MRI-scan bij anuskanker

Bij anuskanker krijg je een MRI-scan van je bekken. Met een MRI-scan ziet de arts of de kanker door de wand van de anus groeit. En of je uitzaaiingen hebt in de lymfeklieren, in je bekken of liezen. 

Als de tumor door de wand van de anus groeit, kan de kanker in andere delen van je bekken doorgroeien. Zoals je vagina, je plasbuis of je blaas.

Lees op deze pagina over:

• Wat is een MRI-scan?
• Hoe gaat een MRI-scan?
• Geen metalen voorwerpen
• MRI-scan en pacemaker
• MRI-scan met contrastvloeistof
• Overgevoelig voor contrastvloeistof
• Na het onderzoek

Een MRI-scan maakt foto’s van de binnenkant van je lichaam. Het apparaat werkt met een magneetveld, radiogolven en een computer. Met een MRI-scan kan je arts een tumor of uitzaaiingen zien.

Het MRI-apparaat heeft een soort tunnel. Je ligt in die tunnel en mag niet bewegen. Het MRI-apparaat maakt veel lawaai. Daarom kun je een koptelefoon krijgen waardoor je muziek hoort.

Een laborant doet het onderzoek. Die persoon is tijdens de scan in een andere ruimte. Maar via een intercom kun je contact hebben. Het onderzoek doet geen pijn.

Geen metalen voorwerpen

Een MRI-scan werkt met een magneetveld. Dat magneetveld trekt metalen voorwerpen aan.

Je mag daarom geen spullen van metaal meenemen in de ruimte van de MRI-scan. Zoals sleutels en een mobiele telefoon. Of kleding aan met metaal erin.

Je kunt misschien geen MRI-scan krijgen als je metaal in je lichaam hebt, bijvoorbeeld een pen of een plaat na een operatie. Heb je metaal in je lichaam? Geef dit van tevoren door aan je arts.

MRI-scan en pacemaker

In een pacemaker zit ook metaal. Heb je een pacemaker? Dan mag je soms niet in de MRI-scan.

In het ziekenhuis kijken ze of een MRI-scan voor jou veilig is. Is dat niet zo, dan bespreekt de arts met je welk onderzoek je wel kunt krijgen.

Bij een MRI-scan gebruikt de arts vaak contrastvloeistof. Door deze vloeistof kan de arts de tumor en uitzaaiingen beter zien op de scan.

Meestal spuit de arts de contrastvloeistof in je arm, in een bloedvat.

Van contrastvloeistof kun je een warm en weeïg gevoel krijgen. Sommige mensen worden er een beetje misselijk van. De arts kan je vragen om een paar uur voor het onderzoek niet te eten en drinken. Zo word je minder snel misselijk.

Overgevoelig voor contrastvloeistof

Sommige mensen kunnen niet goed tegen contrastvloeistof. Tijdens de MRI-scan kun je dan klachten krijgen. Bijvoorbeeld koorts, zweten, duizeligheid, flauwvallen, vlekjes op je huid, een gezwollen gezicht en kortademigheid.

Denk je dat je ooit zo’n overgevoeligheidsreactie hebt gehad? Dan kun je die misschien opnieuw krijgen. Zeg het daarom voor het onderzoek tegen de arts.

Na het onderzoek

Na de MRI-scan kun je meteen naar huis. Je hoort van je arts wanneer je de uitslag krijgt.