Slaap is belangrijk. Het helpt je lichaam herstellen en geeft je energie om de dag door te komen. Maar goed slapen lukt niet altijd als je kanker hebt (gehad). Bijvoorbeeld omdat je angstig en gespannen bent. Of last hebt van pijn of andere lichamelijke ongemakken. Bespreek dit met je arts of verpleegkundige.
Lees op deze pagina over:
Slapen
Goed slapen helpt om je lichaam te laten herstellen en om je mentaal beter te voelen. Tijdens je slaap verwerken je hersenen emoties en indrukken van de dag. Dat helpt om rust in je hoofd te krijgen en beter om te gaan met alles wat er speelt.
Met goed slapen bedoelen we zowel de duur van je totale slaap als de kwaliteit van de slaap. Hoelang je moet slapen verschilt per persoon. Met een goede kwaliteit slaap bedoelen we rustig slapen, niet meer keren per nacht wakker worden en je ’s ochtends uitgerust voelen.
Heb je moeite met inslapen, word je meer keren per nacht wakker of ben je steeds moe? Bespreek dit dan met je arts of verpleegkundige. Soms kunnen kleine aanpassingen al helpen, zoals meer ontspanning overdag of een rustiger slaapritme. In sommige gevallen is extra hulp nodig.
Slaapproblemen bij kanker
De volgende slaapproblemen komen vaak voor bij mensen met kanker:
- niet slapen of niet goed slapen
- slecht inslapen
- te vroeg wakker worden
- heel licht slapen
- of een combinatie hiervan
Misschien pieker je. En is dat een oorzaak van je slaapproblemen. Het kan ook zijn dat je pijn, jeuk of andere gevolgen van de kanker of je behandeling hebt.
Slecht slapen bij kanker: wat is eraan te doen?
Heb je problemen met slapen? Praat erover met je (huis)arts. Soms is er iets aan te doen.
Wat kan je (huis)arts doen?
Je (huis)arts probeert de oorzaak van je slaapproblemen te vinden en aan te pakken. Heb je bijvoorbeeld last van pijn, dan kun je misschien extra pijnstillers krijgen. En bij jeuk kunnen een crème of medicijnen soms helpen. Is slechte slaap een bijwerking van medicatie, dan kan je medicatie misschien aangepast worden.
Je arts kan ook slaapmiddelen voorschrijven als dat nodig is. Het voordeel is dat die meestal wel werken. Een nadeel is dat deze middelen verslavend kunnen zijn: je lichaam raakt eraan gewend en je hebt ze steeds vaker nodig om te kunnen slapen. Daardoor raakt je eigen slaapritme verstoord. Meestal is het advies om ze kort te gebruiken, bijvoorbeeld enkele dagen tot maximaal 2 weken. Het kan wel een tijdelijke oplossing zijn.
Je arts kan je ook doorverwijzen naar een andere zorgverlener, zoals de praktijkondersteuner (poh-ggz), een fysiotherapeut of psycholoog. Bijvoorbeeld voor ontspanningsoefeningen.
Wat kun je zelf doen?
Je kunt zelf ook een aantal dingen doen om te zorgen dat je beter slaapt:
- Stop op tijd met achter een beeldscherm zitten of op je telefoon. Dat blauwe licht geeft een signaal af aan je hersens: wakker blijven.
- Zorg dat je overdag buiten komt en beweegt (als dat lukt).
- Zorg dat je slaapkamer niet te warm of te koud is. Tussen de 16 en 18 graden is voor de meeste mensen ideaal.
Meer tips om beter te slapen: