Door de bestraling kun je last hebben van bijwerkingen. Die bijwerkingen kunnen zwaar zijn, maar dat hoeft niet. Het verschilt per persoon van welke bijwerkingen iemand last heeft en hoe erg die zijn.
Deze bijwerkingen komen het meest voor bij bestraling van speekselklierkanker:
Moeite met eten, slikken en praten
Bestraling maakt je slijmvliezen droger. Als de speekselklieren in het bestralingsgebied liggen, werken ze minder goed. Eten, slikken en praten kunnen daardoor moeilijker worden.
Het slijmvlies van de mond kan stuk gaan tijdens de bestraling, waardoor slikken pijnlijk is. Tijdens het eten kun je een branderig gevoel in je mond krijgen. Pijnstillers kunnen helpen tegen de pijn.
Het beste kun je geen scherpe etenswaren en dranken nemen. Soms is eten en slikken zo pijnlijk dat sondevoeding nodig is. Bijna alle mensen die bestraling hebben gehad, krijgen minder zin in eten. Na de behandeling komt de eetlust meestal weer terug.
Een diëtist kan je begeleiden bij je klachten. Lees verder over voeding bij speekselklierkanker.
Problemen met de huid
De huid in de hals kan door de bestraling rood en schilferig worden. Soms kan de huid ook stuk gaan. Je krijgt begeleiding en adviezen om je huid zo goed mogelijk te verzorgen. Een paar weken na afloop van de bestraling geneest je huid vanzelf weer.
Wel is op het op zonnige dagen belangrijk om het bestraalde stuk huid goed te beschermen. Dat kan met kleding, of met een zonnebrandcrème met een hoge factor.
Veranderde smaak en reuk
De smaak van eten en drinken kan anders worden of zelfs verdwijnen. Soms kun je minder goed ruiken. Meestal komen je smaak en reuk na een paar weken of maanden weer terug. Sommige mensen hebben een tijd last van een vieze smaak in de mond.
Andere bijwerkingen
Naast deze klachten kun je last hebben van andere, meer algemene bijwerkingen van bestraling. Zoals vermoeidheid, en haaruitval op de plek van de bestraling. Lees verder over algemene bijwerkingen van bestraling.
Controles tijdens de bestraling bij speekselklierkanker
In de periode van de bestralingen kom je regelmatig op controle bij de radiotherapeut. Daarnaast zijn de verpleegkundige, mondhygiënist en diëtist bij de controles betrokken.
Met hen bespreek je hoe het gaat. Je krijgt adviezen om zo goed mogelijk met de bijwerkingen om te gaan. Na een paar weken tot maanden zijn de meeste bijwerkingen verdwenen.