Je volwassen kind heeft kanker

Deze informatie is gecontroleerd door deskundigen.

Naar colofon
Opslaan

Ben je moeder of vader van een volwassen kind met kanker, dan wil je er waarschijnlijk graag voor je kind zijn. En je hulp aanbieden. Ontdek hoe je hiermee om zou kunnen gaan.

Lees op deze pagina over:

Let op: heb je een kind tussen de 16 en 40 jaar met kanker? We hebben ook informatie voor ouders op de pagina ‘Jong & kanker’.

Het kan zijn dat je kind niet meer beter wordt. Dan kun je onze informatie bekijken bij het thema 'niet meer beter worden'.

Gevoelens en emoties

Als je kind kanker krijgt dan is dat ingrijpend. Het maakt een veelheid aan gevoelens los. Die gevoelens kunnen bij iedereen anders zijn, zoals verdriet, boosheid, angst of machteloosheid. Ook voel je je misschien schuldig, omdat jij gezond bent en je kind niet. Je kunt ook het gevoel hebben dat je tekortschiet.

Het kan helpen om je gevoelens te delen met mensen om je heen. Soms geeft dat steun en lucht het op. Misschien vind je het ook fijn om je gevoelens op te schrijven, bijvoorbeeld in een dagboek of blog. Kies wat bij jou past.

Je kind steunen

Hoe jij je je kind het beste kunt steunen, is heel persoonlijk. Het hangt af van de band die jullie hebben, de situatie en je mogelijkheden. Dat betekent: wat jij zelf kunt doen, wat lukt voor jou en wat bij jou past.

Misschien weet je niet hoe je je kind het beste kunt steunen. Er kunnen ook momenten zijn dat je je machteloos voelt. Dat is heel begrijpelijk. Als vader of moeder kun je soms alleen maar toekijken of luisteren. Maar het kan zijn dat je kind dat juist dat als heel steunend ervaart.

Soms lukt het je niet om je kind te steunen. Dat kan om verschillende redenen zijn. Misschien voel je de ruimte niet. Of je bent zelf niet gezond. Of je worstelt zelf met de situatie. Dat je er niet altijd voor de ander kunt zijn, ook al gaat het om je kind, is begrijpelijk.

Wat kun je doen?

Probeer eerlijk te zijn tegen je kind. Zeg bijvoorbeeld: 'Ik wil er voor je zijn, maar het lukt mij nu niet'. Het kan helpen om dit te delen met iemand die je vertrouwt, zoals familie, vrienden of een professional. Dit kan al wat lucht geven.

Wil jouw kind of diens partner/gezin jouw hulp of steun niet? Dan kan dat pijnlijk zijn. Het beste is toch om deze wens te respecteren.

Goed om te weten: ook in de periode na de behandeling heeft je kind je steun nodig. Want herstellen en de draad weer oppakken kost tijd en aandacht.

Je kind helpen

Je zoon/dochter heeft misschien een partner of vrienden die graag helpen. Het kan ook zijn dat er de ene keer meer hulp nodig is dan de andere. Het is belangrijk om met je kind en/of diens partner af te stemmen welke hulp nodig is en wat jij daarin kunt bijdragen. En hoe je dat het beste kunt doen.

Praktische tips:

  • Vraag aan je kind wat hij/zij nodig heeft. Is dat vooral emotionele steun? Of juist ook praktische hulp? En als je kind praktische hulp nodig heeft, wat voor hulp is dat dan? Hulp in het huishouden, opvang van kinderen of andere hulp?
  • Maak samen met je kind en/of diens partner afspraken: wanneer kom je helpen en hoe ga je helpen? En wanneer jullie meer op afstand zijn. Of omdat zij daar behoefte aan hebben. Of omdat jullie hier zelf behoefte aan hebben.
  • Vraag of je zomaar mag komen binnenvallen of dat je alleen op afspraak mag komen.

Als het niet makkelijk gaat

Het kan best moeilijk zijn om een goede balans te vinden tussen ‘er zijn voor je kind’ en zijn of haar zelfstandigheid te respecteren. Zeker als je je veel zorgen maakt en een behoefte voelt om te helpen.

Het kan lastig zijn om te weten hoe je contact houdt of hulp kunt geven. Je kunt onzeker zijn. Kan ik het beste dichtbij zijn of juist ruimte geven? Dat kan er ook voor zorgen dat jij je gefrustreerd voelt. Als je zulke gevoelens ervaart, probeer er dan over te praten met iemand die je vertrouwt, zoals een goede vriend of vriendin. Dit kan opluchten. Ook kan het fijn zijn om steun van anderen te krijgen.

Je kunt je zorgen ook delen met een voorlichter van de (gratis) kanker.nl Infolijn. De voorlichters van de infolijn nemen de tijd om naar je te luisteren. En als je wilt zoeken ze samen met jou naar wat jou verder kan helpen.

Erfelijke aanleg voor kanker

Heeft jouw kind kanker gekregen door een erfelijke aanleg? Dan kan dat allerlei gevoelens oproepen bij jou. Je voelt je misschien schuldig dat jij de erfelijke aanleg hebt doorgegeven. Het is begrijpelijk dat je zo voelt. Je bent echter niet schuldig. Dit is iets waar niemand invloed op heeft.

Vind je het lastig om met je schuldgevoelens om te gaan? Probeer erover te praten met je huisarts of de klinisch geneticus. Zij kunnen samen met jou kijken wat helpt. Soms is extra steun fijn. Je kunt dan een verwijzing krijgen naar een maatschappelijk werker of psycholoog.

Ervaringen delen met andere ouders

Misschien vind je het fijn om je ervaringen te delen met andere ouders. Zij begrijpen vaak als geen ander wat je doormaakt. Je kunt elkaar tips geven en steunen.

Er zijn verschillende manieren om in contact te komen met andere ouders van een volwassen kind met kanker:

Hulp voor jou als naaste

Vaak gaat alle aandacht naar degene die kanker heeft. Maar als ouder kun je ook behoefte hebben aan hulp. Bijvoorbeeld bij omgaan met gevoelens en emoties.

Lees meer over hulp voor jou als naaste.