Vermoeidheid door baarmoederkanker (moe zijn)
Deze informatie is gecontroleerd door deskundigen.
Naar colofonJe kunt door baarmoederkanker lang moe blijven. Of door de behandeling. Meestal duurt dat een paar maanden. Soms blijf je langer moe. Heb je last van vermoeidheid? Bespreek het met je arts of verpleegkundige. Soms is er iets aan te doen.
Lees op deze pagina over:
- Wat is moe zijn bij baarmoederkanker?
- Waardoor komt moe zijn bij baarmoederkanker?
- Wat kun je doen tegen moe zijn bij baarmoederkanker?
- Hulp bij moe zijn na baarmoederkanker
Wat is moe zijn bij baarmoederkanker?
Vermoeidheid komt vaak voor bij kanker. Je kunt voor, tijdens en kort na de behandeling moe zijn. Maar ook nog lange tijd daarna.
Doordat je moe bent:
- kun je niet alles doen wat je wilt
- heb je meer rust nodig nadat je iets hebt gedaan
- is het moeilijk om je te concentreren
- kun je prikkelbaar of somber zijn
Lees meer over vermoeidheid bij kanker.
Waardoor komt moe zijn bij baarmoederkanker?
Vaak is moe zijn een reactie van je lichaam op je ziekte. Of op stress die je voelt doordat je ziek bent.
Lees meer over oorzaken van vermoeidheid.
Wat kun je doen tegen moe zijn bij baarmoederkanker?
Je kunt vaak iets doen om minder moe te zijn. Of om beter om te kunnen gaan met je vermoeidheid. Zoek naar wat voor jou het beste werkt.
Dingen die je kunt doen:
- Bouw conditie op: bewegen kan helpen minder moe te zijn.
- Stel grenzen: kies bewust wat je wel en niet doet. En durf ‘nee’ te zeggen.
- Zorg voor een goede balans tussen inspanning en ontspanning.
Zelf aan de slag? Download de app Untire Now. Met deze app krijg je meer inzicht in de verdeling van je energie. Dat helpt je om meer grip op je energiebalans te krijgen. En dat helpt dan weer om minder moe te zijn
Lees meer over wat je kunt doen tegen vermoeidheid.
Hulp bij moe zijn na baarmoederkanker
Ben je 6 maanden na de behandeling nog steeds erg moe? Of zelfs langer? Bespreek dit dan met je arts, huisarts of verpleegkundige. Soms is er iets aan te doen.
Soms stuurt je arts je door naar een andere zorgverlener om je verder te helpen. Bijvoorbeeld een ergotherapeut of psycholoog.