Soorten longkanker
Deze informatie is gecontroleerd door deskundigen.
Naar colofon
Deze informatie is gecontroleerd door deskundigen.
Naar colofonLongkanker is niet 1 ziekte. Iedere longkanker is weer anders. Het is belangrijk dat je weet welke soort longkanker je hebt. De soort geeft namelijk informatie over het verloop van de ziekte en over welke behandelingen mogelijk zijn.
Longkanker heeft 2 hoofdsoorten: kleincellige longkanker en niet-kleincellige longkanker. De grootte van de kankercellen laat zien om welke soort het gaat.
Niet-kleincellige longkanker
De meeste mensen met longkanker hebben niet-kleincellige longkanker. Bij niet-kleincellige longkanker zijn de kankercellen even groot of zelfs groter dan de gewone cellen. Dit is onder een microscoop te zien.
Niet-kleincellige longkanker groeit relatief langzaam. De tumor kan al jaren in het lichaam zitten voordat de diagnose komt. De soort zaait ook minder snel uit dan kleincellige longkanker. Maar een niet-kleincellige tumor kan soms ook hard groeien.
Er zijn verschillende behandelingen voor niet-kleincellige longkanker.
Subsoorten van niet-kleincellige longkanker
Niet-kleincellige longkanker is weer verder te verdelen in 3 subsoorten:
- adenocarcinoom
- plaveiselcelcarcinoom
- grootcellig carcinoom
De behandeling van deze subsoorten verschilt. Bij adenocarcinoom en grootcellig carcinoom kunnen er bepaalde afwijkingen in het DNA van de kankercellen (mutaties) aanwezig zijn. Dan is een behandeling met doelgerichte therapie mogelijk.
Kleincellige longkanker
Ongeveer 1 op de 5 mensen met longkanker heeft kleincellige longkanker. Bij deze vorm zijn de kankercellen kleiner dan de normale longcellen.
De kleine cellen kunnen zich razendsnel delen. Ook verspreiden ze zich sneller door het lichaam dan niet-kleincellige kankercellen. Daarom is kleincellige longkanker bij de diagnose vaak al uitgezaaid.
De meeste mensen met kleincellige longkanker krijgen een behandeling met chemotherapie, soms samen met bestraling.
Andere soorten kanker rondom de longen
Er kan ook kanker ontstaan in de weefsels rondom de longen. Het kan dan gaan om mesothelioom (asbestkanker), thymuskanker of luchtpijpkanker.