Informatie over de baarmoederhals
Deze informatie is gecontroleerd door deskundigen.
Naar colofonDe baarmoederhals is het onderste, smalle deel van de baarmoeder. Daar zitten plaveiselcellen en cilindercellen. Als er afwijkende cellen ontstaan, zitten die meestal in de overgangszone.
De baarmoeder
De baarmoeder heeft de vorm en grootte van een omgekeerde peer. Het brede deel heet het baarmoederlichaam. Dit is het grootste deel. Aan beide kanten van het baarmoederlichaam liggen de eierstokken met de eileiders. De eileiders verbinden het baarmoederlichaam en de eierstokken.
De baarmoederhals
Het baarmoederlichaam gaat over in de baarmoederhals. Dit is het onderste, smalle deel van de baarmoeder. De baarmoederhals verbindt het baarmoederlichaam en de vagina.
De ingang van de baarmoederhals heet de baarmoedermond. Vaak worden de termen baarmoedermond en baarmoederhals door elkaar gebruikt.
Slijmvlies van de baarmoederhals
Aan de binnenkant en aan de buitenkant van de baarmoederhals zit slijmvlies. Het slijmvlies aan de binnenkant is anders dan aan de buitenkant. In de binnenkant zitten cilindercellen. Aan de buitenkant zitten plaveiselcellen (zie afbeelding).
De plek waar de 2 soorten slijmvlies elkaar raken, heet de overgangszone. Hier gaan de 2 soorten cellen in elkaar over. Afwijkende cellen (CIN) ontstaan meestal op deze plek.
Het kleine bekken
De baarmoeder en baarmoederhals liggen in het kleine bekken. Het kleine bekken is de ruimte onderin het bekken, tussen de heupgewrichten, het schaambeen en het stuitje. Andere organen in het kleine bekken zijn de vagina, de eileiders en de eierstokken. De blaas en de endeldarm liggen ook in het kleine bekken.
Al deze organen liggen niet los in de buik, maar zitten met bindweefselbanden vast in het bekken.
Het parametrium
Het parametrium is het bindweefsel naast en om de baarmoeder. Het verbindt de baarmoedermond en het onderste deel van de baarmoeder met andere organen en het bekken.