De grote knip

De toediening van de eerste chemo
Ik had me voorbereid op een soort chemisch oorlogsgebied in mijn lijf, dus alles wat meeviel voelde als winst. Gelukkig voelde ik alleen een branderige neus. “Cyclofosfamide, het tast de slijmvliezen aan,” zei de verpleegkundige. Een paar uur later voelde ik een mist in mijn hoofd. Ik was moe en verward.

De tweede dag na de chemo was het zwaarst. Ik voelde me alsof ik weer corona had: loom en leeg.
Hoofdpijn? Aanwezig. En hoe. Gevolgd door keelpijn, een verstopte neus en een thermostaat die z’n eigen wil had. Misschien speelde er ook een virusje mee, want de rest van de familie werd ook ziek. Een week lang bleven vooral de hoofdpijn en vermoeidheid hangen, maar klachten zoals misselijkheid en gewrichtspijn bleven gelukkig uit.

Twaalf dagen na de chemo vraag ik mijn moeder of ze mijn haren kort wil knippen. Niet omdat mijn haar al uitvalt, maar omdat ik er zélf klaar voor was. De structuur was dof en droog en ik ergerde me eraan. Ik keek zelfs uit naar de knipbeurt en dacht dat het me niks zou uitmaken om mijn lange haren kwijt te raken. Als ik maar beter word.. maar zodra ik de schaar in mijn nek voelde, schoot er een schok door mijn lijf. Ik huilde. Het is begonnen. Tot nu toe zie je nog niks aan de buitenkant. Maar dit? Dit was stap één. Daarnaast voelde ik een gemis naar mijn lange haren. En ja, ik weet dat het maar haar is. Maar het is ook herinnering aan de jaren die achter me liggen: aan alles wat ik heb meegemaakt. Tot aan de coronapandemie was lang haar een vanzelfsprekend deel van mijn identiteit. “Dat meisje met het lange haar.” En hoewel het sinds mijn knipbeurt tijdens corona nooit meer zo vol en gezond is geweest, groeide het wél weer bijna net zo lang als vroeger.

Maar weet je? Het is een nieuw begin, met hopelijk straks gezondere, vollere haren die me gaan verrassen.