Debulkingoperatie bij eierstokkanker

Een debulkingoperatie is een behandeling bij uitgezaaide eierstokkanker. Na de operatie krijg je chemotherapie. En daarna soms nog andere medicijnen: doelgerichte therapie.

Lees op deze pagina over:

• In het kort: zo gaat een debulkingoperatie
• Uitgebreide uitleg over de debulkingoperatie
• Uitslag van de operatie
• Chemotherapie na de operatie
• Doelgerichte therapie na de chemotherapie

En ook over: complicaties en gevolgen van de debulkingoperatie.

Een debulkingoperatie is een grote buikoperatie. De behandeling gaat zo:

• de arts maakt je buik open
• de arts haalt weefsel en organen uit je buik weg, waaronder je eierstokken, eileiders en baarmoeder
• aan het einde van de operatie krijg je soms nog chemotherapie: direct in je buikholte
• de arts maakt je buik weer dicht
• Na de operatie krijg je 6 chemobehandelingen via een infuus.

Uitgebreide uitleg over debulkingoperatie

Een debulkingoperatie is een grote en ingrijpende operatie. De arts haalt zo veel mogelijk kanker uit je buik weg. ‘Bulk’ betekent hier: het grootste deel van de kanker.

Voor deze operatie ga je onder narcose. Vaak krijg je ook een ruggenprik tegen de pijn.

De operatie gebeurt via een snee in je buik. De snee loopt meestal van je borstbeen tot aan je schaambeen.

De arts haalt weefsel en organen weg:

• alle tumoren die de arts in je buik ziet
• je eierstokken en de eileiders
• je baarmoeder
• het grote, inwendige vetschort
• het vet dat om de eierstokken heen ligt

Soms is het nodig om nóg meer weefsel of organen weg te halen. Bijvoorbeeld als de tumor erin is doorgegroeid. Of als er uitzaaiingen zijn. Het kan dan bijvoorbeeld gaan om:

• De lymfeklieren in het bekken en langs de grote lichaamsslagader (aorta).
• Een deel van de darmen. Soms krijg je dan een stoma: tijdelijk of voor altijd.
• Delen van het buikvlies, vooral bij het middenrif.

Uitslag van de operatie

Na de operatie hoor je van de arts hoe de operatie is gegaan. En hoeveel van de kanker is weggehaald. De arts gebruikt hier meestal de termen complete debulking, optimale debulking of incomplete debulking voor.

Wat is complete debulking?

Een operatie waarbij de arts al de kanker die hij of zij in de buik zag (het zichtbare tumorweefsel) heeft weggehaald. Bij een complete debulking heb je de meeste kans om te genezen van de kanker.   

Wat is optimale debulking?

Soms ziet de arts meer kanker dan hij of zij kan weghalen. Er blijven dan resten van het tumorweefsel achter in je buik. Als die resten kleiner zijn dan 1 cm, dan heet dit optimale debulking. De kans om te genezen is dan minder groot dan bij complete debulking. 

Wat is incomplete debulking?

Incomplete debulking is dat er grote resten tumorweefsel in de buik zijn achtergebleven na de operatie. De arts kon die niet weghalen. Bijvoorbeeld omdat de kanker in andere organen is gegroeid. Na incomplete debulking is er ook nog kans op genezing, maar de kans is wel kleiner dan bij complete of optimale debulking.

Chemotherapie na een debulkingoperatie

Na een debulkingoperatie krijg je chemotherapie om achtergebleven kankercellen te doden. Dit maakt de kans kleiner dat de kanker terugkomt. De behandeling met chemotherapie begint 4 tot 6 weken na de operatie.

Je krijgt de chemo-medicijnen via een infuus in een bloedvat in je arm. Meestal krijg je 6 kuren. Tussen elke kuur zit een periode van 3 weken waarin je geen medicijnen krijgt.

Chemotherapie in de buikholte na een debulkingoperatie

Soms krijg je tijdens de chemokuren ook nog chemotherapie via een slangetje in je buik. De chemotherapie komt dan direct in je buikholte. De medische naam voor chemotherapie in de buikholte is intraperitoneale chemotherapie. Lees verder over chemotherapie in de buikholte.

Doelgerichte therapie na de chemotherapie

Hebben de operatie en de chemotherapie goed gewerkt? Dan kun je nog een behandeling krijgen met doelgerichte therapie. Doel: proberen te voorkomen dat eierstokkanker terugkomt. Lees verder over doelgerichte therapie.

Complicaties en gevolgen van de operatie

Mogelijke complicaties van de operatie zijn:

• Ontsteking van de wond. Je krijgt dan antibiotica.
• Trombose: verstopping in de bloedvaten. Je krijgt bloedverdunners om de kans op trombose te verkleinen.
• Nabloeding in je buik. Dan is soms een tweede operatie nodig.
• Een longontsteking. Je krijgt dan antibiotica.
• Een blaasontsteking, door het slangetje in je blaas (katheter).
• Een zwakke plek of breuk in je buikwand waar een stuk van de darm doorheen komt. Vaak is hiervoor een operatie nodig.
• Een lekkende darm of een lekkend darmstoma. Dit kan gebeuren als een deel van de darm weggehaald is.
• Een darmafsluiting na de operatie. Soms is een operatie nodig om de darm weer open te maken.

De operatie kan ook gevolgen hebben op de lange termijn. Welke gevolgen dat zijn, hangt af van hoe uitgebreid de operatie is.

Je kunt bijvoorbeeld met deze gevolgen te maken krijgen:

• Te veel vocht in je benen of onderbuik. Dit heet lymfoedeem.
• Darmstoma.
• Eerder in de overgang komen.
• Onvruchtbaarheid.