Erfelijkheid en prostaatkanker

Prostaatkanker komt vaak voor. Als meer mannen in dezelfde familie prostaatkanker hebben, is dit meestal toeval. Soms is een erfelijke aanleg de oorzaak. Dat is bij ongeveer 5-10% van de mannen met prostaatkanker zo.

Lees op deze pagina:

• Erfelijke aanleg voor kanker
• Veranderingen in de genen bij prostaatkanker
• Erfelijke aanleg voor prostaatkanker opsporen
• PSA-onderzoek bij een vermoeden van erfelijke aanleg

Erfelijke aanleg voor kanker

Kanker zelf is niet erfelijk, de aanleg voor kanker kan dat wel zijn. Erfelijke aanleg betekent dat iemand een groter risico op kanker heeft door een verandering in een gen. De verandering is meestal door een van de ouders doorgegeven.

Veranderingen in de genen bij prostaatkanker

Van een aantal genen is bekend dat een verandering erin een verhoogde kans geeft op prostaatkanker. De bekendste van deze genen zijn BRCA2 en HOXB13. Waarschijnlijk spelen ook andere genen een rol in de erfelijke aanleg voor prostaatkanker.

Een verandering in het BRCA2-gen geeft ook een verhoogde kans op borstkanker en eierstokkanker.

Erfelijke aanleg voor prostaatkanker opsporen

Door erfelijkheidsonderzoek kom je erachter of je inderdaad erfelijke aanleg hebt. Dit begint met een stamboomonderzoek. Soms kom je ook in aanmerking voor een DNA-onderzoek.

PSA-onderzoek bij een vermoeden van erfelijke aanleg

Mannen die misschien erfelijke aanleg voor prostaatkanker hebben, krijgen een controle-onderzoek. Bij de controle krijg je een bloedonderzoek om de PSA-waarde in het bloed te meten.

De meeste mannen krijgen het controle-onderzoek vanaf 45 of 50 jaar.