Essentiële trombocytemie is niet te genezen, maar met een goede behandeling leven mensen met deze ziekte nog vele jaren. De behandeling verschilt per persoon.
Je krijgt altijd medicijnen tegen trombose: carbasalaatcalcium (Ascal®) of acetylsalicylzuur (Aspirine®).
Daarnaast kun je nog 1 of meer van deze behandelingen krijgen:
Doel van de behandeling bij essentiële trombocytemie
De behandeling heeft vooral als doel om trombose te voorkomen en klachten te verminderen. De arts probeert het aantal bloedplaatjes in het bloed naar beneden brengen. Ook probeert de arts ervoor te zorgen dat het risico op trombose, een bloeding of een hart- of vaatziekte kleiner wordt.
Behandelplan
Verschillende artsen maken samen voor jou een behandelplan. Zij gebruiken hiervoor landelijke richtlijnen.
Bij het bepalen van de behandeling kijken ze altijd naar je medische verleden. Bijvoorbeeld of je eerder trombose of een hart- of vaatziekte hebt gehad. Ook kijken ze naar risicofactoren, zoals:
- hoge bloeddruk
- suikerziekte
- roken
- hoog cholesterol
- leeftijd
Op basis van de risicofactoren, word je ingedeeld in een risicogroep. De behandeling wordt hierop aangepast.
Risicogroepen
Er zijn 3 risicogroepen:
- Laag risico: de patiënt is jonger dan 60 jaar en heeft niet eerder trombose gehad. Er zijn geen risicofactoren voor het ontstaan van hart- en vaatziekten, zoals roken of een hoge bloeddruk. Het aantal bloedplaatjes (trombocyten) is lager dan 1500 miljard per liter bloed.
- Intermediair risico: de patiënt valt niet binnen de laag risico groep en niet binnen de hoog risico groep
- Hoog risico: de patiënt is 60 jaar of ouder óf de patiënt heeft eerder trombose gehad óf het aantal bloedplaatjes is hoger dan 1500 miljard per liter bloed.
Behandeling laag risicogroep
Zijn er weinig risicofactoren aanwezig? Dan is een behandeling met carbasalaatcalcium (Ascal®) of acetylsalicylzuur (Aspirine®) vaak voldoende om trombose te voorkomen.
Deze medicijnen remmen het klonteren van bloedplaatjes, zodat er geen bloedpropjes ontstaan. Ze helpen ook goed tegen ernstige pijn in je voeten of vingers, waarbij een rood-blauwe verkleuring te zien is (erytromelagie).
Mogelijke bijwerkingen zijn:
- meer kans op bloedingen
- sneller blauwe plekken krijgen
- maagklachten
Behandeling intermediair risicogroep
Patiënten die niet binnen de laag risicogroep of de hoog risicogroep vallen, krijgen een behandeling met carbasalaatcalcium (Ascal®) of acetylsalicylzuur (Aspirine®) om trombose te voorkomen.
Is het aantal trombocyten groter dan >1000 x 109/l en zijn er risicofactoren aanwezig voor hart- en vaatziekten? Dan zal de arts een behandeling overwegen met medicijnen die de aanmaak van rode bloedcellen en bloedplaatjes afremmen.
Behandeling hoog risicogroep
Wanneer er veel risicofactoren aanwezig zijn, dan zal de arts een behandeling overwegen met medicijnen die de aanmaak van rode bloedcellen en bloedplaatjes afremmen. Dit heet myelosuppressieve of cytoreductieve therapie.
Er zijn 5 mogelijkheden:
- behandeling met hydroxycarbamide
- behandeling met busulfan
- behandeling met interferon-alfa
- behandeling met anagrelide
- behandeling met radioactief fosfor
De arts bespreekt de behandeling(en) en de mogelijke bijwerkingen met je.