Mijn vriend of vriendin heeft kanker

Deze informatie is gecontroleerd door deskundigen.

Naar colofon
Opslaan

Als jouw vriend of vriendin op jonge leeftijd kanker krijgt, is dat heel heftig. Het heeft ook impact op jou en op jullie vriendschap. Hoe kun je je vriend(in) het beste helpen? Wat kun je zeggen of doen? Bekijk de tips op deze pagina. 

Deze pagina is gemaakt speciaal voor naasten van mensen met kanker onder de 40 jaar (AYA’s).


Je gevoelens en emoties als vriend of vriendin

Lees op deze pagina over:

Je gevoelens en emoties als vriend of vriendin

Je vriend of vriendin maakt een moeilijke tijd door. Maar jij hebt het ook niet makkelijk. Je maakt je zorgen om je vriend of vriendin. Je bent misschien bang, verdrietig, of boos. En je kunt je gefrustreerd en machteloos voelen omdat je zo weinig tegen de kanker kunt doen.

Ook kun je zelf angstig worden bij het idee dat je kanker kunt krijgen. Het is je vriend(in) immers ook onverwachts overkomen. Het is heel normaal om je angstig of onzeker voelen. Maak je je zorgen over iets in je lichaam, bijvoorbeeld een knobbeltje of moedervlek? Ga dan naar je huisarts. Vertel ook dat je een vriend(in) hebt met kanker. Waarschijnlijk kan de huisarts je geruststellen. En je helpen om weer vertrouwen in je lichaam te krijgen.

Wat je ook kunt merken is dat de ziekte van je vriend(in) je belemmert tijdens je studie of werk. Je kunt je misschien minder goed concentreren, of ziet het nut er even niet van in. Geef dit eerlijk aan bij je studiebegeleider of leidinggevende. Je hoeft niet direct uit te wijden over de situatie van je vriend(in), maar kunt wel kort aangeven dat het speelt.


Daarnaast merk je waarschijnlijk al snel dat de ziekte ook invloed heeft op jullie vriendschap. Jullie zien elkaar misschien minder en doen minder vaak leuke dingen samen. En het contact is anders. Het is niet gek als je je daar onzeker en ongemakkelijk over voelt. Dat je twijfelt aan wat je moet doen. En dat je het oude vanzelfsprekende contact mist.

Als vriend(in) ben je misschien bang om het fout te doen. Bang om te weinig, of juist te veel te doen. Bang om je op te dringen. Of je weet niet goed wat je moet zeggen of doen. En durft niet meer over je eigen leven te vertellen. Toch kun je heel veel betekenen voor de ander.

Omgaan met een vriend(in) met kanker: zes gouden tips

  1. Blijf je vriend of vriendin hetzelfde behandelen
  2. Vertel je vriend of vriendin wat de kanker met jou doet
  3. Blijf ook over je eigen leven praten
  4. Vraag aan je vriend(in) waar hij of zij behoefte aan heeft
  5. Doe voorstellen die zo concreet mogelijk zijn
  6. Maak tijd voor je vriend(in)

Tip 1: Blijf je vriend of vriendin hetzelfde behandelen

Je vriend of vriendin wil niet ineens anders zijn, of buiten de groep vallen. Blijf hem of haar daarom betrekken. En vul niet voor je vriend of vriendin in wat die wel of niet wil.

Een paar voorbeelden:

  • Blijf je vriend(in) uitnodigen voor etentjes, borrels of feestjes. Stel bijvoorbeeld voor om samen wat eerder naar huis te gaan. Of bied aan je vriend(in) te halen of te brengen.
  • Misschien maken jullie als vriendengroep een aparte WhatsApp groep aan. Bijvoorbeeld om te bespreken welk cadeautje je wilt geven. Bespreek daar dan geen andere dingen in. Anders kan je vriend(in) zich buitengesloten voelen.
  • Dat je vriend(in) kanker heeft betekent niet dat zijn/haar gevoel voor humor plotseling veranderd is. Blijf dezelfde grappen maken als vroeger. Wees niet bang om (samen) te lachen.
  • Wees niet bang voor emoties. Barst je vriend(in) in tranen uit? Dit betekent waarschijnlijk dat hij of zij zich veilig voelt bij jou. Probeer niet direct om hem/haar/hen op te vrolijken. Vraag waar je vriend(in) behoefte aan heeft. Soms is dat samen afleiding zoeken in leuke dingen. Maar vaak is gewoon ‘er zijn’ al meer dan genoeg.
  • Vergeet niet dat je vriend(in) meer is dan de kanker. Het is ook nog steeds de persoon met wie je veel plezier mee kunt hebben. Of bij wie je terecht kunt voor wijze raad.


