Behandeling bij kanker als je zwanger bent
Deze informatie is gecontroleerd door deskundigen.
Naar colofonEen kankerbehandeling tijdens je zwangerschap is meestal mogelijk. Wel is het soms nodig om de behandeling uit te stellen of aan te passen.
Het behandelteam bespreekt wat in jouw situatie de beste behandeling is. En wanneer je met de behandeling kunt starten.
Je zorgverleners houden daarbij rekening met:
- het aantal weken dat je zwanger bent
- de soort kanker die je hebt en hoe ver de ziekte is
- het doel van je behandeling
Kun je dezelfde behandeling krijgen als een niet-zwangere vrouw, dan heeft dit altijd de voorkeur. Maar soms is het nodig de behandeling aan te passen of uit te stellen vanwege je zwangerschap.
Je arts bespreekt samen met jou de mogelijkheden en de risico’s. Daarna neem je samen met je arts (en je partner) een beslissing over je behandeling en je zwangerschap.
Hoeveel weken je zwanger bent, maakt uit
Het aantal weken dat je zwanger bent, speelt een belangrijke rol bij beslissingen over de behandeling en de planning van de behandeling.
Het eerste trimester: week 0 tot 13 (maanden 0 tot 3)
In de eerste 3 maanden van je zwangerschap gebeurt er heel veel. Alle belangrijke organen worden aangelegd. Ook de placenta ontwikkelt zich in deze periode. Daarom geven artsen in het eerste trimester (tot 12 weken) in principe geen chemotherapie.
Het tweede trimester: week 14 tot 27 (maanden 4 tot 6)
In deze periode groeit je baby hard maar is de aanleg voltooid. Vanaf deze periode kun je chemotherapie krijgen.
Vanaf 24 weken heeft de baby een kans om te overleven als die wordt geboren. Die kans neemt daarna per week meer toe.
Het derde trimester: week 28 en verder (maanden 7 tot 9)
Dit is het laatste stadium van de ontwikkeling van je baby. In dit trimester wordt je baby vooral zwaarder. Ook in deze periode is chemotherapie mogelijk tot 35 weken. Na week 35 krijg je geen chemotherapie om te voorkomen dat je lage bloedplaatjes of witte bloedcellen hebt tijdens de bevalling.
Als je in het derde trimester een kankerdiagnose krijgt, kun je de behandeling soms uitstellen tot na de bevalling. Dit hangt ook af van het soort kanker dat je hebt en het stadium.
Soms kan de arts de behandeling aanpassen, om de kanker tot na de bevalling onder controle te houden. Na de geboorte van je kind kun je dan de volledige behandeling krijgen.
Een andere optie is om de bevalling in te leiden. Voor de ontwikkeling van je baby is het beter om daarmee te wachten tot week 37 of later.
Je ziekte bepaalt of snel behandelen nodig is
Je arts kijkt naar de soort kanker die je hebt, hoe snel de kanker groeit en naar het stadium van de ziekte bij de diagnose. Al deze informatie speelt een belangrijke rol bij beslissingen over de behandeling en de planning van de behandeling.
Kanker die niet snel behandeld hoeft te worden
Groeit de kanker langzaam of is deze in een heel vroeg stadium of voorstadium? Dan kan je arts voorstellen om te wachten met behandelen. Je gaat dan wel regelmatig op controle. Dit heet afwachtend beleid. Als de kanker ineens toch harder begint te groeien, is het vaak wel nodig om met de behandeling te starten.
Ben je al in ver in je zwangerschap als je de diagnose kanker krijgt? Dan kun je het advies krijgen om de behandeling uit te stellen tot na de bevalling.
Kanker die snel behandeld moet worden
Heb je een snelgroeiende soort kanker of vergevorderde kanker? Dan adviseert de arts meestal om zo snel mogelijk met de behandeling te starten.
Ben je minder dan 3 maanden zwanger, dan kan je arts adviseren om je zwangerschap af te breken (abortus). Om meteen daarna een behandeling tegen kanker te krijgen.
Ben je in de laatste 3 maanden van je zwangerschap, dan kun je van je arts het advies krijgen om eerder te bevallen. Bijvoorbeeld als je intensieve chemotherapie nodig hebt. Na de geboorte van je baby start je dan met de chemotherapie.