De uitslag: wel of geen erfelijke aanleg

Deze informatie is gecontroleerd door deskundigen.

Naar colofon
Opslaan

De uitslag van het erfelijkheidsonderzoek krijg je te horen van de klinisch geneticus, of van je behandelend arts. Ook krijg je een brief met de uitslag mee. Lees over mogelijke uitkomsten van het onderzoek en de gevolgen ervan.

Lees op deze pagina over:

Het gesprek over de uitslag 

Als de onderzoeken klaar zijn, krijg je een gesprek over de uitslag. Dat gesprek kan met een klinisch geneticus zijn, maar als je kanker hebt is dat soms ook met je behandelend arts. Je krijgt ook een brief mee met de uitslag van het DNA-onderzoek.

Heb je erfelijke aanleg? Dan lees je in de brief ook hoe het zit met jouw risico op kanker. Vaak staan er ook adviezen in voor jou of voor je familie. Bewaar deze brief goed.

De uitslag: je hebt erfelijke aanleg

Komt uit het DNA-onderzoek dat je erfelijke aanleg voor kanker hebt? Dan kun je daar flink van schrikken. Ook als je er misschien al een vermoeden van had. Het kost vaak tijd om dit nieuws te verwerken. Er kunnen veel dingen zijn waar je over moet nadenken en beslissen.

Misschien kun je extra ondersteuning gebruiken. Bijvoorbeeld van een hulpverlener of van mensen in dezelfde situatie als jij. Lees onderaan deze pagina wie je kan ondersteunen.

Erfelijke aanleg: de gevolgen voor familieleden

Als je erfelijke aanleg hebt, adviseert de klinisch geneticus ook om je familieleden te laten weten dat je erfelijke aanleg hebt. Je familieleden kunnen dan ook DNA-onderzoek laten doen. Dit is hun eigen keuze. Afhankelijk van de uitslag van het onderzoek krijgen zij mogelijk meer onderzoeken of een preventieve behandeling.    

Bekijk meer informatie en tips over ‘je familie vertellen over erfelijke aanleg’ op de website van het Erfocentrum.

Erfelijke aanleg: de gevolgen voor je kinderen

Heb je erfelijke aanleg voor kanker en heb je kinderen? Je kunt de erfelijke aanleg aan hen doorgeven. De kans hierop is meestal 50%.

Als je kinderen willen weten of ze de erfelijke aanleg ook hebben, kunnen ze DNA-onderzoek laten doen. Het verschilt wat de beste leeftijd is om dit te laten onderzoeken. Meestal is dit als je volwassen bent, maar soms al op kinderleeftijd.

Bekijk meer informatie en tips over ‘je kinderen vertellen over erfelijke aanleg’ op de website van het Erfocentrum.

Erfelijke aanleg: gevolgen voor je kinderwens

Als je erfelijke aanleg hebt voor kanker, is de kans meestal 50% kans dat je kind die erfelijke aanleg ook krijgt. Heb je een kinderwens of ben je zwanger? Dan kun je je zorgen maken over je kind. Deze situatie roept vast allerlei vragen en dilemma’s bij je op. Bespreek je vragen en je kinderwens met je klinisch geneticus voordat je zwanger bent. Hij of zij kan dan je vragen beantwoorden en de mogelijkheden met je bespreken.

Je kunt meer lezen over kinderwens en erfelijke aanleg op de website van het Erfocentrum. Ook kan het helpen om je gevoelens en vragen te delen met anderen.

Ervaringen en gevoelens delen met anderen

Misschien helpt het jou om je ervaringen en gevoelens te delen met mensen die dezelfde vorm van erfelijke aanleg hebben als jij.

Lotgenoten kun je vinden via:

De uitslag: er is een afwijking in het DNA gevonden, maar de uitslag is onduidelijk

Soms is de uitslag van het DNA-onderzoek onduidelijk. Er is dan een afwijking in het DNA gevonden, maar er is niet duidelijk of je hierdoor een grotere kans op kanker hebt.

Bij een onduidelijke uitslag kan je klinisch geneticus voorstellen om meer onderzoek te doen. Ook kan hij of zij voorstellen om familieleden mee te laten werken aan het vervolgonderzoek.

Meestal duren de extra onderzoeken een tijdje. Ze leveren niet altijd meer duidelijkheid op. Als onduidelijk blijft wat de afwijking in het DNA precies betekent, krijg je dezelfde adviezen als bij familiaire kanker. Zo is er bijvoorbeeld geen onderzoek bij familieleden. Meestal blijken DNA-afwijkingen met een onduidelijke betekenis uiteindelijk geen kwaad te kunnen.

De uitslag: er is géén erfelijke aanleg gevonden

De uitkomst van het onderzoek kan zijn dat je geen erfelijke aanleg voor kanker hebt. Dat is waarschijnlijk een hele opluchting! Maar het kan ook zijn dat je even moet wennen aan deze uitslag. Zeker als je veel andere familieleden met kanker hebt of als andere familieleden wel erfelijke aanleg hebben, en jij niet.

Familiaire kanker

Ook kan het zo zijn dat er veel aanwijzingen zijn voor erfelijke aanleg, maar er geen erfelijke aanleg wordt gevonden door het DNA-onderzoek. De kans op kanker kan dan alsnog groter zijn in jouw familie, ook al is er dan geen afwijking in het DNA gevonden. Artsen noemen dit familiaire kanker.

Als dit voor jou geldt, bespreekt de klinisch geneticus met je hoe het verder gaat. Misschien adviseert hij of zij controles. Ook kan het verstandig zijn om je familieleden te informeren.

Ondersteuning van een maatschappelijk werker of psycholoog

Wil je meer ondersteuning na de uitslag van het erfelijkheidsonderzoek? Dan kun je terecht bij een maatschappelijk werker of een psycholoog. Dat geldt ook voor je kinderen en andere familieleden.

De psycholoog of maatschappelijk werker helpt je om te leren omgaan met de erfelijke aanleg voor kanker. Hij of zij kan je ook helpen bij het informeren van familieleden en je kinderen. En bij het maken van verdere keuzes.

Je kunt aan je klinisch geneticus vragen om een verwijzing. Of zoek zelf een hulpverlener via kanker.nl.

Colofon

Met medewerking van:

logo vkgn

Vereniging van Klinische Genetica Nederland (VKGN)

Gemaakt door de redactie van kanker.nl

Laatste update: mei 2022