Een stent bij maagkanker

Als de tumor niet weggehaald kan worden, raakt de maag soms geblokkeerd. Voedsel kan dan niet verder. Je krijgt dan een stent: een kunststof buisje dat de maag openhoudt.

Lees op deze pagina over:

• Wat is een stent?
• Wanneer krijg je een stent?
• Hoe gaat het plaatsen van een stent?
• Eten met een stent
• Algemene adviezen bij een stent

Wat is een stent?

Een stent is een kunststof buisje dat de maag openhoudt op een plek die geblokkeerd wordt door een tumor. Zodat voedsel er weer langs kan.

Wanneer krijg je een stent?

Soms blokkeert de tumor de in- of uitgang in je maag. Als de tumor niet weggehaald kan worden, kun je een stent krijgen. Van de slokdarm naar de maag (bovenin) of van de maag naar de dunne darm (onderin).

De arts brengt de stent in de maag via een endoscoop. Dit is een dunne, flexibele slang. De arts schuift de slang door je mond naar binnen tot in de slokdarm of tot aan het begin van de dunne darm. Aan het uiteinde van de slang zit een mini-camera. Zo kan de arts de binnenkant van de slokdarm of het begin van de dunne darm bekijken. En zo zien waar de stent moet komen.

De arts schuift de ingeklapte stent op de plek waar de tumor de doorgang blokkeert. De stent klapt zichzelf uit en blijft zitten bij de tumor. Zo wordt de doorgang opengehouden en kan je voedsel er weer makkelijker doorheen. Als de stent er eenmaal zit, gaat hij er niet meer uit. Hij wordt alleen weggehaald als je pijn hebt door de stent. Of als de stent verschuift.

Voor deze ingreep krijg je een roesje. Dat is een lichtere verdoving dan een volledige narcose. Je blijft altijd een paar uur in het ziekenhuis om goed bij te komen. Je kunt je moe en slap voelen na afloop. Zorg dat iemand je komt ophalen, je mag na de ingreep niet alleen naar huis.

Klachten van een stent

Door een stent in de slokdarm kun je last krijgen van oprispingen en brandend maagzuur. Hierbij komt je voedsel weer een stukje omhoog. Je kunt dan pijn achter je borstbeen hebben.

Andere klachten bij een stent zijn:

• Na het plaatsen vouwt de stent zich nog wat verder uit. Dat kan een drukkend of pijnlijk gevoel geven. Waarschijnlijk moet je een tijdje pijnstillers nemen.
• De stent kan verstopt raken, bijvoorbeeld als er voedsel in blijft steken of de tumor erdoorheen groeit.
• De stent kan verschuiven door de bewegingen van de slokdarm of dunne darm zelf.
• Brandend maagzuur (reflux). Omdat de stent altijd openstaat, kan er makkelijk maagzuur in de slokdarm terechtkomen.

Ook hoe je eet en wat je eet heeft invloed op brandend maagzuur. Een diëtist kan je helpen.

Lees bij Voeding en Kanker Info de voedingstips bij brandend maagzuur.

Neem altijd contact op met je arts of verpleegkundige als je klachten hebt of veranderingen merkt.

Eten met een stent

Het ziekenhuis heeft informatie over wat je wel en niet mag eten met een stent. Dat is belangrijke informatie: eet je verkeerde voeding, dan heb je meer kans op complicaties met de stent. Bijvoorbeeld verstopping, beschadiging of verschuiving.

Algemene adviezen bij een stent

Algemene adviezen om je leven met een stent zo aangenaam mogelijk te maken:

• Eet rustig en kauw goed.
• Drink bij iedere maaltijd. Zo voorkom je dat voedsel blijven zitten.
• Zit goed rechtop tijdens het eten en blijf daarna nog zo’n 30 tot 60 minuten rechtop zitten.
• Ga niet met een volle maag naar bed: eet 1 tot 2 uur voor het slapengaan niet meer.
• Verdeel de maaltijden over de dag.
• Wissel koude, warme, zoete en hartige gerechten met elkaar af.
• Snijd voedsel fijn en kook het goed gaar.
• Vermijd kleffe producten zoals witte bolletjes, ontbijtkoek, toffees, taaitaai en drop. Die blijven makkelijk plakken in de stent.
• Eet ook geen harde producten zoals zuurtjes, pepermunt en gefrituurd voedsel. Die kunnen de stent beschadigen.