Behandeling van niet-kleincellige longkanker

Dit zijn mogelijke behandelingen bij niet-kleincellige longkanker

• tumor weghalen met een slang door je mond
• operatie
• bestraling
• chemoradiatie
• chemotherapie
• doelgerichte therapie
• immunotherapie
• chemo-immunotherapie
• bevriezing of verhitting
• behandeling tegen kortademigheid en benauwdheid

Tumor weghalen met een slang door je mond

Is de tumor heel klein en zijn er geen uitzaaiingen? Dan kan de arts de tumor soms weghalen via een slang door je mond en keel. Zo’n slang heet een bronchoscoop. Het doel is om je te genezen. 

Lees meer over de tumor weghalen met een bronchoscoop.

Operatie

Zit de tumor alleen in je long en zijn er geen uitzaaiingen? Dan kun je vaak geopereerd worden. De arts haalt dan je hele long weg. Of een deel van je long. De operatie heeft als doel om je te genezen.

Lees meer over operatie bij longkanker.

Bestraling

Zit longkanker alleen in je long? Of alleen in je long en de ruimte tussen je longen? Dan krijg je soms bestraling. Je kunt bestraling krijgen na een operatie en soms in plaats van een operatie. Soms krijg je daar chemotherapie bij. Het doel van deze behandeling is genezing. 

Soms word je ook bestraald als je wel uitzaaiingen hebt. Doel van de behandeling is dan om minder last te hebben van klachten. 

Lees meer over bestraling bij longkanker.

Chemoradiatie

Chemoradiatie is chemotherapie samen met bestraling. Je kunt deze behandeling krijgen als je uitzaaiingen hebt in de lymfeklieren tussen je longen of als de tumor is ingegroeid tussen de ribben. Soms kan je arts de tumor daarna weghalen met een operatie.

Lees meer over chemoradiatie bij longkanker.

Chemotherapie

Is longkanker niet uitgezaaid? Dan krijg je soms chemotherapie voor of na je operatie. Doel is om je te genezen. 

Heb je uitgezaaide longkanker? Dan krijg je soms ook chemotherapie. Het doel van de behandeling is dan om langer te leven.

Lees meer over chemotherapie bij longkanker.

Doelgerichte therapie

Heb je niet-kleincellige longkanker met uitzaaiingen (stadium 4)? Dan krijg je soms doelgerichte therapie. Deze behandeling zorgt ervoor dat kankercellen minder snel groeien. Je kunt dan langer leven met de ziekte. 

Heb je geen uitzaaiingen? Dan krijg je soms doelgerichte therapie na je operatie. Het doel van deze behandeling na je operatie is dan om je te genezen.

Lees meer over doelgerichte therapie bij longkanker.

Immunotherapie

Heb je niet-kleincellige longkanker met uitzaaiingen (stadium 4)? Dan krijg je soms immunotherapie. Deze behandeling zorgt ervoor dat kankercellen minder snel groeien. Je kunt dan langer leven met de ziekte.

Heb je geen uitzaaiingen? Dan krijg je soms immunotherapie na chemoradiatie. Het doel van de behandelingen is om je te genezen.

Lees meer over immunotherapie bij longkanker.

Chemo-immunotherapie

Heb je niet-kleincellige longkanker met uitzaaiingen? Dan krijg je soms chemo-immunotherapie. Dat is chemotherapie samen met immunotherapie. Deze behandeling kan ervoor zorgen dat je langer leeft met je ziekte.

Heb je longkanker zonder uitzaaiingen? Dan kun je deze behandeling soms ook krijgen. Je krijgt het dan voor of na je operatie. Doel is dan om je te genezen.

Bevriezing of verhitting

Kun je niet geopereerd of bestraald worden? Bijvoorbeeld door andere gezondheidsproblemen? Dan krijg je soms een behandeling waarbij de arts de tumor kapot maakt door bevriezing (cryoablatie) of hitte (radiofrequentie ablatie of microwave ablatie). Het doel van deze behandeling is dat je langer kunt leven met de ziekte. En minder last hebt van klachten door longkanker.

Meer over deze behandelingen lees je in onze informatie over opereren zonder snijden.

Behandelingen tegen kortademigheid en benauwdheid

Door longkanker kun je kortademig of benauwd zijn. Bijvoorbeeld omdat de tumor in de weg zit. Of je longen minder goed werken na de behandeling. Vaak kun je hiervoor een behandeling krijgen.

Lees meer over behandelingen bij kortademigheid en benauwdheid.

De behandeling die je voor niet-kleincellige longkanker krijgt, hangt onder andere af van het stadium van de kanker. Met stadium bedoelen we hoe ver de ziekte is.

Lees op deze pagina over:

• Behandeling van niet-kleincellige longkanker stadium 1
• Behandeling van niet-kleincellige longkanker stadium 2
• Behandeling van niet-kleincellige longkanker stadium 3
• Behandeling van niet-kleincellige longkanker stadium 4

Weet je het stadium niet? Vraag het aan je arts. Het staat ook in je patiëntendossier. 

Behandeling van niet-kleincellige longkanker stadium 1

Bij longkanker stadium 1 is de tumor in je long klein. Je krijgt een behandeling die bedoeld is om je te genezen.

Meestal krijg je een operatie: de arts haalt het deel van je longen weg waar de tumor zit. Dit is een grote operatie. Is je conditie niet goed genoeg? Of is een operatie een te groot risico voor jou? Dan wordt de tumor soms bestraald.

