Erfelijke aanleg voor melanoom

Deze informatie is gecontroleerd door deskundigen.

Naar colofon
Opslaan

Heb je zelf een melanoom gehad en komt melanoom ook vaker voor in je familie? Dan kan dat soms komen door een erfelijke aanleg voor melanoom. DNA-onderzoek kan dan zinvol zijn. 

Een melanoom komt vaak voor. Elk jaar krijgen bijna 9000 mensen deze soort huidkanker. Als meer mensen in een familie een melanoom hebben, is dat meestal toeval. Maar soms komt het door een erfelijke oorzaak: een afwijking in je DNA. Een ander woord voor afwijking is mutatie.

Lees op deze pagina over:

Heb je een erfelijke aanleg voor melanoom? Lees dan: wat kun je zelf doen?

Wat is een erfelijke aanleg voor kanker?

Heb je een erfelijke aanleg voor kanker, dan zit er een afwijking in je DNA. Het DNA is je erfelijk materiaal. Door die afwijking is de kans groter dat je kanker krijgt. Je hebt die afwijking dan meestal van een van je ouders geërfd

Goed om te weten: de kanker zelf is niet erfelijk. Dus: als je vader of moeder het heeft, betekent dat niet dat jij het dus ook krijgt. Je kunt wel van een van je ouders de afwijking erven die ervoor zorgt dat jij een hogere kans hebt op kanker. 

Heb ik een erfelijke aanleg voor melanoom?

Komt er in jouw familie opvallend vaak melanoom voor? Of kreeg je zelf meerdere melanomen op jonge leeftijd? Komt er naast melanoom ook alvleesklierkanker voor in je familie? Dat kunnen aanwijzingen zijn dat je een erfelijke aanleg voor melanoom hebt.

Denk je dat dit voor jou van toepassing is? Bespreek het met je (huis)arts. Als het nodig is, verwijst die je naar een klinisch geneticus (erfelijkheidsarts).

Onderzoek naar een erfelijke aanleg voor melanoom

Bij iemand met een melanoom kan erfelijkheidsonderzoek nodig zijn. De klinisch geneticus laat dan het DNA onderzoeken. Dat gaat via een bloedonderzoek.    

Vindt de arts een erfelijke aanleg? Dan hoor je in het ziekenhuis wat dit betekent voor jou en je familie.

Lees meer over ‘je familie vertellen’ op de website van het Erfocentrum.

Het erfelijkheidsonderzoek gebeurt meestal bij een familielid dat zelf melanoom heeft (gehad). Soms kan dat niet. Dan kan de arts een familielid verwijzen naar een polikliniek klinische genetica. Daar verzamelen ze alle familiegegevens. Als er reden voor is, volgt verder onderzoek naar een erfelijke oorzaak. 

Erfelijke oorzaken van melanoom 

De meeste mensen die een erfelijke aanleg hebben voor melanoom, hebben een afwijking (mutatie) in het CDKN2A-gen. Een mutatie die in Nederland veel voorkomt in het CDKN2A-gen heet ‘p16-Leiden’.

Mensen met een mutatie in het CDKN2A-gen zoals de p16-Leiden mutatie hebben een sterk verhoogd risico op melanoom. Maar niet iedereen met deze mutatie krijgt melanoom. Het risico voor mensen met een mutatie in het CDKN2A-gen om ooit een melanoom te krijgen is 50 tot 70 %. 

Mensen met een mutatie in het CDKN2A-gen hebben ook meer risico op alvleesklierkanker. Dit risico is ongeveer 15 tot 20%

Er zijn ook een aantal andere genen betrokken bij erfelijk melanoom, zoals CDK4, BAP1, POT1 en MITF. Maar mutaties in deze genen komen veel minder vaak voor dan mutaties in het CDKN2A-gen. 

Heb je een erfelijke mutatie in het CDKN2A-gen of een van de andere genen? Dan heb je 50% kans dat je die mutatie doorgeeft aan je kinderen.

Advies bij een erfelijke aanleg voor melanoom

Heb je een erfelijke aanleg voor melanoom? Dan is het advies om je huid 1 of 2 keer per jaar te laten controleren door een dermatoloog. Dat is een huidarts. Dit doe je in principe voor de rest van je leven.

Familieleden krijgen vaak ook het advies om hun huid te controleren of te laten onderzoeken door een dermatoloog. De klinisch geneticus (erfelijkheidsarts) vertelt hier meer over. 

Heb je een mutatie in het CDKN2A-gen? Dan kun je vanaf je 40e ook meedoen aan een jaarlijkse controle op alvleesklierkanker. Je krijgt dan een inwendige echo (EUS) en/of een MRI-scan. De klinisch geneticus vertelt hier meer over. Als het nodig is, krijg je een verwijzing naar een maag-darm-leverarts die deze controles doet. 

Familiaire aanleg voor melanoom 

Soms hebben veel mensen in de familie een melanoom, maar vindt de arts bij het erfelijkheidsonderzoek (nog) geen erfelijke aanleg. Artsen noemen dat dan een familiaire aanleg voor melanoom. Vaak krijgen de familieleden met melanoom en hun naaste familieleden dan adviezen voor regelmatige huidcontroles.

Wat kun je zelf doen bij erfelijke of familiaire aanleg voor melanoom?

Heb je erfelijke of familiaire aanleg voor melanoom? Dan zijn er dingen die je kunt doen om de kans te verkleinen dat je een melanoom krijgt.

Verstandig de zon in

Bescherm jezelf (en je kinderen!) tegen de zon:

  1. Blijf zoveel mogelijk uit de zon tussen 12 en 3 uur 's middags.
  2. Bedek je huid. Draag zonwerende kleding. Bescherm je hoofdhuid met een pet of zonnehoed. Bescherm je ogen met een goede zonnebril.
  3. Smeer jezelf goed in. Gebruik zonnebrandcrème met factor 30 of hoger. 

Rook niet

Rook je? Of vape je? Dan loop je meer risico op alvleesklierkanker. Probeer daarmee te stoppen. Voor mensen met een erfelijke mutatie in het CDKN2A gen is stoppen met roken extra belangrijk. 

Stoppen met roken is voor bijna alle rokers heel moeilijk. Zoek daarom hulp bij het stoppen met roken.

Verstandig zonnen

In deze animatie wordt uitgelegd hoe huidkanker voorkomen kan worden door verstandig te zonnen. Bron: KWF.

Meer weten?

Lees verder op andere websites (4)

Colofon

Met medewerking van:

foto thomas potjer

Dr. Thomas Potjer

Klinisch geneticus, LUMC

Werkgroep Klinische Oncogenetica (WKO)

Gemaakt door de redactie van kanker.nl

Laatste update: mei 2025