Operatie bij urachuskanker
Deze informatie is gecontroleerd door deskundigen.
Naar colofonMeestal haalt de arts de tumor weg met een operatie. Doel van de operatie is genezing.
Lees verder op deze pagina over:
- Hoe gaat een operatie?
- Chemotherapie voor de operatie
- Bestraling voor de operatie
- Na de operatie
- Inwendige bestraling na de operatie
- Risico’s en complicaties van een operatie
- Gevolgen van een operatie
Hoe gaat een operatie bij urachuskanker?
Tijdens de operatie haalt de arts de tumor en de urachus weg. Vaak samen met je navel en de bovenkant van je blaas. Heb je uitzaaiingen in lymfeklieren dicht bij de tumor? Dan haalt de arts die lymfeklieren ook weg.
Heel soms moet de arts je hele blaas weghalen.
Nieuwe blaas of urinestoma
Moet je hele blaas eruit? Dan zijn er twee opties: een neoblaas of een urinestoma. Bij een neoblaas maakt de arts tijdens de operatie een nieuwe blaas van een stuk van je darm. De darm wordt dan vastgemaakt aan de plasbuis. Kan dat niet? Dan gebruikt de arts een stukje darm waar de urineleiders op worden aangesloten en het stukje darm wordt naar buiten gebracht, dit heet een urinestoma.
HIPEC-behandeling
Heb je beperkte uitzaaiingen op je buikvlies en niet op andere plekken? Dan krijg tijdens je operatie ook een HIPEC-behandeling. Dat is een spoeling van je buik met warme vloeistof waarin chemotherapie is opgelost. In die vloeistof zitten dus chemo-medicijnen.
Lees meer over de HIPEC-behandeling.
Chemotherapie voor de operatie
Zijn de lymfeklieren in je bekken de enige uitzaaiingen op scans? Dan krijg je meestal eerst chemotherapie. Daarna krijg je een operatie als er een goede reactie van de chemotherapie te zien is op een scan. Doel is de ziekte daarmee onder controle te krijgen.
Bestraling voor de operatie
Soms krijg je bestraling voor de operatie. Bijvoorbeeld om de tumor kleiner te maken of om lokale uitzaaiingen te behandelen.
Na de operatie
Na de behandeling blijf je meestal een paar dagen in het ziekenhuis. Heb je een urinestoma of nieuwe blaas gekregen? Dan legt de stomaverpleegkundige uit hoe het werkt. Samen oefen je hoe je daarmee omgaat. Overigens is het in de regel niet nodig om de hele blaas te verwijderen en is de kans op een stoma of nieuwe blaas niet groot
Ga je naar huis? Dan krijg je adviezen mee over:
- het verzorgen van de operatiewond en pijnstilling
- hoe je omgaat met een nieuwe blaas of urinestoma
Ook hoor je bij welke klachten je contact op moet nemen met het ziekenhuis. En wat je verder moet doen om zo goed mogelijk te herstellen.
Inwendige bestraling na de operatie
Heb je een tumor die snel groeit en makkelijk uitzaait? Dan kun je inwendige bestraling (brachytherapie) krijgen na je operatie. Dat maakt de kans kleiner dat de tumor terugkomt.
Risico’s en complicaties van een operatie bij urachuskanker
Bij elke operatie is er kans op complicaties. Bijvoorbeeld een nabloeding of trombose. Dat is een bloedpropje dat zorgt dat je bloed niet goed door je aderen kan stromen.
Je kunt bij een operatie voor urachuskanker soms ook deze complicaties krijgen:
- Problemen met plassen. Bijvoorbeeld: niet goed kunnen uitplassen, vaker moeten plassen (omdat de blaas kleiner is geworden). Of pijn of een brandend gevoel hebben bij het plassen.
- Problemen met de wond. Vooral de wond bij de navel geneest soms moeilijk. Je hebt dan meer kans op een ontsteking.
- Darmproblemen. Bijvoorbeeld een verstopping. Je kunt dan moeilijker poepen.
Je arts of verpleegkundige vertelt je bij welke klachten je het ziekenhuis moet bellen als je weer thuis bent.
Gevolgen van een operatie bij urachuskanker
Meestal is het niet nodig om de hele blaas weg te halen. Dus de kans dat je een stoma of nieuwe blaas krijgt is klein.
Is zo’n nieuwe blaas of urinestoma toch nodig, dan heeft dit gevolgen voor je leven.
Nieuwe blaas (neoblaas)
Dit zijn de gevolgen als je een nieuwe blaas krijgt:
- In het begin is het vaak moeilijk om je plas op te houden, vooral 's nachts. Het kost tijd om de nieuwe blaas goed te trainen. En je controle over plassen terug te krijgen.
- Je moet regelmatig naar de wc om je blaas te legen. Of volgens een vast ritme. Ook als je niet het gevoel hebt dat je moet plassen.
- Soms gaat de blaas niet helemaal leeg. En moet je een slangetje gebruiken om hem zelf te legen. Dit heet een katheter.
- Soms moet je anders eten of drinken met een nieuwe blaas. Omdat sommige soorten eten of drinken je blaas irriteren.
Lees meer over leven met een nieuwe blaas.
Urinestoma
Dit zijn de gevolgen als je na de operatie een urinestoma krijgt:
- Je moet leren omgaan met je stoma. En zelf de zakjes verwisselen.
- Je hebt een opening met zakje op je buik. Iets dat er altijd zit.
- Misschien vind je het lastig om intiem te zijn of seks te hebben met een stoma op je lichaam.
Lees meer over leven met een urinestoma.
Dit zijn grote aanpassingen in je leven, die heftig kunnen zijn. Bespreek de gevolgen met je arts of verpleegkundige. Wil je begeleiding of hulp, vraag dan of je arts je doorstuurt. Bijvoorbeeld naar een diëtist, psycholoog of seksuoloog. Vind in ons overzicht Hulp bij kanker een zorgverlener bij jou in de buurt.