Tip 2: Vertel je vriend of vriendin wat de kanker met jou doet

Wees niet bang om met je vriend of vriendin te praten. Vertel wat kanker met je doet. Wat voor gedachten en gevoelens roept het bij je op?

Geef ook gewoon toe dat je het moeilijk vindt. Zeg bijvoorbeeld: "Ik weet niet wat ik moet zeggen" of “Ik ben bang dat je doodgaat”. Dat is beter dan niet meer appen, bellen of langsgaan uit angst om niet de ‘juiste woorden’ te kiezen.

Is er iets gebeurd waar je onzeker van bent geworden? Of heb je het gevoel dat je je vriend of vriendin hebt gekwetst? Zoek dan contact en praat erover. Het kan bijvoorbeeld helpen om uit te leggen waarom je iets gedaan hebt (of niet gedaan hebt). Bijvoorbeeld: als je een tijd niets van je hebt laten horen, waarom was dat dan? Welke gedachte zat daarachter?

Leg ook niet alle verantwoordelijkheid om het ‘goed’ te doen, bij jezelf. Je kunt het namelijk niet altijd goed doen. Zit je vriend of vriendin niet lekker in zijn/haar vel? Dan kan een grap die je gisteren nog wel kon maken, nu ineens fout zijn. Of is je telefoontje of je bezoekje niet welkom.

Spreek je ongemak uit naar je vriend(in). Dat helpt jullie om uit te zoeken hoe je hiermee om kunt gaan.

Tip 3: Blijf ook over je eigen leven praten

Misschien durf je niet meer over je eigen leven te praten. Je verzwijgt de leuke dingen, omdat je het zo oneerlijk vindt dat je vriend of vriendin dat niet meer meemaakt. En je praat ook niet over de nare dingen omdat je vindt dat je eigen problemen niets voorstellen vergeleken met kanker. 

Het is belangrijk dat je toch over jezelf blijft praten. Want daarmee blijft jullie contact zo ‘normaal’ mogelijk. Het leven van je vriend(in) bestaat al voor zo’n groot deel uit ziekte.

Vind je het moeilijk? Bespreek met je vriend(in) dat je niet zo goed weet hoe je dat moet doen: weer ‘gewoon’ praten. Probeer daar samen een goede balans in te vinden. Misschien wil hij of zij juist wel alles horen over de borrels, maar heel even niets over je studie of werk.

Tip 4: Vraag aan je vriend(in) waar hij of zij behoefte aan heeft

Het helpt als je weet waar je vriend of vriendin behoefte aan heeft. Zelf kun je dat namelijk niet weten, hoe goed je iemand ook kent. Want kanker zet alles op zijn kop.

Vraag er daarom naar. En blijf dat ook regelmatig doen. Als je weet wat je vriend(in) wel/niet wil en wat je voor hem/haar kunt doen, is het makkelijker om in contact te blijven en om te helpen. Neem je vriend(in) serieus, bijvoorbeeld als hij of zij aangeeft dat iets niet gaat. Wees ook voorzichtig met ongevraagde adviezen geven.

Goed om te weten: wat je zieke vriend(in) nodig heeft, kan per dag of week verschillen. In de chemoweek kan het bijvoorbeeld heel anders zijn dan in de week erna.

Ook belangrijk om te weten: iemand die zich slecht voelt en aan het overleven is, kan niet goed aangeven wat hij of zij nodig heeft. Dat kan voor jou ongemakkelijk zijn, want jij wilt graag helpen. Probeer erover te praten als je vriend(in) zich weer wat beter voelt. Zeg bijvoorbeeld: “Ik zag dat het echt niet goed ging, maar ik wist niet wat ik kon doen. En als ik het vroeg, gaf je geen antwoord. Hoe doen we dat volgende keer beter?” Blijft het slecht gaan, stuur dan regelmatig een kaartje met een lieve tekst erop. Zo laat je weten dat je aan hem/haar denkt.

Tip 5: Doe voorstellen die zo concreet mogelijk zijn

Wat je beter niet kunt zeggen is: "Roepen hè, als je wat nodig hebt! 't Maakt niet uit wat, ik doe het voor je." Die zin is ongelooflijk goed bedoeld, maar werkt niet. Dat heeft twee redenen:

  • Je vriend(in) is bezig met overleven. En kan waarschijnlijk niet goed zelf bedenken welke hulp hij/zij nodig heeft. Je vriend(in) krijgt bijvoorbeeld maar net het eten op tafel en is daar trots op/opgelucht over. En juist daardoor denkt hij/zij er niet om aan iemand te vragen om boodschappen te doen of te koken.
  • Iemand met kanker kan vaak niet zo goed vooruitkijken. Hij of zij weet niet hoe hij zich over een uur, over een dag of over een week voelt.

