Leven met een nieuwe blaas (neoblaas)
Deze informatie is gecontroleerd door deskundigen.
Naar colofonHet is bijna nooit nodig de hele blaas weg te halen. Maar heel soms wel. Dan maakt de arts een nieuwe blaas van een stuk van je dunne darm. Dit heet een neoblaas.
Lees op deze pagina over:
- Wat is een neoblaas?
- Wanneer kun je een nieuwe blaas krijgen?
- Katheters tegen het slijm in de blaas
- Hulp bij een nieuwe blaas
- Plassen met een nieuwe blaas
- Meer informatie over een nieuwe blaas
Wat is een neoblaas?
Een neoblaas is een nieuwe blaas. Neo betekent nieuw. De arts maakt de nieuwe blaas van een stukje van je dunne darm. En maakt de urineleiders vast aan de nieuwe blaas zodat je plas hierin komt. Ook maakt de arts de plasbuis vast aan de nieuwe blaas. Zo kan je plas normaal (via je plasbuis) uit je lichaam.
De arts maakt de nieuwe blaas tijdens de operatie waar je blaas eruit gaat.
Wanneer kun je een nieuwe blaas krijgen?
Niet iedereen van wie de blaas is weggehaald kan een nieuwe blaas krijgen. Je moet bijvoorbeeld je plasbuis nog hebben. En het duurt soms wel een jaar om te leren omgaan met een nieuwe blaas. De arts bespreekt voor de operatie met je of een nieuwe blaas iets voor jou kan zijn.
Katheters tegen het slijm uit de blaas
Tijdens de operatie plaatst de arts slangetjes in je nieuwe blaas. Zo’n slangetje heet een katheter. De katheters zijn nodig om de blaas te spoelen. Zo raak je de slijmproppen kwijt die in je blaas komen. Het slijm komt van de dunne darm. Darmen maken darmslijm, ook het stukje darm dat nu je nieuwe blaas is.
Het slijm wordt na een tijdje vanzelf dunner. Dan plas je het gewoon uit en haalt de arts de slangetjes weg.
Hulp bij een nieuwe blaas
Een stomaverpleegkundige is een verpleegkundige die alles weet van leven en omgaan met een nieuwe blaas.
Je kunt de stomaverpleegkundige vragen stellen over je nieuwe blaas. En praten over dingen die je lastig vindt. Ben je na je operatie weer thuis? Ook dan kun je met vragen of problemen bij de stomaverpleegkundige terecht.
Plassen met een nieuwe blaas
Met een nieuwe blaas gaat het plassen anders dan voor de operatie. Je moet je buikspieren gebruiken. Je voelt niet wanneer je moet plassen. Je moet daarom op vaste tijden plassen. Ook ‘s nachts. Het heeft tijd nodig om hieraan te wennen.
Je leert van de stomaverpleegkundige opnieuw plassen. Soms krijg je bekkentherapie om je bekkenbodemspieren te trainen.
Incontinentie (niet je plas kunnen ophouden) door een nieuwe blaas
Vlak na de operatie is het meestal moeilijk om je plas op te houden. Dan verlies je plas zonder dat je dit wilt, vooral ’s nachts. Bij de meeste mensen gaat dit 6 tot 9 maanden na de operatie over. Soms moet je daarvoor wel je bekkenbodemspieren en sluitspier trainen. Een bekkenfysiotherapeut kan je hierbij helpen.
Niet meer kunnen plassen door een nieuwe blaas
Soms kun je met een nieuwe blaas na de operatie niet meer plassen. Je moet de blaas dan leegmaken met een blaaskatheter. De stomaverpleegkundige leert je hoe dat moet. Soms kan de thuiszorg je helpen.
Blijf je hier last van houden? Bespreek dit met je arts. Misschien kan je arts er wat aan doen. Ook kan bekkenbodemfysiotherapie helpen. Je arts of verpleegkundige weet hier meer over.
Meer informatie over een nieuwe blaas
Op de website van de Stomavereniging lees je meer informatie over leven met een nieuwe blaas. Bijvoorbeeld over opnieuw leren plassen, problemen die je kunt krijgen en ervaringen van anderen.