De meeste mensen moeten tijdens het onderzoek hoesten. Je krijgt een verdoving met druppels of een spray zodat je minder moet hoesten. Soms krijg je een roesje. Daarin zit meestal een slaapmiddel en pijnstillers. Hierdoor voel je je een beetje slaperig. En kun je makkelijker ontspannen.
Het onderzoek is niet prettig, maar doet geen pijn.
Rechte buis in plaats van slangetje
Soms gebruikt de arts een rechte buis in plaats van een slangetje. Dit helpt om je luchtpijp stil te houden als je arts wat weefsel wegneemt uit je luchtpijp.
De buis gaat via je mond in je luchtpijp. Meestal ga je hiervoor onder narcose. Je bent dan in een soort diepe slaap. Soms blijf je daarna een nacht in het ziekenhuis.
Biopsie bij bronchoscopie
Met de bronchoscoop kan de arts een stukje weefsel van je luchtpijp weghalen. Dit heet een biopsie.
Onderzoek onder de microscoop
Je arts stuurt het weggehaalde weefsel naar het laboratorium. Daar onderzoekt de patholoog het onder de microscoop. Deze arts kijkt of er kankercellen in het weefsel zitten. De patholoog stuurt de uitslag naar je arts.
Je arts bespreekt de uitslag met je: is het kanker of niet? Je krijgt de uitslag meestal binnen 2 tot 3 weken.