Behandeling van niet-kleincellige longkanker stadium 2

Bij longkanker stadium 2 is de tumor groter dan 4 cm. Ook dan kun je een behandeling krijgen die als doel heeft om je te genezen.

Vaak krijg je een operatie. Zitten er uitzaaiingen in de lymfeklieren van je longen? Dan haalt de arts die lymfeklieren ook weg. 

Is er bij jou een grote kans dat de ziekte terugkomt? Of zitten er misschien nog hele kleine uitzaaiingen die op scans niet te zien zijn? Dan krijg je voor de operatie soms een behandeling met chemotherapie of immunotherapie. Soms krijg je het allebei.

Meestal krijg je na de operatie ook chemotherapie. Soms krijg je immunotherapie. Je kunt ook allebei de behandelingen krijgen na de operatie.

Lees meer over chemotherapie.
Lees meer over immunotherapie.

Soms word je na de operatie bestraald. Bijvoorbeeld als het niet gelukt is om de kankercellen helemaal weg te halen bij de operatie. Kun je geen operatie krijgen? Bijvoorbeeld omdat je niet fit genoeg bent? Of omdat je longen niet goed genoeg werken? Dan krijg je soms bestraling in plaats van een operatie. 

Lees meer over bestraling bij longkanker.

Behandeling van niet-kleincellige longkanker stadium 3

Heb je uitzaaiingen in de lymfeklieren tussen je longen (stadium 3)? Ook dan kun je soms nog genezen. Je arts kan je vertellen hoe groot die kans is.

Meestal krijg je chemoradiatie. Daarna krijg je soms nog immunotherapie.

Zitten de uitzaaiingen aan de kant van de tumor? Dan krijg je soms eerst chemo-immunotherapie. En daarna een operatie. 

Je arts vertelt je welke behandeling in jouw situatie het beste is.

Niet fit genoeg voor chemoradiatie

Ben je niet fit genoeg voor chemoradiatie? Dan kun je een behandeling krijgen om de ziekte te remmen. En om te zorgen dat je minder last hebt van klachten. Bijvoorbeeld:

• chemotherapie
• chemotherapie en immunotherapie samen
• alleen bestraling
• andere behandelingen tegen klachten

Met je arts bespreek je wat in jouw situatie de beste behandeling is.

Behandeling van niet-kleincellige longkanker stadium 4

Heb je longkanker met uitzaaiingen in andere organen? Dan kun je meestal niet meer genezen. Je kunt nog wel behandelingen krijgen die zorgen dat de uitzaaiingen minder snel groeien. Of dat je minder last hebt van klachten. 

Je kunt deze behandelingen krijgen:

• chemotherapie
• bestraling
• doelgerichte therapie
• immunotherapie
• chemotherapie en immunotherapie samen
• behandeling tegen kortademigheid of benauwdheid
• andere behandelingen tegen klachten

Je arts vertelt welke behandelingen je kunt krijgen. En wat de voordelen en nadelen van die behandelingen zijn. Samen kijk je wat dat voor jou betekent. Neem de tijd om een keuze te maken.

Je kunt ook hulp en begeleiding krijgen bij:

• omgaan met klachten: bijvoorbeeld pijn of erg moe zijn
• omgaan met angst en depressie
• levensvragen, bijvoorbeeld: wat is nu nog belangrijk voor mij?

Lees meer over palliatieve zorg bij kanker.  

Behandeling van 1 of een paar uitzaaiingen

Heb je maar 1 of een paar uitzaaiingen? Dan kun je heel soms een behandeling krijgen met als doel je te genezen. 

Je krijgt verschillende medicijnen: doelgerichte therapie, immunotherapie en/of chemotherapie. En je wordt bestraald. Je krijgt de bestraling gelijk met de medicijnen of na de behandeling met medicijnen. Soms kan je arts de uitzaaiingen weghalen in een operatie.

De behandeling heeft veel bijwerkingen en vraagt veel van je lichaam. Ook lang na je behandeling kun je klachten houden. Bespreek met je arts wat de voordelen en nadelen van de behandeling zijn. En hoe groot de kans op genezing is. Samen besluit je of deze behandeling goed is voor jou.

Soms kun je een behandeling krijgen waar artsen nog onderzoek naar doen. Bijvoorbeeld een nieuwe behandeling. Of een nieuwe combinatie van behandelingen. Dit heet een trial. Vraag je arts of je mee kunt doen aan een trial. 

Bekijk de trials voor niet-kleincellige longkanker.

Soms kun je kiezen tussen behandelingen. Of kiezen tussen wel of (nog) niet behandelen. Je kunt vaak ook kiezen in welk ziekenhuis je behandeld wilt worden. Hoe maak je keuzes? Waar let je op? Lees de tips.

Online keuzehulp

Heb je niet-kleincellige longkanker in stadium 1 of 2? Dan kun je een online keuzehulp voor je behandeling gebruiken.

Een online keuzehulp helpt je nadenken over welke behandeling het best bij je past. Je krijgt informatie over de verschillende behandelmogelijkheden. En over de voordelen en nadelen van een behandeling. In de keuzehulp geef je aan wat jij belangrijk vindt.

Goed om te weten: een keuzehulp zegt niet welke behandeling het beste is voor je. Dat bepaal je zelf door de keuzehulp te doen. En er met je arts over te praten.

Voor de behandeling van longkanker kun je naar verschillende ziekenhuizen in Nederland. Bekijk de ziekenhuizen voor longkanker.