Lobulair carcinoma in situ (LCIS)

Lobulair carcinoma in situ (LCIS) is een afwijking die nog geen kanker is. Maar dat wel kan worden. Soms is een behandeling nodig om te voorkomen dat het borstkanker wordt. 

Lees op deze pagina over:

• Wat is een LCIS?
• Onderzoek en diagnose bij een LCIS
• Soorten LCIS
• Klassiek LCIS: niet behandelen, wel regelmatig controleren
• Pleiomorf en floride LCIS: wel behandelen

Wat is een LCIS?

Bij een LCIS zitten er kwaadaardige cellen (kankercellen) in de melkkliertjes van de borst. Er zit ook ruimte tussen deze afwijkende cellen. Ze plakken niet aan elkaar. 

De kwaadaardige cellen kunnen in meerdere melkliertjes zitten. Dus op verschillende plekken in de borst. Soms zit LCIS in beide borsten tegelijk.

De kwaadaardige cellen zitten alleen in de melkkliertjes. Ze groeien niet in het weefsel eromheen. LCIS kan niet uitzaaien en is niet direct levensbedreigend. 

Uit LCIS kan na een tijd wel invasieve borstkanker ontstaan. De kans daarop is klein. Invasieve borstkanker betekent dat de kanker kan doorgroeien in het omliggende weefsel en kan uitzaaien. 

Als LCIS invasieve borstkanker wordt, is de prognose meestal heel goed.

Andere namen voor LCIS zijn lobulaire neoplasie of in situ lobulaire neoplasie.

Onderzoek en diagnose bij een LCIS

Van een LCIS heb je bijna nooit klachten. Meestal is er ook niets te voelen. LCIS wordt meestal toevallig  ontdekt. Bijvoorbeeld als je een onderzoek krijgt voor een andere afwijking in je borst. 

Soorten LICS

Er zijn 3 soorten LCIS: 

• klassiek LCIS
• pleiomorf LCIS
• floride LCIS

Klassiek LCIS komt het vaakst voor. Vraag aan je arts welke vorm je hebt. Het verschil is belangrijk voor je behandeling en vooruitzichten.

Klassiek LCIS: niet behandelen, maar wel regelmatig controleren

Heb je een klassiek LCIS? Dan is de kans dat je borstkanker krijgt een klein beetje groter dan de gemiddelde kans, maar niet zoveel dat een behandeling nodig is. Meestal stelt de arts voor om ieder jaar een controle-onderzoek van je borsten te doen met een mammografie. 

Heel soms gaat een klassiek LCIS toch over in borstkanker. Dan is wel een behandeling nodig. 

Pleiomorf LCIS of floride LCIS: wel behandelen 

Heb je een pleiomorf LCIS of een floride LCIS? Dan is de kans dat je borstkanker krijgt iets groter dan bij klassiek LCIS. De kans is nog steeds klein, maar voor de zekerheid word je wel behandeld alsof het kanker is. 

Meestal stelt de arts een borstsparende operatie voor. Of een borstsparende operatie kan, hangt af van de grootte van het LCIS in verhouding tot de grootte van je borst. 

Heb je een groot LCIS? Of is LCIS verspreid door je hele borst? Dan stelt de arts vaak een borstamputatie voor.

Voor de operatie krijg je soms eerst nog een MRI-scan. Daarmee kan de arts de precieze grootte en plek van het LCIS te bepalen.

Twijfel je of je een behandeling wilt? Bespreek het met je arts.

Aanvullende behandeling 

Na een borstsparende operatie krijg je vaak nog een behandeling met bestraling  Doel: de kans kleiner maken dat LCIS terugkomt in dezelfde borst. 

De kans op terugkeer hangt onder andere af van de graad van het LCIS, de grootte en je leeftijd. Schat de arts in dat de kans op terugkeer klein is? Dan kun je er samen met de radiotherapeut voor kiezen om je niet te laten bestralen.

Na een borstamputatie is een aanvullende behandeling meestal niet nodig.