Behandeling van kanker bij Lynch-syndroom
Deze informatie is gecontroleerd door deskundigen.
Naar colofon
Deze informatie is gecontroleerd door deskundigen.
Naar colofonIs bij jou de diagnose dikkedarmkanker of baarmoederkanker gesteld? Dan bespreekt de arts met je de behandelmogelijkheden.
Behandeling van dikkedarmkanker
De meeste mensen met het Lynch-syndroom en dikkedarmkanker krijgen een operatie. Tijdens de operatie verwijdert de chirurg het deel van dikke darm waar de tumor in zit of de hele dikke darm.
De beslissing voor een gehele of een gedeeltelijke verwijdering van de dikke darm maak je in overleg met je behandelaar. Het advies van de arts hangt onder meer af van het stadium van de kanker en van je leeftijd.
Andere afwegingen zijn:
- Bij verwijdering van de totale dikke darm neemt het risico om opnieuw dikkedarmkanker te krijgen sterk af. De kans hierop is in de eerste 10 jaar na de darmoperatie ongeveer 25%.
- Tijdens de operatie wordt de dunne darm aangesloten op het sigmöid (S-vormige deel) of op de endeldarm. Controle van de endeldarm (sigmoïdoscopie) op het opnieuw ontstaan van kanker is eenvoudiger dan controle van de dikke darm (coloscopie).
- Het geheel verwijderen van de dikke darm kan ook nadelen hebben, zoals dunnere ontlasting en seksuele problemen.
In het gesprek kan de arts deze punten verder toelichten.
Patiënten ouder dan 60 jaar
Bij patiënten ouder dan 60 jaar kan de arts voorstellen alleen het deel van de darm te verwijderen waar de tumor in zit. Onderzoek bij deze leeftijdsgroep heeft namelijk aangetoond dat de behandeling van de tumor zelf de meeste invloed op een gunstige prognose heeft. Het verminderen van het risico op een volgende tumor (door het verwijderen van de gehele dikke darm) heeft bij patiënten ouder dan 60 jaar een kleiner effect.
Behandeling van baarmoederkanker
De behandeling van baarmoederkanker bij het Lynch-syndroom wijkt niet af van de gebruikelijke behandeling van baarmoederkanker.
Behandeling van andere kankersoorten
Ook voor andere tumoren waar mensen met Lynch-syndroom een verhoogd risico op hebben, is de behandeling hetzelfde als voor patiënten zonder Lynch-syndroom.