Probeer lichamelijk actief te blijven. Bijvoorbeeld door te wandelen, te zwemmen of te fietsen. Bouw je lichamelijke activiteiten geleidelijk op.
Als het lukt, doe dan ook oefeningen om je lichaam zo soepel en sterk mogelijk te houden. Een fysiotherapeut kan je daarbij begeleiden.
Een goede conditie helpt om de dagelijkse dingen beter te kunnen doen.
Laat je adviseren over hulpmiddelen
Sommige activiteiten kunnen veel pijn doen. Bijvoorbeeld ('s nachts) naar de wc gaan. Bepaalde aanpassingen in huis kunnen je helpen. Bijvoorbeeld een postoel.
Wijkverpleegkundigen en ergotherapeuten kunnen je allerlei tips geven voor het dagelijks leven. Wijkverpleegkundigen zijn vaak in dienst bij een thuiszorgorganisatie. Je kunt zelf contact opnemen met een zorgaanbieder. Daarvoor heb je geen verwijzing nodig.
Ook voor een ergotherapeut heb je geen verwijzing van je arts nodig. Soms wel. Dat staat dan in de polisvoorwaarden van je zorgverzekeraar.
Regel praktische hulp
Vraag op tijd om hulp. Zo kun je jezelf zo veel mogelijk ontzien en houd je energie over voor de dingen die je belangrijk vindt.
Vraag bijvoorbeeld buren, familie of kennissen om hulp. Vaak vinden mensen het fijn om iets praktisch voor je te kunnen doen.
Je kunt ook bij je gemeente vragen of je hulp kunt krijgen, bijvoorbeeld van vrijwilligers of van de thuiszorg. Wacht daar niet te lang mee. Want soms kan het even duren voordat je de hulp krijgt die je nodig hebt.