Veelgestelde vragen over bestraling (radiotherapie)
Deze informatie is gecontroleerd door deskundigen.
Naar colofonHeb je vragen over je bestraling (radiotherapie)? Stel ze aan je arts of verpleegkundige. Hier lees je de antwoorden op vragen die vaak gesteld worden over bestraling.
Algemene vragen over bestraling
Bestraling doet geen pijn. Ook bestraling van binnenuit (brachytherapie) doet geen pijn.
Bestraling kan wel bijwerkingen geven die pijn doen. Bijvoorbeeld darmkrampen of pijn in je mond. Je huid kan na een paar keer bestralen ook gevoeliger worden en soms pijn gaan doen. Dit hangt af van de plek waar je bestraald wordt.
Je voelt niets tijdens de bestraling.
De straling komt uit een apparaat: een bestralingstoestel. De straling gaat van buitenaf door je huid heen. De radiotherapeut bepaalt hoeveel straling je krijgt. En ook de plek waar je wordt bestraald. Een radiotherapeutisch laborant voert de bestraling uit. Lees meer over uitwendige bestraling.
Soms krijg je bestraling van binnenuit. Dit heet inwendige bestraling of brachytherapie. Lees verder over inwendige bestraling.
De bestraling duurt meestal maar een paar minuten, soms zelfs korter. Voordat de bestraling begint, moet je in precies de goede houding liggen. En wordt de apparatuur ingesteld. Daarom lig je meestal zo’n 10 minuten op de behandeltafel. Bij speciale bestraling is dit langer. Bij een stereotactische bestraling, bijvoorbeeld.
Meestal word je een tijd lang elke werkdag bestraald. Soms maar 1 keer of een paar keer. Van je arts of verpleegkundige hoor je hoeveel dagen of weken de behandeling duurt.
Na de bestraling blijft er geen straling in je lichaam achter. Er is dus geen gevaar voor je omgeving. Je kunt anderen gewoon aanraken of zoenen.
Bij bestraling met radioactieve jodiumzaadjes bij prostaatkanker blijft er wel straling achter in je lichaam. De straling is niet direct gevaarlijk voor je omgeving, maar er zijn een paar dingen waar je op moet letten. Van het ziekenhuis krijg je daar meer informatie over.
Of je nog een keer bestraald kunt worden op dezelfde plek hangt af van:
- welk soort gezond weefsel in de buurt van de bestraalde plek ligt
- de hoeveelheid straling die je eerder hebt gekregen (de bestralingsdosis)
Opnieuw bestralen op dezelfde plek geeft vaak meer bijwerkingen.
Komt kanker terug op dezelfde plek? Dan krijg je meestal een andere behandeling. Soms kan veilig opnieuw bestralen wel. Je arts bespreekt dit met je.
Krijg je een bestraling tegen klachten, bijvoorbeeld tegen pijn door uitzaaiingen in je botten? Dan kan een tweede keer bestralen vaak wel.
Vragen over de bijwerkingen en gevolgen van bestraling
Een veel voorkomende klacht van bestraling is moe zijn. Je kunt ook andere bijwerkingen krijgen. Welke dat zijn hangt af van de plek die wordt bestraald. En het verschilt ook per persoon. De bestralingsarts vertelt welke bijwerkingen je kunt verwachten.
Je krijgt in de 2e of 3e week van de bestralingen meestal voor het eerst last van bijwerkingen. Vaak worden de bijwerkingen daarna erger. Meestal heb je aan het eind van de behandelingen het meest last. In de eerste 1 tot 2 weken na de behandeling met bestraling voel je de bijwerkingen het meest. Daarna worden ze langzaam minder. Het duurt dan meestal nog 2 tot 4 weken voordat ze helemaal weg zijn.
Het kan zijn dat je maanden of jaren na bestraling nog last hebt van de gevolgen van bestraling. Welke dat zijn, hangt af van de plek die bestraald is. Lees verder over de gevolgen van bestraling.
De arts of verpleegkundige vertelt hoe je je huid het beste kunt verzorgen om klachten zoveel mogelijk te voorkomen. Lees ook de tips bij huidklachten door bestraling.
Is je huid rood, gevoelig of kapot door bestraling? Neem dan contact op met je arts of verpleegkundige. Die kan advies geven over wat je kunt doen. Soms kun je een behandeling voor je huidklachten krijgen.
Kun je moeilijk eten of drinken door de pijn in je mond? Zeg het tegen je arts of tegen de bestralingslaborant. De arts kan je medicijnen geven tegen de pijn. Zo heb je minder last en kun je beter eten. Dit is belangrijk om voldoende voedingsstoffen binnen te krijgen. Vaak kun je ook advies krijgen van een diëtist.
Ook is het belangrijk om je mond schoon en vochtig te houden en je gebit goed te verzorgen. Lees de voedingstips bij mond- en keelklachten.
Als je bestraald bent, is het risico dat je jaren later weer kanker krijgt iets groter. Maar: die kans is heel klein, minder dan 1%. Wil je hier meer over weten? Vraag het aan je arts.
Lees verder over bestraling en de kans op een tweede tumor.
Vragen over leefregels tijdens bestraling
Als je bestraling krijgt, mag je gewoon contact hebben met anderen. Je bent niet radioactief. Dus aanraken, zoenen of seks hebben is niet gevaarlijk. Niet voor jezelf en niet voor anderen.
Liggen je zaadballen in het gebied dat bestraald wordt, dan moet je bij seks een condoom gebruiken. Tijdens de periode van behandeling en ook nog 6-12 maanden daarna. De kwaliteit van de zaadcellen is tijdens en na de behandeling namelijk minder goed. Als je rondom de behandeling een kind verwekt, zijn er risico’s voor de zwangerschap en voor het kind.
Is het slijmvlies bij je penis, vagina of anus geïrriteerd? Dan is het soms beter om even geen seks hebben. De arts bespreekt dit met je.
Is je huid erg geïrriteerd of kapot? Dan mag je niet zwemmen. Je hebt dan een grotere kans op een infectie. Is je huid niet beschadigd? Dan kun je wel zwemmen.
Twijfel je? Vraag je arts of verpleegkundige om advies.
Ziet je bestraalde huid er hetzelfde uit als normaal? Dan kun je tijdens de behandeling met bestraling naar de sauna. Worden je klachten na een bezoek aan de sauna erger? Dan kun je er beter niet nog een keer heen gaan. Vraag aan je arts wanneer je weer naar de sauna kunt.
Ja, dat mag. Als je je goed voelt, is het zelfs goed om regelmatig te bewegen of te sporten. Lees verder over sporten en bewegen tijdens kanker.
Ja, je mag autorijden. Ben je erg moe of niet geconcentreerd genoeg? Dan kun je beter niet autorijden.
Worden je hersenen bestraald? Of krijg je tijdens de bestralingsperiode ook morfine tegen pijnklachten? Dan gelden er andere regels. Overleg met je arts wat wel en niet mag.
Bespreek dit met je arts. Roken zorgt ervoor dat de behandeling met bestraling minder goed werkt. Roken verhoogt ook het risico om een nieuwe tumor te krijgen. Goed om te weten: je kunt hulp krijgen bij stoppen met roken.
Overleg dit met je arts. Krijg je ook medicijnen? Dan adviseert je arts je soms om geen alcohol te drinken. Alcohol gaat namelijk niet altijd goed samen met medicijnen. Je kunt hulp krijgen bij stoppen met alcohol drinken.