Leven met een urinestoma
Deze informatie is gecontroleerd door deskundigen.
Naar colofonIs je blaas weggehaald, dan krijg je heel soms een urinestoma. Zo kan je plas toch je lichaam uit.
Lees op deze pagina over:
Wat is een urinestoma?
Een urinestoma is een nieuwe uitgang voor je plas. De uitgang komt op je buik. Heb je geen blaas meer? Dan kan je plas niet meer vanzelf uit je lichaam. Met een urinestoma kan de plas wel je lichaam uit. Je krijgt de stoma tijdens de operatie waar de arts je blaas weghaalt.
Soorten urinestoma’s: uit of in je buik
De arts kan 2 soorten stoma’s maken:
- een stoma uit je buik, dus aan de buitenkant
- een stoma in je buik
Welke stoma je krijgt, hangt af van wat kan bij jou en wat je zelf wilt. Je arts en de stomaverpleegkundige bespreken dit voor de operatie met je.
Stoma aan de buitenkant van je buik (Brickerstoma)
Meestal krijg je een stoma aan de buitenkant van je buik. Die heet een Brickerstoma. Je krijgt dan je een stomazakje op je buik. Met een plakker zit het stomazakje vast op de huid rond de stoma. Het zakje is gemaakt van een soort plastic dat stevig is, maar waar je huid geen last van heeft.
Voor de urinestoma gebruikt de arts een stukje van je dunne darm. Tijdens de operatie maakt je arts urineleiders eraan vast. De andere kant maakt de arts vast aan je buikwand, met een omgevouwen randje in je huid. Dit is de stoma. Op je buik krijg je een stomazakje. Je plas komt in dit zakje.
Lees op stomavereniging.nl meer over een stoma aan de buitenkant van je buik. Daar kun je ook zien hoe een Brickerstoma eruit ziet.
Stoma in je buik (Indianapouch)
Heel soms krijg je een stoma in je buik. Dat heet een Indianapouch. Bij een stoma in je buik heb je geen stomazakjes nodig. Je hebt een soort opvangbakje in je buik. De arts maakt dit van een stukje van je darm. Je moet dit bakje regelmatig leegmaken met een katheter.
Lees op stomavereniging.nl meer over een stoma in je buik.
Stomazorg bij een urinestoma
Als je een urinestoma krijgt, krijg je stomazorg. Je wordt begeleid bij alles wat je moet weten over een urinestoma.
In het ziekenhuis is een stomaverpleegkundige die alles weet van stomazorg. Die leert je hoe je moet omgaan met je urinestoma en stomazakjes. Je kunt de stomaverpleegkundige vragen stellen over je stoma. En praten over dingen die je lastig vindt. Ook als je na de operatie weer thuis bent.
Leven met een urinestoma
Een urinestoma heeft vaak invloed op je leven. Hoeveel, dat verschilt per persoon. Lees ervaringen van anderen.
Controle van het urinestoma
Na de operatie kom je op controle bij de arts en de stomaverpleegkundige. Tijdens de controle kijkt de arts of de stoma goed werkt.
Stomamateriaal
Bij een urinestoma hoort allerlei materiaal. Zoals opvangsystemen en opvangzakjes. En crème om je huid glad te maken en poeder om je huid te beschermen tegen irritatie. Je stomaverpleegkundige legt uit hoe dit werkt.
Genoeg drinken bij een urinestoma
Als je een urinestoma hebt, moet je veel drinken. Ongeveer 2 tot 2,5 liter per dag. Zo zorg je ervoor dat je plas niet te zuur wordt. Anders beschadigt je stoma. En kun je infecties krijgen.
Bij een urinestoma heb je bijna altijd wat slijm uit je darmen in je plas. Dat is normaal. Drinken is ook belangrijk om dit slijm weg te spoelen.
Meer informatie over een urinestoma
Op de website van de Stomavereniging lees je meer informatie over leven met een urinestoma. Bijvoorbeeld over het verzorgen van je stoma, problemen die je kunt krijgen en ervaringen van anderen.