Na je behandeling van urachuskanker blijf je onder controle. De arts kijkt bij de controles of de kanker wegblijft. En of je last hebt van de gevolgen van je behandeling. Gaat urachuskanker bij jou niet meer over? En krijg je een behandeling om de tumor minder snel te laten groeien? Dan kijkt de arts of de behandeling werkt.
De controles zijn meestal in het ziekenhuis. maar soms ook bij je huisarts. Andere woorden voor controle zijn: nacontrole of follow-up.
Lees op deze pagina verder over:
Lees ook over:
Hoe gaat een controlebezoek?
Je arts of verpleegkundig specialist onderzoekt de plek waar de tumor zat. En vraagt hoe het met je gaat. Heb je klachten, vertel ze dan.
Soms krijg je extra onderzoeken, zoals een bloedonderzoek, een scan of een kijkonderzoek van de blaas (cystoscopie).
Hoe vaak zijn de controles na urachuskanker?
Meestal blijf je 5 tot 10 jaar onder controle. Hoe vaak je op controle komt, hangt af van je situatie. Dit bespreekt je arts met je.
Gevolgen van de behandeling bespreken
Op de controle-afspraak bespreek je of je last hebt van gevolgen van de behandeling. De arts of verpleegkundige vertelt je of er iets aan te doen is.
Zij kunnen je doorsturen naar iemand die je met de klacht kan helpen.
Klachten tussen de controles in
Misschien heb je tussen de controles door pijn of klachten. Vertel dat aan je huisarts. Of maak eerder een afspraak voor controle in het ziekenhuis.