Vaak krijg je pijnstillers tegen de pijn. De ‘gewone’ pijnstillers helpen minder goed of niet bij zenuwpijn. Je krijgt dan andere medicijnen.
Door een pijnstiller voel je de pijn niet. Of veel minder. Een pijnstiller onderdrukt de pijn, maar doet niets aan de oorzaak. De pijn komt dus weer terug als de pijnstiller is uitgewerkt.
Goed om te weten: de perfecte pijnstiller bestaat niet. Iedereen reageert anders op medicijnen. Soms is het even zoeken naar wat voor jou het beste werkt en de minste bijwerkingen heeft.
Lees op deze pagina verder over de pijnstillers:
Bekijk ook de informatie over:
Heb je zenuwpijn door kanker of de behandeling van kanker, dan werken ‘gewone’ pijnstillers niet. Je kun dan andere medicijnen krijgen. Lees meer over de behandeling van zenuwpijn.
Paracetamol
Bij de behandeling van pijn krijg je meestal eerst paracetamol (tablet of zetpil). Paracetamol heeft geen of weinig bijwerkingen.
Lees op apotheek.nl verder over paracetamol.
Ontstekingsremmende pijnstillers (NSAID’s)
Helpt paracetamol niet genoeg, dan kan de arts er ook nog een ontstekingsremmende pijnstiller bij geven. Bijvoorbeeld diclofenac, ibuprofen of naproxen.
Ontstekingsremmende pijnstillers heten ook wel NSAID’s. Dat is een afkorting voor Non-Steroïdal Anti-Inflammatory Drugs.
Je krijgt NSAID’s bijvoorbeeld als je ontstekingen in je gewrichten of uitzaaiingen in je botten hebt, meestal samen met paracetamol. Je arts weegt samen met jou de risico’s af tegen de voordelen.
Bijwerkingen
NSAID’s kunnen maagklachten veroorzaken. Als je ze vaak gebruikt, kunnen ze ook je maag en darmen beschadigen. Daarom krijg je er vaak een medicijn bij dat je maag beschermt. Meld maag-darmklachten altijd aan je arts.
NSAID’s kunnen ook de nieren of lever beschadigen. Of problemen met de bloedstolling geven.
Heb je problemen met je lever, maag, hart of nieren, dan mag je geen ontstekingsremmende pijnstillers gebruiken. Het risico op ernstige bijwerkingen is dan te groot.
Lees op apotheek.nl verder over diclofenac, ibuprofen en naproxen.
Morfine en andere sterke pijnstillers
Helpt paracetamol met of zonder NSAID’s niet genoeg, dan kan de arts morfine voorschrijven (bijvoorbeeld tabletten). Of een morfineachtige pijnstiller, zoals oxycodon (tabletten) of fentanyl (pleisters).
Je gebruikt de medicijnen volgens een vast schema. Dat betekent dat je ze ook moet innemen als je op dat moment weinig of geen pijn hebt. Helpen ze niet genoeg, dan krijg je een hogere dosis. De dosis is de hoeveelheid die nodig is om de pijn te stillen.
Belangrijk: houd je aan het recept dat je arts voorschrijft. Wil je meer of minder gebruiken, overleg dan altijd eerst met je arts. Minder gebruiken kan je klachten erger maken. Meer gebruiken kan risico’s hebben voor je gezondheid.
Als morfine en morfineachtige pijnstillers niet goed genoeg werken
Met morfinepillen, oxycodon of fentanyl-pleisters lukt het niet altijd om de pijn te verminderen. Of draaglijk te maken.
Wat dan kan:
- Veranderen van pijnstiller. Bijvoorbeeld als je oxycodon gebruikt, overgaan naar een fentanyl-pleister.
- Morfine of oxycodon toedienen onder je huid of via een ader. Dat kan als een injectie. Dat werkt sneller. Soms wordt daarbij ook een infuus of een pomp gebruikt.
- Pijnstilling via een katheter in het ruggenmerg.
- Een andere behandeling proberen, bijvoorbeeld een zenuwblokkade.
Je arts bespreekt dit met je.
Bijwerkingen van morfine en morfineachtige pijnstillers
Morfine en morfineachtige pijnstillers kunnen bijwerkingen geven. De meeste bijwerkingen gaan na een paar dagen tot weken vanzelf over.
Krijg je een hogere dosis, dan komen de bijwerkingen weer terug. Maar ook dan gaan ze vaak weer over.
