Mola-zwangerschap

Deze informatie is gecontroleerd door deskundigen.

Naar colofon
Opslaan

Bij een mola-zwangerschap gaat er iets mis in het begin van de zwangerschap. Er ontstaat geen embryo, maar een gezwel van kleine blaasjes in je baarmoeder. Je verloskundige of gynaecoloog ziet dit op de echo. Elk jaar hebben ongeveer 250 vrouwen een mola-zwangerschap.

Lees op deze pagina over:

Soms verandert een mola-zwangerschap in een kwaadaardige trofoblastziekte. Lees verder over:

Wat is een mola-zwangerschap?

Bij een mola-zwangerschap gaat er iets mis bij de bevruchting. Of kort erna. Daardoor groeit alleen de placenta. Er ontstaat meestal geen embryo. In de baarmoederholte groeien dan wel heel veel vochtblaasjes. Die vormen samen een gezwel: een mola.

Mola-zwangerschap

Complete mola

Bij een complete mola wordt een eicel zonder erfelijk materiaal bevrucht door een spermacel. Het vruchtje dat uit die bevruchte eicel ontstaat is daardoor niet levensvatbaar.

Partiële mola

Bij een partiële (gedeeltelijke) mola wordt 1 eicel bevrucht door 2 spermacellen. Vaak is er wel een vruchtje, maar dat is niet levensvatbaar.

Onderzoeken naar een mola-zwangerschap

Een mola-zwangerschap is te zien op de eerste echo die je krijgt. De verloskundige of de gynaecoloog ziet dan geen embryo met een kloppend hartje, maar heel veel vochtblaasjes. 

Je krijg dan een bloedonderzoek. Bij een mola-zwangerschap heb je veel hCG in je bloed. 

Behandeling van een mola-zwangerschap

Als je een mola-zwangerschap hebt, is een behandeling nodig: een vacuümcurettage. Bij deze behandeling zuigt de arts de mola-blaasjes weg via je vagina. Je gaat hiervoor onder narcose. 

Tijdens de behandeling kijkt de arts met een echo of alle blaasjes weg zijn. 

Soms blijft er iets achter, meestal ruimt je lichaam dit zelf op. De hCG-waarde in je bloed daalt dan vanzelf ook weer tot de normale waarde.

In het laboratorium onderzoekt een patholoog de weggenomen blaasjes. Een patholoog is een arts die veel verstand heeft van afwijkingen in cellen en weefsels. Daarna krijg je van je arts de definitieve diagnose.

Controles na de behandeling van een mola-zwangerschap

Na de curettage meet de arts elke week de hoeveelheid hCG in je bloed. Hieraan kan de arts zien of dit daalt. Meestal duurt het weken tot maanden totdat de waarde van hCG weer normaal is.

Kwaadaardige trofoblastziekte na een mola-zwangerschap

Soms verdwijnen de mola-blaasjes na de curettage niet helemaal. Dan kunnen de achtergebleven cellen weer gaan delen en nieuwe blaasjes vormen. 

De kans dat de blaasjes na vacuümcurettage van een complete mola niet verdwijnen is 15 tot 20% . De kans is 2 tot 5% bij een partiële mola.

Ruimt je lichaam de mola-blaasjes niet vanzelf op, dan heeft je mola-zwangerschap zich ontwikkeld tot een kwaadaardige trofoblastziekte (GTN).

Chemotherapie na een mola-zwangerschap

Zijn de blaasjes na de vacuümcurettage niet weg, dan krijg je meestal chemotherapie. De kans op genezing is heel groot. Lees verder over chemotherapie na een mola-zwangerschap.

Colofon

Met medewerking van:

Foto Christianne Lok

Dr. Christianne Lok

Gynaecoloog-oncoloog, Antoni van Leeuwenhoek

Logo Stichting Olijf

Olijf

Patiëntenvereniging

Website

Illustratie vrouwen

Vrouwen die een trofoblastziekte hebben (gehad)

Werkgroep Trofoblast Tumoren

Gemaakt door de redactie van kanker.nl

Laatste update: januari 2025