Operatie bij luchtpijpkanker
Deze informatie is gecontroleerd door deskundigen.
Naar colofonHeb je luchtpijpkanker in een klein deel van je luchtpijp? Dan kun je soms geopereerd worden. De arts haalt dat deel van je luchtpijp dan weg. Soms haalt je arts ook lymfeklieren dicht bij je luchtpijp weg.
Lees op deze pagina over:
- Wanneer een operatie bij luchtpijpkanker?
- Hoe gaat een operatie bij luchtpijpkanker?
- Drain om wondvocht en lucht af te voeren
Lees ook over:
- Onderzoek onder de microscoop na de operatie
- Herstel van de operatie
- Complicaties en klachten na de operatie
- Blijvende klachten
Wanneer een operatie bij luchtpijpkanker?
Een operatie heeft meestal alleen zin als je arts de hele tumor weg kan halen. De tumor mag niet groter zijn dan de helft van je luchtpijp. En nog niet zijn doorgegroeid in de weefsels of organen eromheen.
Een luchtpijpoperatie is een grote operatie met een lange hersteltijd. Daarom kun je alleen geopereerd worden als je in goede conditie bent.
De arts controleert voor de operatie met een longfunctie-onderzoek hoe goed je luchtwegen zijn. Zo weet de arts of je de operatie aankunt.
Hoe gaat een operatie bij luchtpijpkanker?
De arts maakt een snee in je hals of je borstkas. Tijdens de operatie haalt je arts het stuk van je luchtpijp waar de tumor zit weg. En wat gezond weefsel om de tumor heen. Zo is de kans het grootst dat alle kankercellen weg zijn. De arts maakt daarna de einden van de luchtpijp weer aan elkaar vast.
De luchtpijp moet daarna goed kunnen genezen. Er mag geen spanning staan op de naad. Je mag je nek daarom niet te veel achterover strekken. Soms zet de arts je kin dan een paar dagen vast met een hechting aan je huid op je borstkas.
Tumor weghalen via een slang door je mond
Is de tumor te groot om weg te halen in een gewone operatie? Of sluit de tumor een stuk long af? Dan haalt de arts soms een deel van de tumor met een bronchoscoop weg. Dit is een slang die door je mond naar je luchtpijp gaat. Soms kun je daarna toch geopereerd worden.
Lees meer over de tumor weghalen via een bronchoscoop.
Drain om wondvocht en lucht af te voeren
Na de operatie krijg je vaak een slangetje in je lichaam om het wondvocht af te voeren. Dit heet een drain. Het slangetje gaat door een opening in je huid naar buiten.
De drain wordt na een paar dagen weggehaald. Soms blijft de drain wat langer zitten. Of ga je met de drain naar huis.
Onderzoek onder de microscoop na de operatie
Na de operatie onderzoekt de patholoog het weefsel dat is weggehaald onder de microscoop. Deze arts kijkt of er nog kankercellen aan de rand van de tumor zitten.
Met de uitslag weet je arts of je nog meer behandelingen nodig hebt. Bijvoorbeeld bestraling.
Herstel van de operatie
Het duurt een paar maanden voordat je helemaal hersteld bent van de luchtpijpoperatie. Na de operatie krijg je medicijnen tegen de pijn. Een fysiotherapeut leert je hoe je het beste kunt ademhalen en slijm kunt ophoesten. En begeleidt je bij het opbouwen van je conditie.
Complicaties en klachten bij een operatie aan je luchtpijp
Bij een operatie is er altijd risico op complicaties. Bijvoorbeeld een nabloeding, wondinfectie, trombose of longontsteking. Bij een operatie aan je luchtpijp heb je ook kans op andere complicaties. Je kunt bijvoorbeeld deze complicaties krijgen:
Slijmprop in je luchtweg
Na de operatie kan een deel van je luchtweg door een slijmprop verstopt raken. Je kunt hier kortademig van worden. Met fysiotherapie gaat dit meestal over. Soms moet je arts de slijmprop met een bronchoscoop weghalen. Dit is een slang met een kleine camera die via je neus of mond je luchtpijp in gaat.
Heesheid of verslikken
Langs je luchtpijp lopen zenuwen naar je stembanden. De arts probeert die zenuwen niet te beschadigen. Worden ze toch beschadigd, dan kun je hees worden. Of je makkelijk verslikken. Vaak komt dit na een tijdje weer goed. Maar soms niet.
Na de operatie houden je arts en verpleegkundigen je in de gaten. Zij vertellen je ook bij welke klachten je het ziekenhuis moet bellen als je weer thuis bent.
Blijvende klachten
Een operatie voor luchtpijpkanker kan gevolgen hebben. Soms zijn die tijdelijk. Soms blijven ze.
Je kunt tijdelijk last hebben van:
- pijn op je borst
- kortademigheid
- moeite met ademhalen
- hoesten of last van je keel
- moe zijn
Niet alle klachten gaan altijd over. Je kunt last blijven houden van:
Vertel je arts of verpleegkundige waar je last van hebt. Wil je begeleiding of hulp, vraag dan of je arts je doorstuurt. Bijvoorbeeld naar een fysiotherapeut, ergotherapeut, diëtist, psycholoog of seksuoloog. Vind in ons overzicht ‘Hulp bij kanker’ een zorgverlener bij jou in de buurt.
Lees meer over blijvende klachten na een operatie bij luchtpijpkanker.