Het stadium van baarmoederkanker
Deze informatie is gecontroleerd door deskundigen.
Naar colofonVan je arts hoor je in welk stadium de baarmoederkanker is. En wat dat betekent voor je behandeling en vooruitzichten.
Vaak is het definitieve stadium pas bekend na een operatie. Soms is het stadium al duidelijk aan de hand van de onderzoeken die voorafgaand aan de operatie zijn gedaan.
Lees op deze pagina over:
- Wat bedoelt de arts met ‘stadium’?
- Stadiumindeling bij baarmoederkanker
- Rapport van de patholoog (PA-verslag)
Wat bedoelt de arts met ‘stadium’?
Met stadium bedoelt de arts hoe ver de ziekte is. Bijvoorbeeld hoe groot de tumor is. En of die is doorgegroeid in andere organen of weefsels, en of er uitzaaiingen zijn. Je arts heeft informatie over het stadium nodig om een goed behandelplan te maken.
Stadiumindeling bij baarmoederkanker
Er zijn 2 stadiumindelingen bij baarmoederkanker:
- de TNM-indeling
- de FIGO-indeling
Ze overlappen elkaar voor een deel. En worden door elkaar gebruikt
TNM-indeling
De TNM-indeling is een soort code. De letters staan voor:
- T van tumor: de grootte van de tumor en/of hoever de tumor is doorgegroeid in het weefsel eromheen. Bij stadium T1 zit de tumor alleen in de baarmoeder. Bij stadium T1a de tumor tot minder dan de helft van de dikte van de baarmoeder gegroeid. Bij stadium T1b is de tumor voorbij de helft van de dikte van de baarmoeder gegroeid.
- N van node of lymfeklier: of er uitzaaiingen zijn in de lymfklieren. En in hoeveel lymfeklieren. Bij stadium N1 is er 1 lymfklier met een uitzaaiing gevonden. Bij stadium N2 zijn er 2 uitzaaiingen gevonden.
- M van metastase (uitzaaiingen): of er uitzaaiingen zijn in andere organen in je lichaam. M0 betekent geen uitzaaiingen. M+ betekent wel uitzaaiingen.
De letters en cijfers geven dan samen het stadium aan. Bijvoorbeeld T1bN1M0 baarmoederkanker of T2N0M1 baarmoederkanker.
FIGO indeling
Tot voor kort was de FIGO-indeling een indeling aan de hand van de uitbreiding van de tumor. Net als de TNM-indeling. De indelingen waren voor een groot deel hetzelfde.
De nieuwste FIGO indeling kijkt niet alleen naar uitbreiding van de tumor, maar ook naar de uitslag van het DNA-onderzoek en de MMR-test en naar uitbreiding in lymfebanen (LVSI). Alle uitslagen samen worden dan gecombineerd tot een FIGO-stadium.
Het is nog onduidelijk in hoeverre artsen deze nieuwe indeling gaan gebruiken.
Vroeg stadium en laat stadium baarmoederkanker
Artsen spreken bij TNM of FIGO stadium 1 en 2 over een vroeg stadium. Bij stadium 3 en hoger is er sprake van een gevorderd stadium. Bij stadium 4 van een laat stadium.
Bij een vroeg stadium is de prognose gunstiger dan bij een laat stadium. Wil je meer weten over de prognose per stadium? Bekijk dan de overlevingscijfers baarmoederkanker per stadium.
Rapport van de patholoog (PA-verslag)
Bij de diagnose hoort vaak een rapport van de patholoog. Daarin staat informatie over bijvoorbeeld het soort baarmoederkanker, de grootte van de tumor en eventuele uitzaaiingen.
Tip: vraag om een kopie van het pathologisch rapport en bespreek dit rapport met je arts. Of bekijk het in je patiëntendossier. Staan er lastige woorden in die je niet kent? Wij leggen ze uit in het Woordenboek kanker.