Inwendige bestraling bij urachuskanker
Deze informatie is gecontroleerd door deskundigen.
Naar colofonBij urachuskanker krijg je soms inwendige bestraling van je blaas. Dit heet brachytherapie. Het is bestraling die in je lichaam gebeurt. Je krijgt dit dan na uitwendige bestraling of meteen na een operatie.
Een ander woord voor inwendige bestraling is brachytherapie. De inwendige bestraling maakt de kans kleiner dat de kanker terugkomt. Doel van bestraling is genezing.
Lees op deze pagina over:
- Inwendige bestraling na een operatie
- Inwendige bestraling na uitwendige bestraling in plaats van een operatie
- Hoe gaat inwendige bestraling?
- Bijwerkingen van inwendige bestraling
Inwendige bestraling na een operatie
Soms krijg je inwendige bestraling van je blaas na de operatie. Dit is om kankercellen die er nog kunnen zitten, te doden.
Inwendige bestraling na uitwendige bestraling in plaats van een operatie
Soms kun je kiezen voor inwendige bestraling na uitwendige bestraling (bestraling door de huid heen) in plaats van een operatie waarbij de arts een deel van je blaas weghaalt. Dit kan als er na uitwendige bestraling geen tumor meer is. Je krijgt dan een hoge dosis inwendige bestraling op het gebied waar de tumor zat. Dit is om kankercellen die er nog kunnen zitten, te doden.
Hoe gaat inwendige bestraling?
Voor inwendige bestraling brengt de arts bij de operatie 2 tot 3 dunne buisjes in je blaas. De arts doet dit via je buik. Door die buisjes brengt de arts radioactieve zaadjes in. Die zaadjes geven straling meteen in je blaas.
De inwendige bestraling krijg je meestal een paar dagen, meer keren per dag. Je blijft hiervoor een paar dagen in het ziekenhuis.
Lees meer over inwendige bestraling.
Bijwerkingen van inwendige bestraling
Inwendige bestraling kan bijwerkingen geven. Maar de straling komt alleen op de plek waar de tumor zit. Daardoor heb je meestal minder last van bijwerkingen dan bij uitwendige bestraling. De arts of verpleegkundige bespreekt welke bijwerkingen je kunt krijgen. En hoe je hier het best mee omgaat.
Voorbeelden van bijwerkingen:
- blaaskrampen: daardoor heb je het gevoel dat je moet plassen, terwijl je blaas leeg is
- littekens op je buik, die kunnen pijn doen
- vaker moeten plassen, ook ’s nachts
- moeite om je plas op te houden
- bloed bij het plassen
- veranderingen voor je seksleven
Heb je bijwerkingen? Vertel het aan je arts of verpleegkundige. Misschien is er iets aan te doen.