Doelgerichte therapie bij longkanker

Heb je niet-kleincellige longkanker? Dan krijg je soms doelgerichte therapie. Deze behandeling zorgt er voor dat de kanker minder snel groeit. Zodat je langer kunt leven met de ziekte.

Lees op deze pagina over:

• Wat is doelgerichte therapie?
• Doelgerichte therapie bij longkanker met uitzaaiingen
• Doelgerichte therapie bij longkanker zonder uitzaaiingen
• Welk medicijn krijg je?
• Wanneer naar een gespecialiseerd ziekenhuis?

En over:

• Bijwerkingen van doelgerichte therapie
• Doelgerichte therapie werkt tijdelijk
• Bespreek met je arts de voor- en nadelen van doelgerichte therapie

Doelgerichte therapie is een behandeling met medicijnen die heel gericht werkt tegen sommige soorten kankercellen. Zo kan doelgerichte therapie kankercellen doden of de celdeling van kankercellen remmen.

De medicijnen verspreiden zich via je bloed door je lichaam. Ze kunnen op bijna alle plaatsen kankercellen bereiken.

Ongeveer 1 op de 5 mensen met niet-kleincellige longkanker met uitzaaiingen kan doelgerichte medicijnen krijgen. Meestal krijg je een behandeling met EGFR-remmers.

Je arts vertelt of je doelgerichte therapie kan krijgen. Hiervoor onderzoekt een arts in het laboratorium het DNA van de tumor. Lees meer over DNA-onderzoek bij longkanker.

Doelgerichte therapie bij longkanker zonder uitzaaiingen

Heb je longkanker zonder uitzaaiingen? Dan krijg je soms ook doelgerichte therapie. Je krijgt de medicijnen dan na je operatie. De kans dat de ziekte weer terugkomt is dan kleiner. 

Je arts vertelt of je doelgerichte therapie kan krijgen. Hiervoor onderzoekt een arts in het laboratorium het DNA van de tumor. Lees meer over DNA-onderzoek bij longkanker.

Blijkt uit DNA-onderzoek dat er een afwijking zit in het DNA van de kankercellen? Dan kun je een doelgericht medicijn krijgen. Welk medicijn je krijgt, hangt af van de afwijking.

Je kunt 1 van deze medicijnen krijgen:

• EGFR-remmers
• ALK-remmers
• ROS1-remmers
• BRAF-remmers
• RET-remmers

Je arts vertelt je welke DNA-afwijking je hebt.

Behandeling met EGFR-remmers

De meeste mensen krijgen doelgerichte therapie met EGFR-remmers. Bij een afwijking in het EGFR-gen blijven kankercellen groeien. EGFR-remmers kunnen deze groei stoppen. 

Je krijgt 1 van deze medicijnen:

• osimertinib (Tagrisso®)
• gefitinib (Iressa®)
• erlotinib (Tarceva®). Soms samen met bevacizumab (Avastin®) of ramucirumab (Cyramza®)
• afatinib (Giotrif®)
• dacomitinib (Vizimpro®)

Meestal zijn dit tabletten die je iedere dag slikt. Sommige medicijnen krijg je met een infuus in het ziekenhuis. Je arts bespreekt met je wat voor jou het beste medicijn is.

Behandeling met ALK-remmers

Bij een afwijking in het ALK-gen blijven kankercellen groeien. ALK-remmers kunnen deze groei stoppen. 

Je krijgt 1 van deze medicijnen:

• alectinib (Alecensa®)
• brigatinib (Alunbrig®)
• crizotinib (Xalkori®)
• ceritinib (Zykadia®)
• lorlatinib (Lorviqua®)

Je slikt deze medicijnen iedere dag.

Behandeling met ROS1-remmers

Bij een afwijking in het gen ROS1, krijg je het medicijn crizotinib. Je slikt het medicijn iedere dag.

Behandeling met BRAF-remmers

Zit er een afwijking in het gen BRAF? Dan krijg je 2 medicijnen: dabrafenib (Tafinlar®) en trametinib (Mekinist®). Je slikt de medicijnen iedere dag.

Behandeling met RET-remmers

Bij een afwijking in het RET-gen, krijg je het medicijn selpercatinib. Je slikt dit medicijn iedere dag.

Behandeling van longkanker voor wetenschappelijk onderzoek 

Uit het DNA-onderzoek kan ook blijken dat er bij jou een afwijking in het DNA zit: eentje die minder vaak voorkomt. Je kunt dan soms ook doelgerichte therapie krijgen, maar alleen voor wetenschappelijk onderzoek. Van deze behandeling weten artsen nog niet of het goed werkt. Dat zijn ze aan het onderzoeken.

Vraag je arts of er een wetenschappelijk onderzoek is waar je aan kunt meedoen als je dat wilt. Zo’n onderzoek heet een trial.

Of bekijk de trials voor longkanker.

Wanneer naar een gespecialiseerd ziekenhuis?

Soms blijkt uit DNA-onderzoek dat je een zeldzame afwijking in het DNA van de kankercellen hebt. Je arts stuurt je dan door naar 1 van deze ziekenhuizen:

• Amsterdam UMC
• Antoni van Leeuwenhoek, Amsterdam
• Erasmus MC, Rotterdam
• LUMC, Leiden
• Maastricht UMC+
• Radboudumc, Nijmegen
• UMC Groningen

Bijwerkingen van doelgerichte therapie bij longkanker

Doelgerichte therapie kan bijwerkingen geven. Je arts of verpleegkundige vertelt welke bijwerkingen je kunt krijgen. En hoe je hier het best mee omgaat.

Deze klachten komen veel voor: 

• diarree
• moe zijn
• puistjes
• kloofjes in de huid van je vingers of tenen
• nagels die snel scheuren of afbreken
• haar dat sneller of langzamer groeit
• misselijkheid

Heb je last van bijwerkingen? Vertel het aan je arts of verpleegkundig specialist. Misschien is er iets aan te doen. 

Sommige klachten kun je lang houden. Of gaan nooit meer over. Lees verder over blijvende klachten bij longkanker.

Kankercellen reageren in het begin meestal goed op doelgerichte therapie. De kankercellen groeien dan minder snel. Of helemaal niet meer.

Na een tijdje werken de medicijnen minder goed. De kankercellen gaan dan weer groeien.

Werken jouw medicijnen niet meer? Dan bespreekt je arts met je of je een ander doelgericht medicijnen kunt krijgen. 

Werkt doelgerichte therapie niet meer? Dan neemt de arts vaak nieuwe biopten. Doel: onderzoeken of er nieuwe DNA-afwijkingen zijn waarvoor andere medicijnen kunnen werken. Als dat niet zo is, dan kun je soms immunotherapie of chemotherapie krijgen. De arts bespreekt dit met je.

Bespreek met je arts de voordelen en nadelen van doelgerichte therapie 

Kun je doelgerichte therapie krijgen? Dan bespreekt de arts de voordelen en nadelen van de behandeling met je. Een voordeel is dat doelgerichte therapie snel werkt en de ziekte een tijd kan remmen. Een nadeel is dat de medicijnen maar tijdelijk werken. En dat je last kunt krijgen van bijwerkingen.

Twijfel je of je doelgerichte therapie wilt? Vertel dit aan je arts. Samen besluiten jullie wat voor jou het beste is.