheid

Door bestraling kun je moe worden. Zeker als je eerder ook al chemotherapie en/of immunotherapie hebt gehad. Ook op en neer reizen naar het ziekenhuis kan vermoeiend zijn. 

Huidklachten

Door bestraling kun je last krijgen van een geïrriteerde huid. De huid van je bestraalde borst kan rood worden, gaan schilferen, jeuken, verkleuren of vervellen. Soms gaat de huid open. Gebeurt dit, meld dit dan aan een zorgverlener van de afdeling Radiotherapie. Die kan je advies geven hoe je je huid het beste kunt verzorgen.

Na de laatste bestraling worden de klachten eerst erger. Na 2 tot 4 weken gaan de klachten weer weg. 

Zolang je huid niet open is gegaan, kun je je huid verzorgen zoals je gewend bent. Tips voor huidverzorging:

  • Na een douche of bad kun je je huid beter droogdeppen dan droogwrijven.
  • Een crème kan soms prettig zijn om je huid soepel te houden. Maar je voorkomt er niet mee dat je huidirritatie krijgt door bestraling.
  • Heb je last van jeuk? Probeer niet te krabben, hoe lastig dit ook is. Heb je erg veel jeuk, neem contact op met je zorgverlener. Misschien is er iets aan te doen.

Je mag tijdens en na de bestralingsbehandeling gerust even in de zon. Smeer je huid in met een antizonnebrandcrème factor 30 of 50. Herhaal dat iedere 2 uur.

Vochtophoping in je borst

Door vochtophoping in je borst kan je borst gaan zwellen. Dit heet oedeem. Meestal verdwijnt dit na de bestralingsbehandeling.

Slikklachten 

Na bestraling van de lymfeklieren rond je sleutelbeen kun je moeite hebben met slikken. Ook kun je last krijgen van keelpijn. De klachten ontstaan vaak in de tweede helft van de behandeling. Ze gaan vanzelf weer over.

Blijvende klachten na bestraling

Bestraling kan ook klachten geven die pas maanden of jaren later ontstaan (late gevolgen). Ze gaan meestal niet meer over. 

Verandering van je borst

In de maanden tot jaren na de bestraling kan het uiterlijk van je borst nog veranderen: 

  • De bestraalde borst wordt wat groter. Omdat er vocht (oedeem) in zit.
  • De bestraalde borst wordt wat kleiner.
  • De bestraalde huid kan donkerder worden. Bloedvaatjes kunnen meer gaan opvallen.
  • Als je zwaarder wordt, wordt je bestraalde borst niet groter. Het verschil in grootte tussen beide borsten kan dan juist toenemen. 

Ook kan je borst anders aanvoelen:

  • De borst kan vaster aanvoelen. Dit heet fibrose.
  • Het litteken in je borst voelt harder aan.
  • De huid van je borst wordt gevoeliger of juist minder gevoelig. De huid wordt dikker en voelt minder soepel aan dan voor de behandeling. 

Lees verder over huidproblemen bij borstkanker.

Stijve arm en schouder

Krijg je  bestraling op je borst of op de wand van je borst? Dan kan je borstspier strakker worden. Je merkt dit aan je arm: die kun je minder makkelijk omhoog en naar achter bewegen. Ook kan je schouder stijver worden. Armoefeningen kunnen helpen om je arm zo soepel mogelijk te houden. 

Lees verder over een stijve schouder en arm na borstkanker.

Lymfoedeem

Door bestraling kun je last krijgen van lymfoedeem. Er zit dan te veel lymfevocht in je arm, borst of aan de zijkant van je borst. Dat kan vervelend voelen of zelfs pijn doen.

Lymfoedeem gaat niet vanzelf over. Oedeemtherapie kan helpen om klachten te verminderen. Het is verstandig om er zo snel mogelijk mee te starten, als er nog weinig oedeem is. 

Lees verder over lymfoedeem bij borstkanker.

Gevoelige ribben

Na bestraling kun je last blijven houden van gevoelige ribben. 

Heel soms kunnen je ribben door bestraling zwakker worden. Het kan dan gebeuren dat je een rib breekt, bijvoorbeeld bij hard niezen of hoesten. Een breuk moet vanzelf weer genezen. Dit kan soms wel lang duren.

Longontsteking door bestraling
Een klein stukje van je long zit in het bestralingsveld. Er is een kleine kans dat je binnen 6 weken tot 12 maanden na de bestraling last krijgt van een bestralingslongontsteking.

Je kunt dan last hebben van: 

  • kortademig zijn: dit wordt erger bij inspanning
  • een kriebelhoest
  • pijn op je borst
  • verhoging

Vaak gaan de klachten vanzelf over. Soms krijg je dan medicijnen tegen je klachten. 

Hartklachten

Bij de bestraling kan er ook straling op het hart komen. Door de breath-hold techniek wordt de kans op hartschade zo klein mogelijk gemaakt. Soms is protonenbestraling nodig om het hart te ontzien. 

Lees verder over hart- en vaatziekten na de behandeling van kanker.

Neuropathie

Heel soms kan bestraling de zenuwen naar de arm beschadigen. Je kunt dan last krijgen van een doof gevoel, tintelingen, pijn en spierzwakte in je schouder, arm en hand. 

Lees verder over neuropathie bij borstkanker.

Bespreek de voor- en nadelen van bestraling met je arts

Kom je in aanmerking voor bestraling? Dan is het belangrijk dat je samen met je arts of verpleegkundig specialist de voordelen van bestraling afweegt tegen de bijwerkingen en gevolgen van deze behandeling.

Als je twijfelt of je wel bestraling wilt, vertel dit dan aan je arts. Samen kunnen jullie dan besluiten wat in jouw situatie de beste keuze is.

Colofon

Met medewerking van:

Logo BVN

Borstkankervereniging Nederland

Patiëntenorganisatie

Website

Foto Nina Bijker

Dr. Nina Bijker

 Radiotherapeut-oncoloog, Amsterdam UMC (locatie VUmc)

illustratie-ervaringsdeskundigen-vrouwen

Vrouwen die borstkanker hebben (gehad)

Logo NABON

Werkgroep Voorlichting, Nationaal Borstkanker Overleg Nederland (NABON)

Gemaakt door de redactie van kanker.nl

Laatste update: juli 2025