Het liefste vluchten

Gisteren was de begrafenis van mijn oom Evert, een echte familieman, met een ontzettend gevoel voor humor, zoals op verjaardagen, waar de ooms in een woordenspel verwikkeld waren, telkens op elkaar reageren, en het lachen werd steeds luider.
Van de kleinkinderen van mijn oma en opa van moeders kant, waren mijn broers en ik de oudste, en hij wilde altijd dat we dat oom lieten vallen, wat we nooit gedaan hebben.
Ome Evert, de wijze en gestudeerde man in de familie, als 5 jarige, getekend door de oorlog.
Opa was Reichs Deutscher, en ook al woonde hij zijn hele leven in Nederland, hij werd opgeroepen in 1944 voor de Duitsers te gaan vechten.
Ongetraind werd hij aan de Maas tegenover Grave neergezet met een geweer in zijn hand, de geallieerden zaten aan de overkant, in Grave.
Mijn ooms trauma was dat hij erbij was toen de Duitse soldaten zijn moeder probeerden te dwingen de verblijfplaats van haar man te onthullen, waarbij ze haar een pistool tegen het hoofd zetten en de haan spanden.
Mijn oma is haar man op gaan zoeken in de bevrijdde kant, maar kon niet meer terug.
En zo zat het gezin ineens zonder ouders, en was het mijn moeders taak op 18 jarige leeftijd om het gezin draaiende te houden, en hebben ze moeten vluchten, mijn moeder met haar broers en zussen, en een zusje dat door Polio bedlegerig was geworden.
Door de haat tegen de Duitsers, na de oorlog, werden mijn moeder en haar familie, als Duitsers geclassificeerd, omdat mijn opa (gedwongen, maar dat telde niet) voor de Duitsers had gevochten, en werden samen met de NSBérs en collaborateurs in kamp Vught opgesloten, en werden overal buitengesloten.
Zelfs om ergens te mogen gaan werken, heeft mijn Oom naar Den Haag moeten gaan, om een vergunning aan te vragen, omdat hij, zogenaamd Duitser was.
Mijn oom heeft nooit meer een goed woord overgehad voor De Duitsers, heeft ze nooit dwarsgezeten, want hij was internationaal in en verkoper, maar als hij ze kon ontwijken deed hij dat.


Voor mij was deze begrafenis confronterend, omdat ik 45 jaar daarvoor, daar ook zat, voor de begrafenis van een oma van Lucia, mijn toenmalige verloofde, en dan komt dat stukje verleden weer voorbij, en denk ik ineens aan Margreet, en dat ik zelf voor haar kist stond, later voor de kist van de moeder van een vriend, en nu herhaalde het zich weer.
Het liefst was ik weggevlucht, want ik had het niet meer, zoveel herinnering, zo confronterend, met het sterfelijke dat ik al had meegemaakt.
Maar uit respect voor mijn oom, en voor zijn vrouw en kinderen, ben ik gebleven, maar mijn gedachten gingen voortdurend naar Margreet, zij wilde geen kerkelijke begrafenis, en dit was de eerste kerkelijke begrafenis, in heel veel jaren, in de kerk van het dorp Ooij.
Honderden keren ben ik in Ooij en Millingen aan de Rijn geweest, waar Lucia's familie woonde.

Ik zeg vaak, dat ik onze familiereünies niet prettig vind, want er ligt altijd iemand in een kist.
Maar het is ook de tijd om verhalen op te halen.
Ik heb ome Evert regelmatig opgebeld, om te vragen hoe het met hem en zijn vrouw Trees ging, en hij kende een gedeelte van het verhaal van Fiona en mij, en dat ik ze gevonden had, en waarschijnlijk naar Schotland zou gaan vertrekken, en hun drie dochters kenden het verhaal ook gedeeltelijk.
Ik ben een tijd daarvoor, met mijn oudste broer op bezoek geweest.
En nu zag ik voor het eerst in jaren mijn neven en nichten, en waren ze benieuwd naar mijn verhaal, en terwijl ik het vertelde, wisselden de emoties op hun gezichten zich af, van tranen, tot blijdschap voor mij.
Velen wisten niet meer, dan dat Margreet overleden was, niet wanneer en hoe.

Ik ga, voordat ik naar Schotland ga, mijn neven en nichten bezoeken, het is al zolang geleden dat we samen gezeten hebben.
Het is geen definitief afscheid, maar de afstand wordt wel groter, en nu heb ik nog meer het gevoel dat ik dingen achter me ga laten.
Mijn leven draait nu om, het vertrek naar Schotland, en het vervolg van mijn weg, met Fee, en dat komt ook door de afstand, ik kan er niet even langs gaan.

Gisteren kwam ik in de supermarkt, een buurvrouw uit een zijstraat tegen, die telkens zegt langs te willen komen, maar nooit tijd heeft, en heb ik ze verteld dat ik naar alle waarschijnlijkheid (niks is zeker hè) naar Schotland vertrek, en ze wilde het verhaal horen, en ze was heel blij voor me, wenste me alle geluk, en zei, wat een mooi verhaal, want nu weet ik dat er voor mij ook hoop is, en misschien een kans op een echte liefde, je weet maar nooit.
Mooi om te zien, hoe mijn/ons verhaal mensen hoop geeft.