Chemotherapie bij baarmoederhalskanker

Chemotherapie kan onderdeel zijn van een genezende behandeling bij baarmoederhalskanker. Bij uitgezaaide baarmoederhalskanker kan chemotherapie helpen om de ziekte te remmen en klachten te verminderen.

Lees op deze pagina over:

• Hoe werkt chemotherapie?
• Chemotherapie samen met bestraling in plaats van een operatie
• Chemotherapie vóór een operatie of vóór bestraling
• Chemotherapie bij uitgezaaide baarmoederhalskanker
• Bijwerkingen van chemotherapie
• Chemotherapie en een kinderwens

Chemotherapie is een behandeling met cytostatica. Dit zijn medicijnen die kankercellen doden of hun celdeling remmen. Deze medicijnen verspreiden zich via het bloed door je lichaam. Ze kunnen op bijna alle plaatsen de kankercellen bereiken.

Chemotherapie doodt helaas ook gezonde cellen. Daardoor krijg je waarschijnlijk last van bijwerkingen.

Behandeling met chemotherapie is in de vorm van een kuur. Je krijgt een periode medicijnen en een periode niet. Vaak bestaat de behandeling uit een reeks chemokuren.

Is de tumor te groot om te opereren? Of is voor de behandeling al duidelijk dat je uitzaaiingen in je lymfeklieren hebt? Dan kun je chemotherapie krijgen in combinatie met bestraling. De behandeling heet dan chemoradiatie en heeft als doel: genezen. Lees verder over chemoradiatie.

Chemotherapie vóór een operatie of bestralingsbehandeling

Om de tumor kleiner te maken voor de operatie of voor een behandeling met bestraling krijg je soms chemotherapie. Dan hoeft de arts tijdens de operatie minder te snijden. Of kan de radiotherapeut een hogere dosis bestraling in de kern van de tumor geven. Je krijgt de bestraling dan vaak samen met hyperthermie.

Chemotherapie bij uitgezaaide baarmoederhalskanker

Bij uitgezaaide baarmoederhalskanker kun je chemotherapie krijgen om de ziekte te remmen en klachten te verminderen. Je kunt de behandeling krijgen in combinatie met immunotherapie en/of doelgerichte therapie. De arts bespreekt de voordelen en nadelen met je.

Bijwerkingen van chemotherapie bij baarmoederhalskanker

Chemotherapie kan bijwerkingen geven, zoals:

• Haaruitval. Je kunt haaruitval verminderen door hoofdhuidkoeling.
• Een hoger risico op infecties.
• Vermoeidheid.
• Misselijkheid en overgeven.
• Darmklachten.
• Neuropathie.

Of en hoeveel last je krijgt van de bijwerkingen, hangt onder andere af van het soort en de hoeveelheid medicijnen die je krijgt.

Krijg je chemotherapie in combinatie met bestraling of hyperthermie? Dan zijn de bijwerkingen vaak milder. De dosis chemotherapie is dan lager. Haaruitval bijvoorbeeld, komt dan nauwelijks voor.

Ben je misselijk of geef je veel over? Dan kun je hier meestal medicijnen voor krijgen. Vraag je arts hiernaar.

De bijwerkingen worden meestal minder na de chemokuur. Wel kun je na de behandeling nog lang moe blijven.

Door chemotherapie kun je onvruchtbaar worden. Soms is dit blijvend. Bijvoorbeeld als je chemotherapie krijgt in combinatie met bestraling van je eierstokken.

Ben je jong en heb je een kinderwens? Dan verwijst de arts je vóór de behandeling door naar een fertiliteitsarts. Dit is een arts die veel verstand heeft van voortplanting. Met hem of haar kun je bespreken of er mogelijkheden zijn om vruchtbaar te blijven. Of om eventueel een kind te krijgen met de hulp van een draagmoeder. Vraag zelf om een verwijzing, als het nodig is.