Bijwerkingen die vaak voorkomen, zijn:
Verstopping door morfine
Morfine en morfineachtige pijnstillers veroorzaken vaak verstopping (harde ontlasting). Om verstopping te voorkomen schrijft de arts ook altijd een laxeermiddel voor. Ook als je (nog) geen problemen met poepen hebt.
Krijg je toch last van verstopping, dan kun je een klysma krijgen. Een klysma is een laxeermiddel. Meestal brengt de verpleegkundige dat in via je anus (poepgat). Je kunt dat ook zelf doen.
Heb je veel last van verstopping terwijl je wel laxeermiddelen gebruikt? Dan kun je misschien een ander soort pijnstiller krijgen. Misschien geeft die bij jou minder verstopping.
Neem contact op met je arts of verpleegkundige als je last hebt van verstopping.
Lees op voedingenkankerinfo/wkof.nl wat je zelf kunt doen bij verstopping.
Misselijkheid en overgeven
De eerste dagen na de start van de behandeling met morfine of een morfineachtige pijnstiller kun je misselijk zijn. Ook na een verhoging van de dosis kun je dit soort klachten hebben. Dit gaat vaak binnen een paar dagen over.
De arts kan je medicijnen geven tegen misselijkheid en overgeven.
Gaat de misselijkheid niet over? Dan kan de arts je een andere pijnstiller voorschrijven. Misschien verdraag je die beter.
Sufheid door morfine
In de eerste dagen na de start van de behandeling met morfine of andere opioïden kun je suf zijn. En ook na een verhoging van de dosis. Dit gaat vaak binnen een paar dagen over.
Gaat de sufheid niet over, dan kan de arts je een medicijn voorschrijven met een oppeppende werking.
Blijf je suf, dan kun je een vaak andere pijnstiller krijgen. Die je misschien beter verdraagt.
Droge mond door morfine
Heb je een droge mond door een zeer sterke pijnstiller, zoals morfine? Verzorg je mond dan extra goed. Drink ook genoeg en gebruik bijvoorbeeld zuurtjes of kauwgom om je speekselproductie op gang te brengen.
Andere bijwerkingen van morfine
Bijwerkingen die soms voorkomen, zijn: hallucinaties, delier, jeuk, moeilijk plassen en spiertrekkingen.
Meld dit soort bijwerkingen altijd aan je arts. Soms kun je medicijnen krijgen tegen de bijwerkingen. Ook kan het helpen om de dosis van de pijnstiller te verlagen.
Pas op met autorijden
Morfine of een morfineachtige pijnstiller kan bijwerkingen geven, zoals sufheid, verwardheid en duizeligheid. Autorijden is dan gevaarlijk.
Overleg met je arts of het verantwoord is om auto te rijden.
Pas op met alcohol
Gebruik geen alcohol. Hierdoor kun je meer last krijgen van bijwerkingen. Alcohol kan je bijvoorbeeld extra suf maken.
Is morfine verslavend?
Gebruik je morfine als pijnstiller, dan is de kans dat je er verslaafd aan raakt heel klein. Iemand zonder pijn kan wel verslaafd raken aan opioïden. Dat komt door de ‘kick‘ die het geeft. Deze ‘kick’ is er niet als je morfine gebruikt om pijn te verlichten.
Je lichaam raakt wel gewend aan het gebruik van morfine en morfineachtige pijnstillers als je die lange tijd gebruikt. Op zich kan dit geen kwaad. Het betekent wel dat je er niet ineens mee moet stoppen. Overleg altijd met je arts als je wilt stoppen.
Pijnstillers innemen
Gebruik de pijnstillers zoals de arts heeft voorgeschreven of zoals in de bijsluiter staat. Zo werken ze het beste en zijn ze het veiligst.
Belangrijk:
- Neem de pijnstillers op vaste tijden in. Of vervang de pijnpleister op vaste tijden. Doe dat ook als je op dat moment weinig of geen pijn hebt. Zo zorg je ervoor dat er steeds een constante hoeveelheid van de pijnstiller in je bloed aanwezig is. Als de pijnstillers voor doorbraakpijn bedoeld zijn, neem je ze alleen in als je veel pijn hebt.
- Houd je aan de voorgeschreven dosering.
Pijnstillers afbouwen
Is de oorzaak van de heftige pijn genezen of verdwenen, dan kun je stoppen met de pijnstillers.
Bouw het gebruik van een pijnstiller zoals morfine wel altijd af in overleg met je arts. Anders loop je het risico om ontwenningsverschijnselen te krijgen.
Lees op Thuisarts.nl verder over stoppen met sterke pijnstillers.