In het DNA kunnen afwijkingen ontstaan. Dan verandert de code van het DNA. Een ander woord hiervoor is een mutatie.
Door de afwijking kan de functie van het gen veranderen. Het gen kan meer of minder gaan doen, anders gaan functioneren of zelfs helemaal niet meer werken.
Kanker ontstaat doordat er in een cel in meerdere genen afwijkingen ontstaan. Hierdoor kunnen de eigenschappen van die cel veranderen. De cel kan ongecontroleerd gaan delen, waardoor er snel meer cellen bijkomen en er een tumor ontstaat.
Hoe ontstaat een afwijking (mutatie) in een gen?
Een mutatie kan op verschillende manieren ontstaan. Je kunt een mutatie doorkrijgen van je vader of moeder. Dan heb je een erfelijke aanleg voor kanker. Lees meer over erfelijkheid en kanker.
Ook kan er bij de celdeling een fout ontstaan. Er zijn genen die deze foutjes kunnen repareren. Hieronder lees je daar meer over.
Daarnaast kunnen bepaalde dingen schade aan het DNA veroorzaken. Zoals roken en te veel zonlicht. Schade aan het DNA kan de code van een gen veranderen. Lees meer hierover bij risicofactoren.
Wat doet je lichaam om mutaties te herstellen, en wat kan daarbij mis gaan?
Het menselijk lichaam kan mutaties herstellen. En cellen opruimen die mutaties bevatten. Zo kan worden voorkomen dat er kankercellen ontstaan.
Dit herstel vindt plaats door reparatie van DNA, het afweersysteem en autofagie.
Reparatie van DNA
Elke dag zijn er miljoenen celdelingen in het lichaam. Tijdens al die celdelingen kunnen mutaties optreden. De zogenaamde ‘reparatiegenen’ repareren foutjes die ontstaan als een cel deelt en het DNA zich verdubbelt.
Soms ontstaat er een mutatie in een reparatiegen zelf. Dan kan het reparatiegen zijn functie verliezen. Mutaties die ontstaan tijdens de celdeling kunnen niet meer hersteld worden.
Bekende reparatiegenen zijn BRCA-1 en BRCA-2. Een mutatie in deze genen vergroot de kans op het ontstaan van borstkanker en eierstokkanker.
Afweersysteem
Het afweersysteem bestaat uit verschillende soorten cellen. Afweercellen kunnen ziekteverwekkers van buitenaf herkennen en bestrijden, zoals bacteriën, virussen en schimmels. Ook kunnen afweercellen sommige afwijkende lichaamscellen met mutaties herkennen en deze opruimen.
Autofagie
Autofagie betekent letterlijk: zelfvertering. Dit is een proces waarmee cellen hun eigen onderdelen kunnen afbreken. Zo worden oudere en kapotte cellen opgeruimd en hun bouwstoffen gerecycled.
Soms verloopt autofagie niet goed en worden cellen dus niet opgeruimd. Zo kunnen cellen met een of meerdere mutaties blijven bestaan en na verloop van tijd veranderen in een kankercel.
Soorten genen die vaak een rol spelen bij kanker
Er zijn mutaties in bepaalde typen genen waarvan bekend is dat ze bijdragen aan het ontstaan van kanker. Het gaat om de volgende typen genen:
Proto-oncogenen
Proto-oncogenen spelen een rol bij de groei en deling van gezonde cellen. Een mutatie kan van een proto-oncogen een oncogen maken.
Het oncogen geeft signalen af waardoor cellen kunnen groeien en delen wanneer dat niet de bedoeling is. Zo kan kanker ontstaan. Voorbeelden van oncogenen zijn RAS en HER2.
Tumorsuppressor-genen
Tumorsuppressor-genen zijn ook betrokken bij het regelen van groei en deling van de cel. ‘Suppressor’ betekent onderdrukken.
Door een mutatie in dit soort genen wordt eigenlijk de rem van hun functie afgehaald. Daardoor ontstaat er ongecontroleerde celgroei en -deling. Zo kan kanker ontstaan.
Een belangrijk tumorsuppressor-gen is P53.