Nierschade door chemotherapie

Sommige soorten chemotherapie kunnen de nieren beschadigen. Daardoor werken je nieren minder goed. Dit heet nierfalen. Hieronder lees je er meer over.

Deze medicijnen kunnen nierfalen veroorzaken:

• cisplatine
• cyclofosfamide
• ifosfamide
• methotrexaat in hoge dosis
• streptozocine

Als je chemotherapie met 1 van deze medicijnen nodig hebt, controleert de arts vaak al vóór de behandeling hoe goed je nieren werken. Dit gebeurt met een bloedonderzoek.

Uit het onderzoek kan blijken dat je nieren te slecht werken. Dan zijn deze medicijnen niet geschikt voor jou, omdat je nieren dan nog slechter kunnen gaan werken. De arts stelt je dan een andere behandeling voor.

Als je nieren goed werken, dan kunnen deze medicijnen je nieren toch beschadigen. Daarom controleert de arts tijdens de behandeling hoe je nieren werken. Als je nieren minder goed zijn gaan werken, moet je soms (tijdelijk) stoppen met het medicijn om verdere schade te voorkomen.

Als je al nierproblemen hebt, bespreek dit dan vóór de behandeling met de arts. Chemotherapie maakt de kans op nierschade groter. Als het nodig is, krijg je minder chemotherapie.

Onderzoek naar nierschade

Met een bloedonderzoek kan de arts vaststellen of je nierschade hebt. Als het nodig is, verwijst hij of zij je naar een nefroloog voor verder onderzoek. Een nefroloog is een arts die gespecialiseerd is in nierziekten.

Klachten bij ernstige nierschade

Dit zijn klachten die passen bij ernstige nierschade:

• je hebt vaak last van hoofdpijn
• je plast minder
• je urine heeft een andere kleur
• je bloeddruk is hoger
• je voelt je niet lekker
• je ziet bleek

Wat kun je doen bij nierschade?

Drink minstens 1½ tot 2 liter per dag.

Wanneer contact opnemen met je arts?

Neem in deze situaties contact op met je arts:

• Je kunt niet voldoende kunt drinken, minder dan 1½ tot 2 liter per dag.
• Je hebt tekenen van uitdroging. Dit merk je aan een droge mond, droge huid, weinig of niet meer kunnen plassen en een donkere kleur urine.