Ben je een naaste van iemand met kanker? Grote kans dat je wilt helpen. Je kunt ook veel voor de ander betekenen.
Lees op deze pagina over:
Je naaste helpen met praktische dingen
Hulp kan fijn zijn voor iemand die kanker heeft, maar niet voor iedereen. Vraag daarom of je iets kunt doen en wat er nodig is. Als je wilt helpen, zeg duidelijk wat je kunt doen en wanneer. Zo weet de ander waar hij of zij op kan rekenen.
Geef duidelijk aan wat je wilt doen voor de ander. En ook wanneer.
Hoe kun je helpen?
Als je wilt helpen, vraag dan of je wat kunt doen en wat je kunt doen. Vraag dus: ‘Wat kan ik doen’. En niet: ‘Als er iets is wat ik kan doen, laat me weten.’ Weet iemand dat niet? Stel dan zelf iets voor. Bied aan waar je goed in bent en wat passend is bij jullie contact. En wil diegene geen hulp? Ook goed, natuurlijk. Je kunt het weken later nog eens voorstellen, de behoefte kan dan veranderd zijn.
Welke hulp kun je aanbieden:
- boodschappen doen
- een keer komen koken, eten en afwassen
- eten brengen, ook om in te vriezen
- stofzuigen
- de badkamer schoonmaken
- de was doen, strijken
- de hond uitlaten
- de kinderen af en toe van school halen
- rijden naar het ziekenhuis of meegaan naar controles
- een bezoekrooster maken
- informatie opzoeken
- bloemen/planten verzorgen
Hulp hoeft niet altijd iets praktisch te zijn. Voor de zieke kan iets leuks ondernemen ook fijn zijn, zoals:
- een autoritje maken
- een blokje om gaan
- samen de hond uitlaten
- met iemand naar het bos gaan
- ergens iets gaan drinken
Bedenk wel dat ook een zieke graag de baas blijft over zijn eigen leven. Ga dus niet zelf dingen regelen of beslissen voor de ander. Dring ook niets op. Maar beloof je iets te doen? Doe dat dan ook.
Wat kun je beter niet doen?
Adviezen of raad geven. Bijvoorbeeld over behandelingen of alternatieve geneeswijzen. Tenzij iemand je het vraagt.