Probeer zo concreet mogelijk te zijn, en doe voorstellen op korte termijn. Bijvoorbeeld: "Ik heb over een uur tijd. Vind je het leuk als we even wat gaan drinken?" Of: “Ik kook morgenavond pasta, zal ik een portie langsbrengen?” Of: “Zal ik je overmorgen naar het ziekenhuis brengen?”

Wees vooral niet gekwetst als je vriend(in) het aanbod afslaat. De kans is groot dat hij/zij te moe is of dat zijn/haar hoofd er niet naar staat. Dat heeft meestal niets met jou te maken. Spreek met elkaar af dat ‘nee’ zeggen echt prima is. En blijf je hulp of leuke uitjes regelmatig aanbieden.

Tip 6: Maak tijd voor je vriend(in)

Heb je een drukke agenda? Dan lukt het misschien niet om op korte termijn iets af te spreken. Reserveer dan tijd op een later moment. Leg nog niet vast wat jullie gaan doen.

Houd er rekening mee dat je vriend/vriendin plotseling geen puf heeft om af te spreken. Geef hem of haar de ruimte om op het laatste moment af te zeggen, of houd het bezoek kort. Spreek met elkaar af dat dat altijd kan.

Tip: zet de behandel- en uitslagmomenten van je vriend(in) in je agenda met een herinnering de dag ervoor. Dan is het makkelijker even te laten weten dat je aan de ander denkt. Misschien vindt je vriend(in) het handig om een overzicht bij te houden op hoestie.nu en dat met jou en anderen te delen.

Tips voor vrienden/vriendinnen van iemand met kanker


  • Vergeet de eenvoudige dingen niet. Geef een knuffel, stuur een kaartje of een bloemetje (pas op met geurende bloemen of geparfumeerde toiletartikelen bij chemo).
  • Gezamenlijke, persoonlijke cadeaus kunnen heel mooi zijn. Bijvoorbeeld een boekje met persoonlijke verhaaltjes van familie, vrienden, etc. Met ‘waardebonnen’ erin: ik neem je mee naar de film/restaurant/strand. Of een ‘troostdeken’: een deken van lapjes stof die door familie en vrienden versierd/beschreven zijn. Een soort symbolische knuffel van al die mensen.
  • Schaam je niet om een herinnering in je agenda of telefoon te zetten om je vriend(in) te appen of te bellen. Jouw leven gaat door. En dat leven is druk!
  • Help je vriend(in) om door te gaan met zijn of haar hobby. Bijvoorbeeld door hem/haar te halen en brengen zodat je vriend(in) geen energie verspilt aan de reis.
  • Help je vriend(in) om in contact te blijven met de mensen die belangrijk voor hem/haar zijn. Bied aan om hem/haar naar die ene verjaardag te brengen en weer terug te brengen op het moment dat dat nodig is. Ook als het na een half uur al is. Of ga mee op bezoek bij oma.
  • Houd de luchtigheid en humor erin. Is de ander te moe om mee te doen met de dingen die jullie normaal altijd deden? Spreek bijvoorbeeld met je vriendengroep af om op een vast moment een foto te maken van wat je op dat moment aan het doen bent. Zo blijft de zieke er toch een beetje bij horen.
  • Blijf over je eigen leven praten. Ook over de kleine, onnozele dingen.
  • Kan je vriend(in) niet meer meedoen met teamsport of de vaste borrelavond? Betrek hem/haar toch door een berichtje te sturen, even te bellen, een gekke foto te sturen of te laten weten hoe de wedstrijd ging. Of ga na die tijd even (kort) langs om erover te vertellen, als je vriend(in) daar zin in heeft.
  • Kijk of je een originele actie kunt bedenken. Bijvoorbeeld dat iedereen in een bepaalde week een kaartje stuurt uit dezelfde reeks. Of laat de één een vaas bezorgen en de ander een boeket afgeven.
  • Spreek af dat je tegelijkertijd naar een programma kijkt, bijvoorbeeld als je niet meer mee kunt naar de voetbalwedstrijd. Of kijk op afstand samen een film, eventueel met ondertussen videobellen.

Colofon

Met medewerking van:

illustratie-ervaringsdeskundigen-mensen

Jonge mensen die kanker hebben (gehad)

Foto Milou Reuvers

Milou Reuvers

PhD Student, NKI

Linkedin

Foto Sander Muntz

Sander Muntz

Maatschappelijk werker bij LUMC en docent bij Hogeschool Leiden

Linkedin

Logo stichting jongeren en kanker

Stichting Jongeren en Kanker

Gemaakt door de redactie van kanker.nl

Laatste update: april 2024