Is luchtpijpkanker niet uitgezaaid? Dan word je soms bestraald. Je arts bespreekt met je of bestraling krijgt en wanneer. Dat kan zijn:
- bestraling na je operatie
- bestraling in plaats van een operatie
Bestraling na een operatie
Soms krijg je bestraling na je operatie. Het doel is om kankercellen die er nog zitten kapot te maken. De kans dat de kanker terugkomt is dan kleiner.
Bestraling met chemotherapie in plaats van een operatie
Bestraling in plaats van een operatie kan soms ook een behandeling zijn met als doel om je te genezen. Bijvoorbeeld als je niet fit genoeg bent voor een operatie. Bestraling om je te genezen kan alleen als je geen uitzaaiingen hebt.
Soms kan de arts de tumor niet weghalen met een operatie. Bijvoorbeeld als de tumor op een lastige plek zit. Ook dan krijg je bestraling in plaats van een operatie.
Je krijgt de bestraling altijd samen met chemotherapie. Dit heet chemoradiatie.
Hoe vaak word je bestraald?
Hoeveel bestralingen je krijgt, hangt af van verschillende dingen. Zoals de soort luchtpijpkanker, de grootte en plek van de tumor, het stadium van de kanker en je conditie.
De meeste mensen met luchtpijpkanker krijgen 1 keer per dag bestraling, 5 dagen per week. En dat een aantal weken. Jouw schema kan anders zijn. De arts bespreekt dit met je.
Protonentherapie bij luchtpijpkanker
Soms krijg je protonentherapie bij luchtpijpkanker. Gezonde plekken om de tumor heen beschadigen dan minder dan bij gewone bestraling.
Wie kan protonentherapie krijgen?
Je krijgt alleen protonentherapie als deze behandeling bij jou minder schade geeft aan organen om de tumor heen dan ‘gewone’ bestraling. De arts maakt 2 bestralingsplannen om te bepalen of dat zo is: 1 voor de gewone bestraling (met fotonen) en 1 voor de bestraling met protonen. Dit heet een planningsvergelijking. Is protonentherapie voor jou beter? Dan krijg je deze behandeling.
Of je met protonentherapie minder kans hebt op bijwerkingen van de bestraling, verschilt per persoon. Het heeft vooral te maken met:
- hoe groot de tumor is en wat voor vorm die heeft
- welk deel van je longen bestraling moet krijgen
- hoeveel bestraling er op het gezonde weefsel komt
Lees meer over protonentherapie.
Bijwerkingen van bestraling om te kunnen genezen
Bestraling van je longen kan bijwerkingen geven. Je arts vertelt je welke bijwerkingen je kunt krijgen. Dat hangt af van hoeveel straling je krijgt. En op welke plek je bestraald wordt.
Bijwerkingen op korte termijn
Je kunt tijdens en kort na je behandeling last hebben van:
- pijn bij het slikken
- minder trek in eten
- brandend maagzuur: dit is een brandend gevoel achter je borst, vooral na het eten
- problemen met je spijsvertering: bijvoorbeeld buikpijn, misselijk zijn, een opgeblazen gevoel
- een rode huid en jeuk op de plek die bestraald is
- moe zijn
- hoesten
- kortademigheid
- pijn op je borst
Meestal gaan deze klachten na een paar weken of maanden vanzelf over. Heb je last van de bijwerkingen? Vertel het aan je arts of verpleegkundige. Misschien is er iets aan te doen.
Heb je problemen met eten en drinken? Lees de voedingstips bij bestraling.
Heb je last van je huid? Lees de tips bij huidklachten door bestraling.